Operating Instructions and Installation Instructions

407583
• De kookplaat heeft elektronische sensors, die worden
geactiveerd als u het gemarkeerde oppervlak minstens 1
seconde aantipt.
• Elke activering van de sensortoetsen wordt bevestigd door
een akoestisch signaal.
• Plaats geen voorwerpen op het sensoroppervlak (dit kan een
storingsmelding tot gevolg hebben).
• Houd het sensoroppervlak altijd schoon.
• Tip de aan/uit toets (A) minstens 1 seconde aan. De kookplaat
wordt geactiveerd en bij alle vermogensindicatoren (E)
verschijnt een »0« en knippert de decimale punt (H).
De volgende instelling moet binnen 10 seconden
worden voorgenomen, anders schakelt de kookplaat
weer uit.
• Als u de kookplaat heeft ingeschakeld met de aan/uit toets (A)
kunt u binnen 10 seconden de gewenste kookzone kiezen.
De kookzone kiest u met toets (D), naast de indicatie voor het
kookvermogen verschijnt een decimale punt.
• Met het aanraken van de schuifbalk stelt u het vermogen in
van 1-9. Bij eerste aanraking stelt de waarde zich in gelang
de plaats van aanraking. Naast de schuifbalk verschijnen
controlelampjes, overeenkomstig de ingestelde waarde.
Wijziging van de instelling van de vermogensstand van de
kookzones
• Kies de kookzone door de toets (D) aan de tippen. Op de
indicator van de gekozen kookzone (E) licht de decimale punt
(H) op.
• Door de schuifbalk aan te raken verandert u het
kookvermogen.
Warmhoudfunctie van de kookzones
• De warmhoudzone is bestemd om er pannen op weg te zetten
met gerechten die al gekookt zijn, zodat ze warm blijven.
• De opwarmfunctie van de gekozen kookzone stelt u in door
met een druk op het begindeel van de schuifbalk de
instelling te kiezen, die zich bevindt tussen de stand 0 en de
waarde 1.
Inschakelen van de
kookplaat
CB A
Inschakelen van de
kookzones
J
I
GDH D G
D
ED
LKKEE
F
9
Bediening van de kookplaat