Operation Manual

5
INSTALLATIE DEURPANEEL
INSTALLATIE DEURPANEEL
laatsen van de inbouwdoos
P
Voer de bekabeling door het gat van de bodem van de inbouw-
doos naar binnen. Plaats de inbouwdoos nauwkeurig
recht en zet deze vervolgens vast. Na plaatsing kunnen
de beschermlabels van de bevestigingsgaten voor het
paneel verwijderd worden.
ositioneren inbouwdoos
P
1650
1850
1450
De bovenkant van het paneel wordt op een hoogte van1,65m. geplaatst. De uitsparing van de
voor de inbouwdozen is afhankelijk van het aantal paneelmodules
Het deurpaneel is ontworpen om onder de meest voorkomende weersomstandigheden te functioneren.
Desondanks is het aan te raden extra maatregelen te treffen tegen regeninslag.
1
CE610
125
140
56
Modules
Modele
B
H
D
2
CE620
125
257
56
3
CE630
125 mm.
374 mm.
56 mm.
oorbereiden van de kabelinvoer.
V
Sla rustig met een hamer de flens uit de bodem van de bak
Bij meerdere inbouwdozen breekt men ook de zijflenzen eruit.
Koppel daarna de inbouwdozen d.m.v. de UC klippen
4
amenvoegen van de paneelmodules.
S
Breng het sluitstuk met ‘DOWN’ gemarkeerd in de onderste module en zet het vast door
de schroeven van de module aan te draaien.
Plaats vervolgens het tussenblad tussen de onderste en de volgende module. Zodanig
dat het tussenblad netjes binnen het paneel valt. Zet deze ook weer vast door de
schroeven van de volgende module aan te draaien. Maximaal kunnen er drie modules
verticaal boven op elkaar geplaatst worden.
Breng het sluitstuk met ‘UP’ gemarkeerd in de bovenste module aan en zet deze ook weer
vast met de bijgeleverde schroeven.