Operation Manual

2•38 Gebruikers Handleiding
2•38 Gebruikers Handleiding
4
3. Kies de effect processor (Eff1 of Eff2) en Group
(A of B).
Wanneer de EFFECT TYPE functie niet wordt
afgebeeld drukt u op Functie toets F1 om de
juiste pagina te aktiveren.
Gebruik de / en / knoppen om de pro-
cessor (Eff1 - Reverbs of Eff2 - Modulations)
en het effect type te kiezen Het huidig geko-
zen effect type verschijnt donker omrand.
4. Draai aan de DIAL om een ander type effect te
kiezen voor elke processor (Eff1 en Eff2).
Met de DIAL kunt u alle beschikbare effecten
van de gekozen DSP kiezen. De Reverb DSP
heeft 24 effecten. De Modulatie DSP heeft
32 effecten.
5. Kies de Vol parameter met de knop en stel het
algemene Effect Volume levels in voor de
Performance.
Gebruik de Dial om gekozen Vol parameter
van waarde te veranderen. Herhaal deze
handeling eventueel voor de andere Vol pa-
rameters.
6. Kies de Effect 2 to Effect 1 parameter met de
cursor knop en draai aan de Dial om de hoe-
veelheid feedback van het Eff2 signaal naar
Eff1te bepalen.
De veranderingen die u hoort wanneer u deze
parameter verandert zijn afhankelijk van de
gekozen effect types in beide processors.
Herhaal stap 3, 4 en 5 voor de Group B pa-
rameters (begeleiding tracks) indien gewenst.
De gemaakte veranderingen worden onthou-
den tot u een nieuwe, of dezelfde,
Performance kiest of wanneer u het instru-
ment uit zet. Om de veranderingen op te
slaan in een Performance, gebruikt u STORE
PERFORMANCE, zie pagina 2.40.
5
6
3
3. Kies de effect processor (Eff1 of Eff2) en Group
(A of B).
Wanneer de EFFECT TYPE functie niet wordt
afgebeeld drukt u op Functie toets F1 om de
juiste pagina te aktiveren.
Gebruik de
/ en / knoppen om de pro-
cessor (Eff1 - Reverbs of Eff2 - Modulations)
en het effect type te kiezen Het huidig geko-
zen effect type verschijnt donker omrand.
4. Draai aan de DIAL om een ander type effect te
kiezen voor elke processor (Eff1 en Eff2).
Met de DIAL kunt u alle beschikbare effecten
van de gekozen DSP kiezen. De Reverb DSP
heeft 24 effecten. De Modulatie DSP heeft
32 effecten.
5. Kies de Vol parameter met de
knop en stel het
algemene Effect Volume levels in voor de
Performance.
Gebruik de Dial om gekozen Vol parameter
van waarde te veranderen. Herhaal deze
handeling eventueel voor de andere Vol pa-
rameters.
6. Kies de Effect 2 to Effect 1 parameter met de
cursor knop en draai aan de Dial om de hoe-
veelheid feedback van het Eff2 signaal naar
Eff1te bepalen.
De veranderingen die u hoort wanneer u deze
parameter verandert zijn afhankelijk van de
gekozen effect types in beide processors.
Herhaal stap 3, 4 en 5 voor de Group B pa-
rameters (begeleiding tracks) indien gewenst.
De gemaakte veranderingen worden onthou-
den tot u een nieuwe, of dezelfde,
Performance kiest of wanneer u het instru-
ment uit zet. Om de veranderingen op te
slaan in een Performance, gebruikt u STORE
PERFORMANCE, zie pagina 2.40.
4
5
6
3