Operation Manual

- 19 -
•Bevestigingaandemuur:
Maak een gat A volgens de aangegeven maten (Fig.2). Bevestig
het toestel aan de muur en lijn het in horizontale positie uit met
de wandmeubels. Na de instelling bevestigt u de kap definitief
met de 2 schroeven A (Afb.5). Voor de verschillende montages
maakt u gebruik van geschikte schroeven en expansiepluggen
afhankelijk van het type muur (bv. gewapend beton, gipsplaat,
enz.). Mochten de schroeven en de pluggen bij het product
geleverd zijn, dan dient u te controleren of ze geschikt zijn voor
het type muur waaraan de kap bevestigd wordt.
•Bevestigingvandedecoratievetelescoopverbindingen:
Zorg ervoor dat de elektrische voeding zich in de ruimte be-
vindt die door de decoratieve verbinding in beslag genomen
wordt. Indien de afzuigversie of de versie met externe motor
geïnstalleerd moet worden, dan maakt u een gat voor de
luchtafvoer. Installeer de steunbeugel van het bovenste deel
van de decoratieve schoorsteen en bevestig die aan de muur
met behulp van de schroeven A (Fig.3) zodat die op één lijn
zit met uw kap, respecteer de afstand tot het plafond zoals
aangegeven in Fig.2. Sluit de flens C aan op de opening voor
luchtevacuatie met behulp van een luchtevacuatiebuis (Fig.5).
Zet het bovenste deel van de decoratieve schoorsteen op het
onderste deel van de decoratieve schoorsteen en laat ze op
het chassis steunen. Plaats het bovenste verbindingsstuk in
het onderste En plaats het op de behuizing. Trek het bovenste
verbindingsstuk naar buiten tot aan de beugel en zet het
vast met de schroeven B (Afb.6). Om de afzuigversie in de
filterversie te veranderen dient u uw verkoper om de actieve
koolstoffilters te vragen en de montageinstructies te volgen.
•Filterversie:
Installeer de kap en de twee verbindingsstukken zoals
beschreven wordt in de paragraaf over de montage van de
afzuigversie van de kap. Sluit de luchtkeerklep M aan op de
beugel en bevestig met de schroeven I zoals aangegeven in
Fig.4. De actieve koolstoffilters moeten op de aanzuiggroep
worden aangebracht die vanbinnen in de kap zit, centreer
ze erop en draai ze 90 graden tot de stop uitspringt (Fig.8).
GEBRUIK EN ONDERHOUD
We raden aan het apparaat aan te zetten voordat u met de
bereiding begint van elke willekeurige maaltijd. We raden u
aan het apparaat 15 minuten aan te laten nadat het eten bereid
is, voor een optimale luchtverversing. De goede werking van
de afzuigkap hangt af van een regelmatig en correct onder-
houd; in het bijzonder moet men aandacht besteden aan het
vetfilter en aan het filter met actieve koolstof.
•Devetfilter heeft als doel de vetdeeltjes die in de lucht han-
gen tegen te houden, bijgevolg is deze filter onderhevig aan
verstoppen na een bepaalde tijd, afhankelijk van het gebruik
van het apparaat.
- Om brandgevaar te voorkomen, moeten de vetfilters hoog-
stens iedere 2 maanden met de hand gewassen worden met
neutrale vloeibare reinigingsmiddelen die niet schuren ofwel
in de vaatwasser op lage temperatuur met korte cycli.
- Na enkele wasbeurten kunnen er kleurveranderingen optre-
den. Dit feit geeft u geen recht op een klacht voor eventuele
vervanging.
•Deactievekoolstoffilters dienen om de lucht te zuiveren
die in het milieu wordt uitgestoten, en heeft als functie de on-
aangename geuren die bij het koken vrijkomen op te vangen.
- De actieve koolstoffilters die niet regenereerbaar zijn, moeten
hoogstens iedere 4 maanden worden vervangen. De verza-
diging van de actieve koolstof hangt af van een min of meer
langdurig gebruik van het apparaat, van het type keuken en
van de regelmaat waarmee de schoonmaak van de vetfilter
wordt uitgevoerd.
•Hetisbelangrijkdatdevetfiltersenderegenereerbare
actieve koolstoffilters goed droog zijn vooraleer ze op-
nieuw te monteren.
•Reinigregelmatigdebinnen-enbuitenzijdevande
kap middels een vochtig doek , gedrenkt in water en een
vloeibare, neutrale, niet schurende detergent.
De verlichtingsinstallatie is ontworpen voor het gebruik
tijdens het koken en niet voor langdurig gebruik als algemene
verlichting van het vertrek. Langdurig gebruik van de verlich-
ting vermindert gevoelig de gemiddelde levensduur van de
lampen.
•Attentie: het niet naleven van de waarschuwingen voor
schoonmaak van de kap en de vervanging en schoonmaak
van de filters brengt brandgevaar met zich mee. Het is daarom
aangeraden om zich te houden aan de voorgestelde instruc-
ties.
•Vervangingvandehalogeenlampen(Afb.13):
Om de halogeenlampen B te vervangen moet men het
glaasje C verwijderen door een voorwerp als hefboom in de
daarvoor bestemde spleten te steken. Vervang met lampen
van hetzelfde type. Opgelet: raak de lampen niet met de
blote handen aan.
•VervangingvandeLED-lampen(Afb.14):
Als de versie van het apparaat met LED-lampen is, dan is voor
de vervanging daarvan de tussenkomst van een gespeciali-
seerd technicus nodig.
•Vervangingvandegloeilampen/halogeenlampen/fluo-
lampen(Afb.15):
Gebruik alleen lampen van hetzelfde type en vermogen op
het apparaat.
•Kontrollerslider(Afb.9)zijn de symbolen hieronder weer-
gegeven:
A = Schakelaar licht
A1 = Toets OFF
A2 = Toets ON
B = Toets Parel controlelampje
C = Controle snelheid
C1 = Toets OFF
C2 = Toets EERSTE SNELHEID
C3 = Toets TWEEDE SNELHEID
C4 = Toets DERDE SNELHEID.
•Kontrollermekaniske(Afb.10)zijn de symbolen hieronder
weergegeven:
A = Knop LICHT
B = Knop UIT
C = Knop EERSTE SNELHEID
D = Knop TWEEDW DERDE SNELHEID
E = Knop DERDE SNELHEID.
•Mechanischecommando’s(Afb.11)de gebruikte symbolen
zijn als volgt:
A = Toets LICHT/ON-OFF
B = Toets OFF/EERSTE SNELHEID
C = Toets TWEEDE SNELHEID
D = Toets DERDE SNELHEID.
Als de kap in eerste, tweede of derde snelheid wordt uitge-
schakeld, zal die op dezelfde werkingssnelheid herstarten zoals
ingesteld op het moment van de uitschakeling wanneer de
kap weer wordt ingeschakeld.