Operation Manual

94
95
14.1 Uw inspectie- en onderhoudsschema
Werkzaamheden Interval
Fiets reinigen
Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw
fiets
na ieder gebruik op een modderige of smerige onder-
grond
uiterlijk elke 200 km
Bandenspanning van de verende voor-
vork afstellen
Zie par. 8.2.1.1, Bandenspanning instellen
elke 500 km of 3 maanden
na elke wijziging van het totaal gewicht met meer dan
10 kg
Reinigen en smeren van de ketting
Zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw
fiets, punt 6
na elke rit bij regen,
na elke douche met water
na elke langere tocht op een zandige ondergrond,
uiterlijk elke 200 km.
OPMERKING:
Markeer de voor u juiste positie van uw zadelpen met een plakbandje. Zo vindt u snel weer uw zitpositie.
14. Fiets onderhouden
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen
Gebrekkige verzorging en ontbrekend onderhoud kan de bedrijfszekerheid van uw fiets in gevaar brengen
en zo tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen leiden.
Verzorg uw fiets.
Houd het voorgeschreven onderhoudsschema aan.
14.2 Zo reinigt en verzorgt u uw fiets
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen
Corrosie – die ook roestvaste onderdelen betreft – kan veiligheidsrelevante onderdelen van uw fiets zo
ernstig beschadigen dat ze tijdens het rijden breken. Dit kan leiden tot ernstige valpartijen.
Corrosie ontstaat o.a. door zout, bijv. door zouthoudende lucht in kustgebieden of door strooizout in de
winter door corrosieve atmosfeer, bijv. op industrieterreinen of ook door zweet.
Bescherm uw fiets tegen ieder contact met corrosieve stoffen met behulp van sproeiwas of een verge-
lijkbaar conserveringsmiddel.
Reinig uw fiets na ieder contact met corrosieve stoffen en bescherm hem weer overeenkomstig de vol-
gende beschrijving.
Gebruik geen stoomstraler/hogedrukreiniger voor de natte reiniging. De harde waterstraal kan uw fiets
beschadigen.
OPMERKING:
Een goede verzorging verlengt de levensduur van uw fiets en van de onderdelen ervan.
Reinig en onderhoud uw fiets regelmatig
Gebruik voor de natte reiniging een zachte waterstraal of een emmer water en een spons.
Gebruik alleen schoon leiding- of gedemineraliseerd water. Gebruik nooit zout water (bijv. zeewater).
OPMERKING:
Bij vele reinigingsmiddelen en lichte verontreinigingen volstaat opsproeien en afspoelen na de voorgeschreven
inwerktijd.
Hardnekkig vuil kunt u na de inwerktijd bijv. met een radiatorborstel of een spons voor het afspoelen losmaken.
OPMERKING: