NL GEDETAILLEERDE AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE WASMACHINE www.gorenje.com www.gorenje.
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u in ons gesteld hebt met de aankoop van deze wasmachine. Uw nieuwe wasmachine voldoet aan de hedendaagse eisen voor de behandeling van wasgoed. Uw wasgoed wordt stralend wit, zelfs bij lage temperaturen, dankzij onze speciale wasprogramma's zoals Ultrawit. De SensoCare-technologie maakt eenvoudige bediening van de wasmachine mogelijk. Uw wasmachine is uiterst zuinig voor wat betreft het verbruik van energie, water en wasmiddel.
INHOUDSOPGAVE 4 VEILIGHEIDS-VOORSCHRIFTEN INLEIDING 8 WASMACHINE 9 Technische informatie 10 Voorpaneel 12 12 13 13 15 16 16 17 18 19 19 INSTALLEREN EN AANSLUITEN Transportbeveiliging verwijderen Ruimte kiezen Installatie Aansluiting voor watertoevoer Aqua-stop Totale aqua-stop Aansluiting voor waterafvoer Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet Verplaatsen en transport Aansluitend transport APPARAAT VOORBEREIDEN VOOR INGEBRUIKNEMING 20 VOORAFGAAND AAN GEBRUIK 21 21 22 24 27 29 31 31 STAPPEN IN
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig en zorg dat u deze begrijpt voordat u de wasmachine in gebruik neemt. Verwijder de transportbeveiliging voordat u het apparaat gaat gebruiken. Een poging de geblokkeerde machine te gebruiken, kan leiden tot onherstelbare schade die niet wordt gedekt door de fabrieksgarantie! Wanneer u de wasmachine aansluit op de watertoevoer, gebruik dan de meegeleverde slang voor watertoevoer en afdichtingen.
Wanneer u de machine na gebruik wilt vervoeren, dient u de trommel vast te zetten door ten minste één transportstang te plaatsen. Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet voordat u de stang aanbrengt! Typeplaatje met basisinformatie bevindt zich boven de deuropening van de machine. Laat alle reparaties en ingrepen aan de wasmachine uitvoeren door een deskundige vakman. Onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen ongelukken of een ernstig defect veroorzaken.
KINDEREN, JONGER DAN 3 JAAR MOGEN NIET IN DE BUURT VAN HET APPARAAT KOMEN, BEHALVE ONDER TOEZICHT. HET APPARAAT IS VERVAARDIGD IN OVEREENSTEMMING MET ALLE GELDENDE VEILIGHEIDSNORMEN. DIT APPARAAT KAN WORDEN GEBRUIKT DOOR KINDEREN VAN 8 JAAR EN OUDER, MENSEN MET EEN FYSIEKE, ZINTUIGLIJKE OF GEESTELIJKE HANDICAP OF MENSEN DIE WEINIG ERVARING MET EN KENNIS VAN HET APPARAAT HEBBEN.
VOORDAT U DE WASMACHINE AANSLUIT Lees de aanwijzingen zorgvuldig door voordat u de wasmachine aansluit. Reparaties of aanspraken op garantie die het gevolg zijn van een incorrecte aansluiting of onjuist gebruik van de wasmachine vallen niet onder de garantie. Bij de aansluiting van het apparaat op de waterleiding moet een nieuwe aansluitslang gebruikt worden; een oude aansluitslang mag niet nogmaals gebruikt worden.
WASMACHINE (BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE) VOORZIJDE 1 2 3 4 1 2 Voorpaneel Zeepbakje Deur Filter 3 4 ACHTERZIJDE 1 2 3 4 Slang voor watertoevoer Voedingssnoer Slang voor waterafvoer Verstelbare pootjes 2 3 1 4 4 4 406062 8 4
TECHNISCHE INFORMATIE (AFHANKELIJK VAN HET MODEL) Het typeplaatje met basisinformatie over de wasmachine bevindt zich onder de deur van de wasmachine.
