Operation Manual

2•30 Gebruikers Handleiding
2•30 Gebruikers Handleiding
DE STYLE BEDIENINGSFUNCTIES
De Styles worden bestuurd door de volgende 8
functies welke bepalen hoe de Styles spelen.
tie hierover verwijzen wij u naar het gedeelte “De
Akkoord herkennings modes” op pagina 2. 33.
TEMPO LOCK
Wanneer TEMPO LOCK uit staat verandert het
tempo wanneer u van Style of Performance ver-
andert. Wanneer deze functie aan staat veran-
dert het tempo niet..
MIXER LOCK
Een Performance bewaart ook de track volumes.
Wanneer u van Style of RT-Performance veran-
dert en MIXER LOCK staat uit, veranderen de track
volumes ook. Wanneer deze aan staat verande-
ren alle volumes van de keyboard tracks terwijl
begeleidings track volumes niet veranderen.
BASS TO LOWEST
Wanneer BASS TO LOWEST aan staat speelt
de baslijn van de automatische begeleiding rond
de laagstse noot van het gespeelde akkoord.
Wanneer u een andere omkering van hetzelfde
akkoord speelt verandert de laagste noot ook
waardoor er een andere bas noot wordt gespeeld.
Wanneer deze uit staat volgt de bas het origineel
geprogrammeerde patroon van de Style.
BASS TO LOWEST zorgt ervoor dat u de, nor-
maal vastgestelde bas patronen van een Style in
Performance kunt veranderen door verschillende
akkoord omkeringen te spelen.
HARMONY ON/OFF
Deze knop zet het gekozen Harmony type aan
(LED aan) of uit (LED uit) dat in de HARMONY
functie van de «Edit Track» in de Referentie
Handleiding is gekozen.
Harmony kan uw spel met Styles “orkestreren”,
waardoor een eenvoudige één-vinger melodie gaat
klinken alsof deze door een volledig orkest wordt
gespeeld. Harmony werkt alleen bij Styles. Songs
kunnen deze functie niet gebruiken. Voor meer
informatie over de beschikbare Harmony types,
zie «Edit Tracks» in de Referentie Handleiding.
ARRANGE
ON / OFF
ARRANGE
MEMOR
Y
LOWER
MEMOR
Y
ARRANGE
MODE
TEMPO
LOCK
MIXER
LOCK
BASS
TO
LOWEST
HARMONY
ON / OFF
ARRANGE ON/OFF
Wanneer deze knop aan staat zijn alle
begeleidings secties van de Style geaktiveerd.
Wanneer deze niet aan staat hoort u alleen de
Drum track wanneer de Style wordt gestart.
ARRANGE MEMORY
Wanneer deze knop aan staat blijft de begelei-
ding doorspelen wanneer u uw linkerhand van
het keyboard loslaat. Wanneer deze uit staat stopt
de begeleiding wanneer u uw linkerhand loslaat.
LOWER MEMORY
Wanneer deze aan staat blijven de noten door-
klinken van de tracks die aan de linkerhand zijn
toegewezen (Upper & Lower en Multi modes),
ook wanneer de linkerhand wordt losgelaten van
het klavier.
De Lower Memory is bruikbaar voor het door la-
ten klinken van de linkerhand klanken zonder
gebruik te maken van het sustain pedaal (die
meer van toepassing is op de klanken in de rech-
terhand).
In de Upper&Lower en Multi modes wordt de func-
tie gebruikt om de Drum part door te laten spe-
len, zelfs wanneer u uw handen loslaat van de
toetsen..
ARRANGE MODE
Geeft toegang tot de akkoord herkennings mo-
des voor de begeleidingen. Voor meer informa-
DE STYLE BEDIENINGSFUNCTIES
De Styles worden bestuurd door de volgende 8
functies welke bepalen hoe de Styles spelen.
tie hierover verwijzen wij u naar het gedeelte “De
Akkoord herkennings modes” op pagina 2. 33.
TEMPO LOCK
Wanneer TEMPO LOCK uit staat verandert het
tempo wanneer u van Style of Performance ver-
andert. Wanneer deze functie aan staat veran-
dert het tempo niet..
MIXER LOCK
Een Performance bewaart ook de track volumes.
Wanneer u van Style of RT-Performance veran-
dert en MIXER LOCK staat uit, veranderen de track
volumes ook. Wanneer deze aan staat verande-
ren alle volumes van de keyboard tracks terwijl
begeleidings track volumes niet veranderen.
BASS TO LOWEST
Wanneer BASS TO LOWEST aan staat speelt
de baslijn van de automatische begeleiding rond
de laagstse noot van het gespeelde akkoord.
Wanneer u een andere omkering van hetzelfde
akkoord speelt verandert de laagste noot ook
waardoor er een andere bas noot wordt gespeeld.
Wanneer deze uit staat volgt de bas het origineel
geprogrammeerde patroon van de Style.
BASS TO LOWEST zorgt ervoor dat u de, nor-
maal vastgestelde bas patronen van een Style in
Performance kunt veranderen door verschillende
akkoord omkeringen te spelen.
HARMONY ON/OFF
Deze knop zet het gekozen Harmony type aan
(LED aan) of uit (LED uit) dat in de HARMONY
functie van de «Edit Track» in de Referentie
Handleiding is gekozen.
Harmony kan uw spel met Styles “orkestreren”,
waardoor een eenvoudige één-vinger melodie gaat
klinken alsof deze door een volledig orkest wordt
gespeeld. Harmony werkt alleen bij Styles. Songs
kunnen deze functie niet gebruiken. Voor meer
informatie over de beschikbare Harmony types,
zie «Edit Tracks» in de Referentie Handleiding.
ARRANGE
ON / OFF
ARRANGE
MEMOR
Y
LOWER
MEMOR
Y
ARRANGE
MODE
TEMPO
LOCK
MIXER
LOCK
BASS
TO
LOWEST
HARMONY
ON / OFF
ARRANGE ON/OFF
Wanneer deze knop aan staat zijn alle
begeleidings secties van de Style geaktiveerd.
Wanneer deze niet aan staat hoort u alleen de
Drum track wanneer de Style wordt gestart.
ARRANGE MEMORY
Wanneer deze knop aan staat blijft de begelei-
ding doorspelen wanneer u uw linkerhand van
het keyboard loslaat. Wanneer deze uit staat stopt
de begeleiding wanneer u uw linkerhand loslaat.
LOWER MEMORY
Wanneer deze aan staat blijven de noten door-
klinken van de tracks die aan de linkerhand zijn
toegewezen (Upper & Lower en Multi modes),
ook wanneer de linkerhand wordt losgelaten van
het klavier.
De Lower Memory is bruikbaar voor het door la-
ten klinken van de linkerhand klanken zonder
gebruik te maken van het sustain pedaal (die
meer van toepassing is op de klanken in de rech-
terhand).
In de Upper&Lower en Multi modes wordt de func-
tie gebruikt om de Drum part door te laten spe-
len, zelfs wanneer u uw handen loslaat van de
toetsen..
ARRANGE MODE
Geeft toegang tot de akkoord herkennings mo-
des voor de begeleidingen. Voor meer informa-