Operation Manual
Met het apparaat kunnen de volgende objecten (materialen)
worden opgespoord:
hout/balken (STUD), maximale peildiepte 19 mm
metaal (METAL), maximale peildiepte 24 mm
elektrische leidingen (AC), maximale peildiepte 35 mm
diepte (DEEP), maximale peildiepte 38 mm
Het apparaat op het object kalibreren
Apparaat inschakelen (zie „Het apparaat aan- en
uitschakelen“).
Schuif de functieschakelaar (7) in positie II. De lichtindicator
SENS (16) brandt en het display toont een van de
mogelijke modi: STUD (hout/balken), METAL, AC of DEEP.
Om van modus te wisselen, drukt u de toets MODUS (5)
herhaald in.
Houd het apparaat met de achterkant tegen het
oppervlak, waarin u het gezochte object zoekt. Kies
een gedeelte uit, waarin het object niet vermoed wordt
en beweeg het apparaat tijdens de kalibratie niet.
Druk op de kalibratietoets (14) en houd de toets ingedrukt.
Na ca. 2 seconden klinken drie korte pieptonen. De kalibratie
is afgesloten en de zoekprocedure kan beginnen.
TIP: Als u te dicht bij het object kalibreert, geeft het
apparaat een fout aan (Error of een lange pieptoon).
De kalibratietoets moet tijdens de hele zoekprocedure
ingedrukt gehouden worden en het apparaat moet tegen
het oppervlak liggen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16