Operation Manual

140
Gigaset C530IP / NL nl / A31008-M2506-M101-1-5419 / appendix.fm / 3/6/14
Template Borneo, Version 1, 21.06.2012
Klantenservice
Informatie over het gebruik van Gigaset VoIP-toestellen achter
routers met Network Address Translation (NAT)
Bij het gebruik van een Gigaset VoIP-toestel achter een router met NAT zijn in de regel geen wij-
zigingen aan de configuratie van het toestel of de ro
uter nodig. De configuratie-instellingen die
in deze paragraaf worden beschreven, hoeft u alleen in te voeren als een van de volgende pro-
blemen optreedt.
Kenmerkende problemen die door NAT worden veroorzaakt
u Inkomende oproepen via VoIP zijn niet mogelijk. Oproepen aan uw VoIP-telefoonnummers
worden niet doorgeleid.
u Uitgaande oproepen via VoIP worden niet tot stand gebracht.
u Er wordt weliswaar een verbinding met uw gespr
e
kspartner tot stand gebracht, maar u kunt
hem niet horen en/of hij kan u niet horen.
Mogelijke oplossing
1 Wijzig de poortnummers van de communicatiepoorten (SIP- en RTP-poorten) van uw toestel
(
£1. Poortnummers voor SIP en RTP op het VoIP-toestel wijzigen“).
2 In sommige gevallen dient daarnaast voor de comm
unicatiepoort van de telefoon nog een
port forwarding (ook wel poortvrijgave of poortdoorschakeling genoemd) op de router te
worden ingesteld (
£2. Port forwarding instellen op de router“).
Een firmware-update of een VoIP-profile-download wordt niet uitgevoerd.
1. Als in het display de melding Mo
menteelniet mogelijk staat, zijn de VoIP-lijnen mogelijk bezet of wordt
er al een download/update uitgevoerd.
¥ Herhaal deze procedure op een later tijdstip.
2. Als in het display de melding Best
and niet leesbaar staat, is het firmware-bestand mogelijk ongeldig.
¥ Gebruik uitsluitend firmware die op de standaard ingestelde Gigaset-configuratieserver ter beschik-
king wordt aangeboden.
3. Als in het display de melding S
er
ver niet bereikbaarverschijnt, kan de download-server niet worden
bereikt.
¥ De server is momenteel niet bereikbaar. Herhaal deze procedure op een later tijdstip.
¥ U heeft het standaard serveradres gewijzigd. Corrigeer het adres. Eventueel de standaardinstellingen
van het basisstation herstellen.
4. Als in het display Ov
erdrachtfout XXX wordt weergegeven, is bij de overdracht van het bestand mogelijk
een fout opgetreden. Voor XXX wordt een HTTP-foutcode weergegeven.
¥ Herhaal de procedure. Neem contact op met de servicedienst als de fout zich opnieuw voordoet.
5. Als in het display de melding Co
ntroleer de IP-instellingen staat, heeft uw toestel wellicht geen verbin-
ding met het internet.
¥ Controleer de kabelverbindingen tussen basisstation en router en tussen router en internet.
¥ Controleer of het toestel met het LAN verbonden is, d.w.z. of het bereikbaar is onder zijn IP-adres.
U kunt met de webbrowser van uw PC geen verbinding t
ot stand brengen met het toestel.
¥ Controleer het lokale IP-adres van de telefoon dat bij het tot stand brengen van de verbinding wordt
ingevoerd. Het huidige IP-adres van het toestel kunt u op de handset opvragen (
¢ pagina 55).
¥ De verbindingen tussen PC en basisstation controleren. Stuur bijvoorbeeld via de PC een ping-com-
mando naar het basisstation (ping<lokaal IP-adres van basisstation >).
¥ U heeft geprobeerd het toestel via Secure http (https://...) te bereiken. Probeer het opnieuw met http://... .