VOORPANEEL 2a 3a 2b 2c 1 2 1 AAN/UIT- en PROGRAMMAKEUZEKNOP van wasmachine 406062 10 2 a, b, c Toetsen voor WASSTIJL (SensoCare) 2a ECOcare ECO-behandeling 2b ALLERGYcare ALLERGIE-behandeling 2c TIMEcare TIJD-behandeling 3 3 Toets TEMPERATUUR 3a CONTROLELAMPJES voor het aangeven van de WASTEMPERATUUR/ bij een KOUDE WAS
5b 6a h 4a 6b 5a 6c 4 7 5 START|PAUSE 4 Toets TOERENTAL CENTRIFUGEREN / / AFPOMPEN AFPOMPEN STOPPEN 4a CONTROLELAMPJES voor het aangeven van TOERENTAL CENTRIFUGEREN/ AFPOMPEN/AFPOMPEN STOPPEN 5 6 a, b, c Toetsen voor AANVULLENDE FUNCTIES 6a Voorwas 6b Extra water 6c SterilTub 7 Toets START/PAUZE Gebruik deze toets om het programma te starten of te stoppen. Wanneer de wasmachine ingeschakeld wordt, gaat het controlelampje op de toets knipperen.
INSTALLEREN EN AANSLUITEN TRANSPORTBEVEILIGING VERWIJDEREN 1 Verplaats de slangen. Maak de schroeven aan de achterzijde van de machine los. 2 Verwijder de beugels. 3 Verschuif de beu-gels in de groef op de transportstang beweeg de beugel aan de rechterkant de andere kant op. 4 Sluit de openingen af met de meegeleverde plastic dopjes. Gebruik de beugels om de transportstangen 90° te draaien en vervolgens eruit te trekken. Pas op dat u zich niet verwondt.
RUIMTE KIEZEN Plaats het apparaat op een vloer met betonnen ondergrond. Het oppervlak moet schoon en droog zijn om te voorkomen dat het apparaat verschuift. De verstelbare pootjes moeten ook gereinigd worden alvorens het apparaat te installeren. INSTALLATIE Gebruik een waterpas en sleutels maat 32 (voor de pootjes) en 17 (voor de moer). 1 Zet het apparaat horizontaal door de verstelbare pootjes te draaien. De pootjes kunnen +/- 1 cm worden bijgesteld.
Wanneer u een wasdroger hebt met dezelfde afmetingen, kunt u deze naast de wasmachine plaatsen of eventueel bovenop de wasmachine met behulp van de vacuümpootjes. 4X Voordat u het apparaat aansluit, laat u deze op kamertemperatuur komen (ten minste twee uur wachten).
AANSLUITING VOOR WATERTOEVOER Plaats de afdichting met zeefje in de moer van de rechte toevoerslang en schroef de moer aan de kraan (bij sommige modellen is de afdichting met zeefje al aangebracht en is het niet nodig nog iets in de moer van de toevoerslang te plaatsen). A A AQUASTOP B B TOTALE AQUASTOP C STANDAARDBEVESTIGING C Voor een correcte werking van het apparaat moet de waterdruk op de toevoer tussen 0,05 en 0,8 MPa zijn.
AQUA-STOP (ALLEEN BIJ BEPAALDE MODELLEN) Bij beschadiging van de binnenslang wordt lekkage voorkomen door een automatisch afsluitsysteem dat de watertoevoer afsluit. In een dergelijk geval wordt de display (A) rood. De invoerslang moet dan vervangen worden. A TOTALE AQUA-STOP (ALLEEN BIJ BEPAALDE MODELLEN) Bij beschadiging van de binnenslang wordt lekkage voorkomen door een automatisch afsluitsysteem dat de watertoevoer afsluit.
