Operation Manual

114
Webconfigurator - Telefoon via PC configureren
Gigaset DE700 IP PRO / nl / A31008-M2211-R101-4-5419 / web_configurator.fm / 18.09.2012
PRO Version 3, 30.05.2012
Uitgaande-proxymodus
Geef aan wanneer de outbound-proxy moet worden gebruikt.
Als u in het veld Uitgaande-serveradres niets opgeeft, gedraagt de telefoon zich, onge-
acht de gekozen modus, altijd zoals bij Nooit.
Uitgaande-serveradres
Voer de DNS-naam of het IP-adres van de outbound-proxy van uw provider in. Bij veel pro-
viders is de outbound-proxy identiek aan de SIP proxy.
Uitgaande-proxypoort
Voer het nummer van de door de outbound-proxy gebruikte communicatiepoort in. Stan-
daardpoort: 5060.
Automatische DTMF-onderhandeling
De DTMF-signalering (Nederlands: TDK = toondrukkiezen) wordt bijvoorbeeld gebruikt
voor het opvragen en besturen van sommige voicemaildiensten via cijfercodes of voor het
bedienen op afstand van het lokale antwoordapparaat. U kunt aangeven of de instelling
automatisch moet worden ingesteld. Als u Nee selecteert, moet u de instelling voor de
DTMF-overdracht zelf instellen.
DTMF-instelling
Voor het versturen van DTMF-codes via VoIP moet u aangeven, hoe de toetscodes moeten
worden omgezet in DTMF-signalen en moeten worden verstuurd:
Vraag bij uw VoIP-provider na, welke vorm van DTMF-signalering hij ondersteunt.
¤
Klik op Volgende >.
Altijd Alle door de telefoon verzonden signalerings- en spraakgegevens worden
naar de outbound-proxy verzonden.
Automatisch De door het toestel verzonden gegevens worden alleen naar de outbound-
proxy verzonden als het toestel op een router met symmetrische NAT of
blokkerende firewall is aangesloten. Als de telefoon zich achter een asym-
metrische NAT bevindt, wordt de STUN-server gebruikt. Als u STUN inge-
schakeld = Nee heeft ingesteld of geen STUN-server heeft ingevoerd, wordt
altijd de outbound-proxy gebruikt.
Nooit De outbound-proxy wordt niet gebruikt.
Audio Als hoorbare informatie via het spraakkanaal, d.w.z. het is niet bekend welke
toets wordt ingedrukt.
RFC 2833 Als waarde (= ingedrukte toets) in een RTP-pakket.
SIP-info Als zogenoemde “SIP-Info”-melding.
De waarde (= ingedrukte toets) wordt als SIP-datapakket verstuurd.