Operation Manual
40 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
11 Meten van de isolatieweerstand van bodem en wanden (isolatieweerstand Z
ST
)
Meetmethode
Het instrument meet de weerstand tussen een belaste metalen
plaat en de ondergrond. Als wisselspanningsbron wordt de net-
spanning gebruikt.
Aansluitschema
en meetopstelling
Bedek de vloer of wand op het meest ongunstige punt,
(bv. een voeg) met een vochtige doek van 270 x 270 mm.
Breng op deze vochtige doek een metalen plaat van
250x250x 2 mm, en daarop een isolerende houten plaat.
Belast deze bij vloeren met 750 N/75 kg (een persoon) en bij
wanden met 250 N/25 kg (door b.v. met de hand tegen de
wand te drukken).
Verbind de metalen plaat met de sonde aansluiting (20) van de
PROFiTEST
®
0100S-II.
Sluit het instrument met de teststeker op de wandcontactdoos
aan.
Let op!
!
Raak tijdens de meting nooit de metalen plaat, de voch-
tige doek of blanke delen van het meetsnoer aan. Op
deze delen bevindt zich netspanning! Er kan een stroom
tot max. 3,5 mA vloeien.
MENU
START
De meting dient op verschillende punten te worden uitgevoerd.
De gemeten waarde mag nergens kleiner dan 50 kΩ zijn. Indien
de weerstand groter is dan 1 MΩ, verschijnt in de LCD Display (1)
de waarde Z
ST
> 999 kΩ.
R
E