AANSLUITING VOOR WATERAFVOER Plaats de afvoerslang in een gootsteen, wasbak of badkuip, of sluit deze rechtstreeks aan op een speciale afvoer (diameter min. 4 cm). Het uiteinde van de afvoerslang moet op een hoogte tussen minimaal 60 cm en maximaal 100 cm vanaf de vloer liggen. Er zijn drie manieren om de slang te bevestigen (A, B, C). max 150 cm max 100 cm A A De afvoerslang wordt in een wasbak of badkuip geplaatst.
APPARAAT AANSLUITEN OP HET ELEKTRICITEITSNET 2h Na het plaatsen van de wasmachine moet deze ten minste twee uur stil blijven staan voordat u de machine aansluit op het elektriciteitsnet. Sluit de wasmachine aan op het elektriciteitsnet door het voedingssnoer aan te sluiten op een contactdoos. De wasmachine mag niet worden aangesloten met behulp van een verlengsnoer (risico van oververhitting en brand). Nominale spanning en andere informatie is te vinden op het typeplaatje onder de deuropening.
VERPLAATSEN EN TRANSPORT Na transport moet de wasmachine ten minste twee uur hebben stilgestaan voordat het voedingssnoer wordt aangesloten op het elektriciteitsnet. Het wordt aanbevolen de installatie en aansluiting te laten verrichten door een erkend vakman. Lees de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat aansluit. Reparaties of aanspraken op garantie die het gevolg zijn van een incorrecte aansluiting of onjuist gebruik van het apparaat vallen niet onder de garantie.
VOORAFGAAND AAN GEBRUIK Als de wasmachine nog niet op het elektriciteitsnet is aangesloten, opent u de deur door de grendel naar u toe te trekken. 1 2 Reinig de trommel voordat u het apparaat de eerste keer in gebruik neemt. Gebruik hiervoor een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel of voer het zelfreinigende programma uit.
STAPPEN IN WASPROCES (1 - 7) STAP 1: WASVOORSCHRIFTEN IN UW WASGOED BEKIJKEN Normaal wasprogramma Fijnwasprogramma Bleken Max. temp. wassen 95°C Max. temp. wassen 60°C Max. temp. wassen 40°C Max. temp.
STAP 2: WASPROCES VOORBEREIDEN 1. 2. 3. 406062 22 Sorteer het wasgoed naar soort weefsel, kleur, mate van vervuiling en toegestane temperatuur (zie programmatabel). Sluit knopen en ritssluitingen, strik eventuele linten en keer de zakken binnenstebuiten. Verwijder metalen gespen die schade kunnen veroorzaken aan het wasgoed of de wasmachine, of die de afvoer kunnen blokkeren. Doe zeer gevoelig wasgoed en kleinere stukken wasgoed in de daarvoor bestemde waszak.
WASMACHINE INSCHAKELEN Sluit de wasmachine aan op het elektriciteitsnet met behulp van het voedingssnoer en sluit de watertoevoer aan. Om de trommel te verlichten (alleen bij bepaalde modellen), draait u de programmakeuzeknop naar een willekeurige positie. 1 2 WASMACHINE VULLEN Open de deur van de wasmachine door de grendel naar u toe te trekken. Plaats het wasgoed in de trommel (controleer of de trommel leeg is). Sluit de deur van de wasmachine.
STAP 3: PROGRAMMA KIEZEN Om een programma te kiezen, draait u de programmakeuzeknop naar links of naar rechts (afhankelijk van hoe vuil de was is). Raadpleeg de programmatabel. 1 1 Tijdens het droogprogramma draait de keuzeknop niet automatisch mee. Wasprogramma's zijn complete programma's die alle stadia omvatten, inclusief wasverzachter gebruiken en centrifugeren.
PROGRAMMATABEL Programma: Katoen – 95 °C Max. belasting Soort wasgoed Mogelijke combinaties 9 kg/ 8 kg/ 7 kg/ 6 kg Niet-gevoelig katoen en linnen (handdoeken, ondergoed, T-shirts, badstof handdoeken en ondergoed, kousen, tafelkleden, vaatdoeken enzovoort).
