Operation Manual
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 13
Het instrument blijft tot het einde van een (automatische) meting
ingeschakeld en schakelt na afloop van de ingegeven uitschakel-
tijd (zie hfdst. 3.2) automatisch uit. De duur wordt weer met de in
de set-up ingestelde tijd verlengd, zodra een knop of de meetbe-
reikschakelaar (9) bediend wordt.
Tijdens de meting met oplopende foutstroom in installaties met
selectieve aardlekschakelaars, blijft het testinstrument ca.
75 sec., plus de ingegeven tijd, ingeschakeld.
Het instrument schakelt steeds automatisch uit.
5.3 Meetwaardeweergave en meetwaardeopslag
In het LCD Display (1) wordt aangegeven:
• meetwaarden met beknopte aanduiding en grootheid.
• de gekozen functie
• de nominale spanning
• de nominale frequentie
• foutmeldingen
Bij automatisch verlopende metingen worden de meetwaarden,
tot een volgende meting gestart wordt of tot het instrument auto-
matisch afschakelt, opgeslagen en als digitale waarden weerge-
geven. Als een meetbereik wordt overschreden, wordt aan de
meetwaarde het teken ">" (groter dan) toegevoegd. Op deze
manier wordt een overflow aangeduid.
5.4 Wandcontactdozen met randaarde
op een correcte aansluiting controleren
Het laatste dat gecontroleerd moet worden voordat met het tes-
ten van de veiligheidsvoorschriften kan worden begonnen, is de
correcte aansluiting van de geaarde wandcontactdoos.
Het instrument toont een niet correcte aansluiting als volgt aan:
Ontoelaatbare netspanning (< 60 V of > 253 V):
De LED NETZ/MAINS (6) knippert rood en de meting is
geblokkeerd.
Aardcontact niet aangesloten of het potentiaal van het contact
t.o.v. aarde ≥ 100 V bij f > 45 Hz: Bij het aanraken van de con-
tactvlakken (19) gaat de rode LED PE (5) branden.
De meting wordt door de oplichtende LED niet geblokkeerd.
De LED zal niet oplichten c.q. is buiten bedrijf als de meetbe-
reikschakelaar (9) bij ingeschakeld instrument in de positie
U
L-N
of Z
I
staat (zie LED functies, blz. 58).
Tip
In de schakelaarpositie U
L-N
en Z
I
kan bij uitgeschakeld
instrument de rode PE-LED oplichten als de contactvlak-
ken (19) worden aangeraakt en de met N aangegeven
aansluiting van de stekermoduul met de fase van de
wandcontactdoos is verbonden.
Nulleider N niet aangesloten:
de LED NETZ/MAINS (6) knippert groen
(zie LED functies, blz. 58).
Een van beide aardcontacten niet aangesloten:
Dit wordt in de functies FI, Z
I
, Z
Schl
en R
E
automatisch
getest. Bij een slechte overgangsweerstand van een van de
contacten wordt, afhankelijk van de polariteit van de steker:
– Slechts ongeveer de helft van de te verwachten netspanning
aangetoond.
– Een "STOP-teken" met de waarschuwing "aardingsweer-
stand te hoog of zekering defect" getoond.
Let op!
!
Het verwisselen van N en PE in een installatie zonder
aardlekschakelaar wordt niet herkend noch gesigna-
leerd. In een net met aardlekschakelaar schakelt deze bij
een Z
I
meting uit, als N en PE verwisseld zijn.