Operation Manual

Edit Sound 16•35
Edit Sound 16•35
PAN ENVELOPE TRACKING
De Pan Envelope Tracking curve, geldig voor
zowel Key On als Key Off envelopes bepaalt de
relatieve positie van de klank vanuit het midden,
afhankelijk van de plaats op het toetsenbord. Zo
kunnen bijv. de bastonen meer vanuit links klin-
ken terwijl de hoge tonen meer vanuit rechts klin-
ken.
Segment (F6)
Met de SEGMENT optie is het mogelijk de
Tracking curve in meerdere segmenten onder te
verdelen, zodat een complexer tracking-verloop
over het toetsenbord mogelijk is.
1 segm De Tracking is lineair en zorgt voor
een gelijkmatige variatie van de
envelopetijd over het toetsenbord.
De “Key” parameter kan niet veran-
dert worden.
3 segm De Tracking bestaat uit drie segmen-
ten , zodat een meer gevariëerd
stereoverloop over het toetsenbord
gemaakt kan worden.
6 segm De Tracking curve bestaat uit maar
liefst 6 segmenten, waarmee een
complexe aanpassing van het
stereobeeld over het toetsenbord
gemaakt kan worden.
3 parameters, te kiezen met de Up/Down cursor
toetsen, bepalen de tracking.
Point Bepaalt een punt in de Tracking
curve.
Door de Dial te draaien kiest u een
punt in de Tracking curve (1, 2, of 1,
2, 3, 4, of 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7).
Key Bepaalt de toets voor het gekozen
punt in de curve. De begin- en eind-
punten (A#0, C8) kunnen niet ge-
wijzigd worden.
Level Bepaalt de relatieve verandering van
plaats van de klank. Positieve waar-
den verschuiven de klank naar
rechts, negatieve waarden naar
links. Bij de waarde 0 klinkt de klank
vanuit het midden.
Toewijsbare waarden: –63 … 0…+63
Voor details over het programmeren van de Pan
Envelope Tracking, zie ook het Volume Tracking
voorbeeld op pagina 16. 13.
Edit Sound - Pan Envelope Tracking van de Piano1 sound
PAN ENVELOPE TRACKING
De Pan Envelope Tracking curve, geldig voor
zowel Key On als Key Off envelopes bepaalt de
relatieve positie van de klank vanuit het midden,
afhankelijk van de plaats op het toetsenbord. Zo
kunnen bijv. de bastonen meer vanuit links klin-
ken terwijl de hoge tonen meer vanuit rechts klin-
ken.
Segment (F6)
Met de SEGMENT optie is het mogelijk de
Tracking curve in meerdere segmenten onder te
verdelen, zodat een complexer tracking-verloop
over het toetsenbord mogelijk is.
1 segm De Tracking is lineair en zorgt voor
een gelijkmatige variatie van de
envelopetijd over het toetsenbord.
De “Key” parameter kan niet veran-
dert worden.
3 segm De Tracking bestaat uit drie segmen-
ten , zodat een meer gevariëerd
stereoverloop over het toetsenbord
gemaakt kan worden.
6 segm De Tracking curve bestaat uit maar
liefst 6 segmenten, waarmee een
complexe aanpassing van het
stereobeeld over het toetsenbord
gemaakt kan worden.
3 parameters, te kiezen met de Up/Down cursor
toetsen, bepalen de tracking.
Point Bepaalt een punt in de Tracking
curve.
Door de Dial te draaien kiest u een
punt in de Tracking curve (1, 2, of 1,
2, 3, 4, of 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7).
Key Bepaalt de toets voor het gekozen
punt in de curve. De begin- en eind-
punten (A#0, C8) kunnen niet ge-
wijzigd worden.
Level Bepaalt de relatieve verandering van
plaats van de klank. Positieve waar-
den verschuiven de klank naar
rechts, negatieve waarden naar
links. Bij de waarde 0 klinkt de klank
vanuit het midden.
Toewijsbare waarden: –63 … 0…+63
Voor details over het programmeren van de Pan
Envelope Tracking, zie ook het Volume Tracking
voorbeeld op pagina 16. 13.
Edit Sound - Pan Envelope Tracking van de Piano1 sound