Programma: Perfect zwart 30 °C Max. belasting Soort wasgoed Mogelijke combinaties 2,5 kg/ 2,5 kg/ 2,5 kg/ 2,5 kg Donkere was met gebruikmaking van speciaal wasmiddel voor zwart wasgoed; wordt voorzichtig rondgedraaid en heeft lager toerental bij centrifugeren.
STAP 4: INSTELLINGEN KIEZEN Elk programma is voorzien van een basisinstelling die naar wens kan worden gewijzigd. Om een instelling te wijzigen, drukt u op de desbetreffende toets (voordat u op de toets START/PAUZE drukt). Bij diverse programma's kunnen sommige instellingen niet geselecteerd worden; u krijgt dan een geluidssignaal en er gaat een lampje knipperen om u daarop te wijzen (zie programmatabel).
4 Centrifugeren Het toerental stapsgewijs wijzigen, van het toerental dat bij het programma vooraf ingesteld is tot “ ” (water afpompen zonder centrifugeren). De laatste instelling is “ ”(Afpompen stoppen) – het wasgoed blijft nat van de laatste spoelbeurt. Gebruik deze optie als u wilt voorkomen dat het wasgoed kreukt wanneer u weet dat u niet in staat bent om het wasgoed na afloop van het programma onmiddellijk uit de wasmachine te halen. Het controlelampje naast het gekozen toerental brandt.
STAP 5: AANVULLENDE FUNCTIES KIEZEN Om een functie te activeren/ deactiveren, drukt u op de desbetreffende toets (voordat u op de toets START/PAUZE drukt). 6a 6b Bij diverse programma's kunnen sommige functies niet geselecteerd worden; u krijgt dan een geluidssignaal en er gaat een lampje knipperen om u daarop te wijzen (zie programmatabel). 6c 6a Voorwas Voor het wassen van erg vervuild wasgoed, met hardnekkige vlekken.
GELUIDSSIGNAAL Kies het volume van het geluidssignaal door toets (6c) in te drukken en tegelijkertijd de programmakeuzeknop (1) rechtsom naar de uitgangspositie. Telkens als een toets ingedrukt wordt, wordt het volume gewijzigd (drie niveaus: druk op toets (6a) voor meer volume en (6c) voor minder volume). Bevestig de keuze door op toets (6b) te drukken. Het gekozen geluidsniveau wordt aangegeven op de display. De meest recente instelling wordt opgeslagen.
STAP 6: PROGRAMMA STARTEN Druk op de toets START/PAUZE (7). Op de display wordt de tijd die resteert tot het einde van het programma of de tijd tot de uitgestelde start (indien ingesteld) weergegeven. Bij de geselecteerde functies branden de controlelampjes. Nadat u op de toets START/PAUZE hebt gedrukt, kunt u het toerental voor centrifugeren aanpassen en het kinderslot activeren of deactiveren; andere instellingen kunnen echter niet gewijzigd worden.
REINIGING EN ONDERHOUD Koppel de wasmachine los van het elektriciteitsnet voordat u deze reinigt! Laat kinderen niet zonder toezicht het apparaat schoonmaken of onderhoudstaken uitvoeren! ZEEPBAKJE REINIGEN Reinig het zeepbakje wanneer dat nodig is. Haal het zeepbakje uit de behuizing door op de vergrendeling te drukken. 1 Maak het bakje schoon onder de kraan met behulp van een borstel en droog het af. Verwijder eventuele zeepresten van de bodem van de behuizing.
BEHUIZING VAN HET ZEEPBAKJE, ZEEFJE VAN DE TOEVOERSLANG EN RUBBER AFDICHTING VAN DE DEUR REINIGEN 1 Reinig het zeefje van de toevoerslang regelmatig onder de kraan. 2 Reinig de gehele behuizing van het zeepbakje met een borstel, vooral de spuitmonden aan de bovenkant van de behuizing. 3 406062 Neem de rubber afdichting van de deur af na elke wasbeurt. Daarmee verlengt u de nuttige levensduur van het apparaat.
