Operation Manual

Fig. 11


1
3
4
5
6
9
9
8
7
12
13
14
10
11
10
NL
NL - 15
8.1 FUNCTIONERING
(Afb. 11-12)
8.1.a - Controles voor het gebruik
- Controleren of de afvoerpijp (1) van de
opvangbak op de juiste manier is vast-
gezet en of deze op de juiste manier is
afgesloten.
-
Controleer dat het verbindingsstuk (3) op de
zuigmond (4) niet verstopt geraakt is en dat
de slang op correcte wijze aangesloten is.
- Controleer dat de schoon water afvoer-
slang (5) op correcte wijze aan de spe-
ciale ondersteuningen aangesloten is en
dat het kraantje (6) open is.
- Controleer de staat van de batterijlading.
Druk op de knop (7) en controleer de led
indicator (8).
8.1.b - De machine voorbereiden en
programmakeuze
- Druk op de knop (7), de desbetreffende
led begint te branden.
- Haak de hendel (9) los en beweeg hem
omlaag. De schrobber (4) komt nu naar
beneden.
-
Trap het pedaal (10) in door hem uit het spe-
ciale haaksysteem los te haken en op te hef-
fen. De borstel (11) komt nu naar beneden.
Reinigingsprogramma:
-
De machine kan 4 reinigingsprogramma’s
uitvoeren.
Cyclus alleen drogen:
- Druk op de toets (12) om de cyclus alleen
drogen op te starten. De zuigmotor wordt
ingeschakeld.
Cyclus alleen schrobben:
- Druk de knop (13) in als u slechts een en-
kele borstelcyclus wenst uit te voeren. De
borstel begint nu te draaien.
Cyclus reinigen, schrobben:
-
Druk de knop (13) in om de rotatie van de
borstel op te starten. Draai vervolgens het
kraantje (14) open voor de afgifte van water.
Cyclus reinigen, schrobben, drogen:
- Druk de knop (12) in om de zuigmond op
te starten, druk vervolgens op de knop
(13) om de rotatie van de borstel op te
starten en draai het kraantje (14) open
voor de afgifte van water.
Afb. 11