Operating Instructions and Installation Instructions

SENSORTOETSEN VOOR DE INSTELLING
243920
A Apparaat aan/uit
B Vergrendeling van de werking
(kinderbeveiliging)
C Oven aan/uit
D Klok
E Kookwekker
F Instelling van het einde van de werking van
de oven
G Instelling van de werkingsduur van de oven
H Instelling van de waarde
I Temperatuur
J Geheugenplaatsen
K Keuze van het verwarmingssysteem
K1 Bakniveau
L Keuze van het voedsel
1 kip
2 pizza
3 koteletten, vis
4 ribstuk
5 koekjes
6 gisttulband
7 brood
8 rijzen van gistdeeg
9 ontdooien
10 verwarmen van het serviesgoed
M Snel opwarmen van de oven
N Warmhouden
O Aqua Clean (natte reiniging)
P Ovenlampje
Alle commando’s en keuzemogelijkeden van de
oven worden verricht door het aantippen van de
sensortoetsen (hierna de toetsen genoemd). Om
de sensortoetsen goed te laten reageren moet u ze
aantippen met een groter oppervlak van de vinger.
Vocht op het glas van het bedieningspaneel kan de
gevoeligheid van de sensortoetsen verminderen.
6
Bedieningspaneel 1
Bedieningspaneel 2