Operation Manual

13 14
BEDIENING / MONTAGEAANWIJZINGEN
AANWIJZING: Voor de vaste montage van het apparaat
is het noodzakelijk dat men geoefend is in de omgang
met gereedschap. Neem eventueel contact op met een
electriciën / installateur, als u niet over het gereedschap
beschikt of geen ervaring hebt in het werken met
gereedschap!
Montage van de ontvanger
Voor de montage op pleisterlagen of metselwerk:
1. Met een slagboormachine (ø 5 mm) 30 mm diep
boren;
2. Een plug (S5) in het boorgat zetten;
3. Er een passende schroef (kopdiameter niet groter
dan 7 mm) zo ver indraaien, tot de kop er ongeveer
5 mm uitsteekt.
4. De ontvanger ophangen.
Voor de montage op hout of dergelijke:
1. Met een boor van ø 2 mm, ca. 5 mm diep aanboren.
2. Er een passende schroef (kopdiameter niet groter
dan 7 mm) zo ver indraaien, tot de kop er ongeveer
5 mm uitsteekt.
3. De ontvanger ophangen.
Vaste installatie
LET OP: Overtuigt u zich ervan, dat er bij de vaste
installatie van de ontvanger in het huis, op de plaats
waar u deze installeert geen elektriciteitskabels,
gas- of waterleidingen onder de pleisterlaag lopen.
Bij het boren van de gaten bestaat de kans op een elek-
trische schok of een beschadiging van de leidingen.
Voordat u de zender en ontvanger vast monteert, moet
u beslist controleren, of de ontvanger op zijn toekom-
stige positie het signaal van de zender kan ontvangen.
Hierbij moet ook de zender zich op zijn toekomstige
positie bevinden.
Let daarbij op het volgende:
• hetoverdrachtsbereik(1monderoptimaleomstan-
digheden);
• dat het overdrachtsbereik door de aanwezigheid
van muren, stroomleidingen of dergelijke kan wor-
den beïnvloed.
• udezenietopmetalenvoorwerpen,zoalsmetalen
kasten of metalen deuren monteert. Deze kunnen
het signaal afschermen.
• sterke radiogolven kunnen de signaaloverdracht
eveneens storen.
BEDIENING / MONTAGEAANWIJZINGEN