Operation Manual

16•36 Referentie Handleiding
16•36 Referentie Handleiding
De Hoofdmenu opties
SAMPLE TRANSLATOR (F1)
Uitleg van de Sample Translator vindt u vanaf
pagina 40.
ALGORITHM (F2)
Met deze optie kunt u een Algoritme kiezen.
F2 aktiveert een venster dat het huidige Algo-
ritme weergeeft.
Draai de Dial om een Algoritme te kiezen en be-
vestig dit met ENTER of keer terug middels ES-
CAPE.
Beschikbare Algoritmes: Single, Dual 1, Dual 2,
Dual 3 en Dual 4.
LAYER UT. (F4)
De Layer Utility optie geeft de mogelijkeheid om
een nieuwe layer (‘klanklaag’) te creëren of te
importeren uit een andere klank, of om een layer
te wissen.
F4 aktiveert een venster dat de drie mogelijke
opties weergeeft. Kies een optie met de Up/down
cursortoetsen.
De Create optie creëert een tweede of derde
laag binnen de huidige klank.
De Import optie opent een tweede venster waarin
u de klank kunt kiezen waaruit u de layer impor-
teert, en het doel (layer 2 of 3) bepaalt.
De Delete optie wist de huidige layer.
Het is niet mogelijk om alle layers te wissen; er
moet altijd minstens een layer aanwezig zijn.
Kies de gewenste optie en druk vervolgens op
ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te
annuleren.
LAYER RNG (F5)
De Layer Range optie geeft de mogelijkheid om
aan elke layer een nootbereik en een dynamisch
bereik toe te kennen.
F5 aktiveert een venster dat de mogelijkheden
weergeeft. Kies een optie met de Up/down
cursortoetsen.
De Key Range geeft de laagste en hoogste toets
van de huidige Layer weer.
De Dynamic Range geeft aan binnen welke
toetsaanslaggrenzen de huidige layer klinkt.
Stel de parameters in en druk vervolgens op
ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te
annuleren.
De Hoofdmenu opties
SAMPLE TRANSLATOR (F1)
Uitleg van de Sample Translator vindt u vanaf
pagina 40.
ALGORITHM (F2)
Met deze optie kunt u een Algoritme kiezen.
F2 aktiveert een venster dat het huidige Algo-
ritme weergeeft.
Draai de Dial om een Algoritme te kiezen en be-
vestig dit met ENTER of keer terug middels ES-
CAPE.
Beschikbare Algoritmes: Single, Dual 1, Dual 2,
Dual 3 en Dual 4.
LAYER UT. (F4)
De Layer Utility optie geeft de mogelijkeheid om
een nieuwe layer (‘klanklaag’) te creëren of te
importeren uit een andere klank, of om een layer
te wissen.
F4 aktiveert een venster dat de drie mogelijke
opties weergeeft. Kies een optie met de Up/down
cursortoetsen.
De Create optie creëert een tweede of derde
laag binnen de huidige klank.
De Import optie opent een tweede venster waarin
u de klank kunt kiezen waaruit u de layer impor-
teert, en het doel (layer 2 of 3) bepaalt.
De Delete optie wist de huidige layer.
Het is niet mogelijk om alle layers te wissen; er
moet altijd minstens een layer aanwezig zijn.
Kies de gewenste optie en druk vervolgens op
ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te
annuleren.
LAYER RNG (F5)
De Layer Range optie geeft de mogelijkheid om
aan elke layer een nootbereik en een dynamisch
bereik toe te kennen.
F5 aktiveert een venster dat de mogelijkheden
weergeeft. Kies een optie met de Up/down
cursortoetsen.
De Key Range geeft de laagste en hoogste toets
van de huidige Layer weer.
De Dynamic Range geeft aan binnen welke
toetsaanslaggrenzen de huidige layer klinkt.
Stel de parameters in en druk vervolgens op
ENTER om te bevestigen of op ESCAPE om te
annuleren.