Operation Manual

48
49
7.6 Geveerde voorvork controleren
1. Knijp de voorwielrem in en houd hem ingeknepen.
2. Druk met uw lichaamsgewicht op het stuur zodat de geveerde voorvork inveert en ontlast het stuur
direct weer.
3. De vork moet gelijkmatig in- en uitveren.
4. Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.
5. Klem het voorwiel tussen uw benen vast en probeer de fiets aan het stuur op te tillen. De staande bui-
zen mogen niet uit de insteekbuizen of uit de vorkbrug loskomen.
6. Zie hiervoor ook de aanwijzingen in de aparte gebruiksaanwijzing voor uw geveerde voorvork.
7.7 Achterwielvering controlen
1. Ga op uw fiets zitten en veer de fiets terwijl u stilstaat in en uit d.m.v. krachtige- op- en neergaande
bewegingen.
2. De achterkant van de fiets moet gemakkelijk in- en uitveren.
3. Er mogen geen krakende of knarsende geluiden hoorbaar zijn.
4. Zie hiervoor ook de aanwijzingen in de aparte gebruiksaanwijzing voor uw veerelement.
7.8 Remmen controleren
GEVAAR Gevaar door ernstige valpartijen
Falende remmen leiden altijd tot gevaarlijke rijsituaties, valpartijen en ongevallen. Een slechte werking
van de remmen is levensgevaarlijk.
Controleer het remsysteem zeer zorgvuldig.
Blijf uw fiets in geval van gebreken in geen geval gebruiken en neem direct contact op met uw fietsspeci-
alist als u gebreken vaststelt.
OPMERKING:
Tijdens meerdaagse tochten kunnen remschijf, remblokjes en remvoeringen sterk slijten.
Plan meerdaagse tochten zo dat u onderweg eventueel noodzakelijke servicewerkzaamheden kunt laten
uitvoeren door fietsspecialisten.
Neem uit voorzorg remblokjes voor uw rem mee. Zo voorkomt u een onderbreking van de tocht mocht de
gespecialiseerde werkplaats uw type remblokjes niet op voorraad hebben.
7.8.1 Algemene werking controleren
Zo controleert u de werking van uw remsysteem
1. Knijp beide remhendels tot aan de aanslag in, terwijl u stilstaat. De kleinste afstand tussen remhendel
en stuurhandvat moet minstens 10 mm bedragen.
2. Probeer uw fiets zo met ingeknepen remmen vooruit te duwen. Beide wielen moeten geblokkeerd
blijven.
7.8.2 Hydraulische schijfrem controleren
WAARSCHUWING Gevaar door valpartijen en ongevallen
Olie en vet op de remschijven kunnen de remwerking verminderen en daardoor tot gevaarlijke rijsituaties,
valpartijen en ongevallen leiden.
Vervuilde remschijven moeten direct worden gereinigd, zie par. 14.2, Zo reinigt en verzorgt u uw fiets.
1. Voer een visuele controle van de schroefverbindingen van het complete remsysteem uit. Alle bouten
moeten vastzitten.
2. Trek het remzadel door middel van handkracht afwisselend in alle richtingen. Het remzadel mag niet
bewegen.