FILTER REINIGEN Bij het reinigen van de filter kan wat water op de grond terechtkomen. Daarom wordt aanbevolen om een absorberende doek (bijvoorbeeld een dweil) op de vloer te leggen voordat u hiermee begint. 1 Open de dop van het filter met behulp van gereedschap (een platte schroevendraaier of een soortgelijk stuk gereedschap). 2 Voordat u de filter reinigt, laat u resterend water weglopen via de aftapslang. 3 Draai de filter langzaam linksom. Trek de filter eruit; er loopt nog wat restwater weg.
WASMACHINE REINIGEN Neem de buitenkant af met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. Koppel de wasmachine los van het elektriciteitsnet voordat u deze reinigt! 406062 Aanvullende apparatuur en accessoires voor onderhoud zijn te zien op onze website: www.gorenje.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN WIJZIGEN Handmatig stopzetten Een programma kan uitgeschakeld/ beëindigd worden door de programmakeuzeknop (1) op 'UIT'-stand. Als er nog water in de machine is, selecteert u het aanvullende programma (centrifugeren (+ ) toets (4)). FOUTEN Als er een fout optreedt, wordt het programma onderbroken. Knipperende controlelampjes en een geluidssignaal geven aan dat er een fout is opgetreden (zie paragraaf Probleemoplossing), en de fout wordt aangegeven op de display (E).
Het openen van de deur bij elektriciteitsuitval Bij modellen met een ingebouwde elektromagnetische deursluiting kan de deur alleen worden geopend door tegelijkertijd aan de deurhendel te trekken en aan een hefboompje, dat is aangebracht naast het filter. Het openen van de deur (Tijdelijke onderbreking/ Blijvende onderbreking wijziging van het programma) De deur van de wasmachine kan alleen worden geopend als het waterniveau in de machine laag genoeg is.
WAT TE DOEN...? Tijdens een wasbeurt worden bepaalde functies automatisch door de wasmachine geregeld. Als er onregelmatigheden optreden, wordt dat aangegeven met (Ex) op de display. De machine blijft de fout aangeven totdat deze uitgeschakeld is. Als er een fout in het verwarmingssysteem optreedt, wordt het wasprogramma voltooid maar zonder het water te verwarmen. Verschillende invloeden van buitenaf (zoals elektrische apparaten) kunnen aanleiding zijn voor de machine om een fout aan te geven.
TABEL VOOR PROBLEEMOPLOSSING Storing Mogelijke oorzaak Wat te doen...? De machine werkt niet – de display is niet verlicht. • De machine krijgt geen elektriciteit. Controleer of: • er spanning op de contactdoos staat, • de zekering in orde is, • de stekker goed in de contactdoos is geplaatst. Er lekt water uit de machine. • De filter is niet goed • Draai de filter stevig aan. aangedraaid.
Storing Mogelijke oorzaak Wat te doen...? Er blijven witte poederachtige resten achter op de was. • Dat is niet het gevolg van onvoldoende spoelen maar omdat fosfaathoudende wasmiddelen niet-oplosbare componenten (zeolieten) bevatten die het water zachter maken. Dergelijke stoffen kunnen op het wasgoed terechtkomen. • Spoel het wasgoed onmiddellijk weer uit. • Gebruik een vloeibaar wasmiddel dat geen zeolieten bevat. • Probeer de vlekken te verwijderen met een borstel.
Storing Mogelijke oorzaak E6 • Fout in de verwarming. De temperatuur van het • Het toegevoerde water is te programma wordt niet koud. bereikt. • Water handmatig toegevoegd. E7 Het water wordt slecht of helemaal niet afgepompt. • De waterafvoerslang is verstopt. Wat te doen...? • Schakel het apparaat uit en wacht enkele seconden. • Schakel het apparaat weer in en start het wasprogramma opnieuw. • Wanneer de fout blijft optreden, neemt u contact op met de technische dienst.
AANBEVELINGEN VOOR WASBEHANDELING EN EEN ZUINIG GEBRUIK VAN UW WASMACHINE Was nieuwe gekleurde kledingstukken de eerste keer apart. Was zwaar vervuild wasgoed met kleinere hoeveelheden tegelijk, met meer wasmiddel en met een voorwas. Behandel hardnekkige vlekken met een speciale vlekverwijderaar voordat u het kledingstuk wast. Aangeraden wordt de adviezen in 'Oma's advies voor het verwijderen van vlekken met natuurlijke middelen' te gebruiken.
Hardheidsschaal Mate van hardheid °dH (°N) m mol/l °fH(°F) p.p.m. 1 - zacht < 8,4 < 1,5 < 15 < 150 2 - medium 8,4 - 14 1,5 - 2,5 15 - 25 150 - 250 3 - hard > 14 > 2,5 > 25 > 250 Bij hard water gebruikt u de hoeveelheid wasmiddel die in het overzicht daarvoor is aangegeven en voegt u de aanbevolen hoeveelheid waterontharder toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
OMA'S ADVIES VOOR HET VERWIJDEREN VAN VLEKKEN MET NATUURLIJKE MIDDELEN Het is aan te raden om voor het verwijderen van minder hardnekkige vlekken eerst een natuurlijk middel dat minder belastend is voor het milieu te proberen, voordat u speciale vlekverwijderaars inzet.
Vlek verwijderen met Make-up een glasreiniger en een stukje keukenrol gebruiken Boter uitspoelen in heet zeepsop (als de stof ertegen kan) Vet tafelkleed – strooi er bakpoeder op, na een tijdje afborstelen wol – verwijderen met mineraalwater een mengsel van bakpoeder + water (of tandpasta) gebruiken, laten drogen, dan eraf schrapen zojuist opgelopen vlek - besprenkelen met aardappelmeel, dan afborstelen melk – eerst uitspoelen met koud water, dan met warm water Schroeiplekken bevochtig de verschroei
AFVALVERWERKING Onze apparaten worden verpakt in milieuvriendelijke materialen die kunnen worden gerecycled, weggegooid of vernietigd zonder gevaar op te leveren voor het milieu. Voor dit doel is het verpakkingsmateriaal voorzien van het juiste label. Het symbool op het product of de verpakking geeft aan dat het product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het product moet worden afgegeven bij een verzamelpunt voor het recyclen van elektrische en elektronische apparatuur.
STANDAARDVERBRUIK Waterverbruik [L] Energieverbruik [kWh] 0,95 / 0,82** (A-40%) ECO* 9 / 4,5** 60 1000-1600 59-44 (A-40%) ECO* 9 / 4,5** 40 1000-1600 59-44 160 / 150** 57 0,77 / 0,66** (A-40%) ECO* 8 / 4** 60 800-1600 62-44 181 / 166** 0,80 / 0,72** (A-40%) ECO* 8 / 4** 40 800-1600 62-44 160 / 150** 54 0,77 / 0,65** (A-40%) ECO* 7 / 3,5** 60 800-1600 62-44 181 / 161** 49 0,77 / 0,62** (A-40%) ECO* 7 / 3,5** 40 800-1600 62-44 160 / 150** 49 0,65 / 0,55** (A-30%) ECO*
Temp. [°C] Centrifu-geren [Toerental] Duur [min.] Waterverbruik [L] Energieverbruik [kWh] (A-30%) ECO* 7 / 3,5** 60 800-1400 62-53 181 / 160** 49 0,79 / 0,64** (A-30%) ECO* 7 / 3,5** 40 800-1400 62-53 160 / 148** 49 0,55 / 0,48** Katoen Restvocht [%] Max.