Gebruiksaanwijzing PROFITEST 204, 204HP, 204HV Testinstrument EN 60204 / DIN VDE 0113 3-348-781-05 4/9.08 Dit testinstrument mag, vanwege de toegepaste levensgevaarlijke hoge testspanningen, alleen door of onder toezicht van elektrotechnisch bevoegd en deskundig personeel worden bediend.
6 5 RS232 4 3 2 1 PRINTER 7 SETUP EN 60204 DIN VDE 0113 OK / FAILED 8 9 22 OFF MENU TEST RUN STORE START 23 PROFITEST 204 10 11 24 15 14 13 13 12 12 16 Aansluitzijde Basisinstrument PROFITEST 204 18 17 2 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
17 18 11 7 19 STORE 20 START RSL 21 START RISO Besturingseenheid Testpennen van PROFITEST 204 ! Let op! 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Funktieschakelaar Drukknop Drukknop Bus voor aansluiting printer Bus voor aansluiting RS232 interface LCD Display Signaallamp voor test goedgekeurd (groen) / afgekeurd (rood) Drukknop MENU Drukknop voor HELP en opslaan Drukknop START voor de gekozen meting Signaallamp RUN (geel) Drukknoppen (links en rechts) om de draagbeugel te o
8 7 4 5 Schakelaar – hoogspanningspistool 1 6 I 2 0 ! 3 Hoogspanningsmodule PROFITEST 204 HP/HV aansluitzijde 4 1 Steker voor voedingsspanning van de hoogspanningsmodule met smeltveiligheid 2 Sleutelschakelaar tegen onbevoegd inschakelen 3 Aansluiting voor externe signaallampen, zie hoofdst. 3.1.3, blz.
Opmerking leveringsomvang Indien U het testinstrument PROFITEST 204 en de hoogspanningsmodule PROFITEST 204HP/HV niet tegelijkertijd heeft gekocht (aparte leveringen): Vergelijk s.v.p. de softwareversie van de diskette, die samen met het testinstrument geleverd werd, met de softwareversie van de hoogspanningsmodule. Indien de softwareversie van de diskette van de hoogspanningsmodule aktueler is (hogere versie): Laad deze versie in het basisinstrument, zie hoofdst. 3.7.5, blz. 23.
Inhoud Inhoud 1 Gebruik .........................................................................................8 2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen ....................................9 Betekenis van symbolen ................................................................10 Symbolen op het instrument ..........................................................10 Symbolen in de gebruiksaanwijzing ................................................
Inhoud Inhoud 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 Formulieren laden, protokollen printen ...................................... 46 Uitprinten (PSI) / protokol afdrukken ............................................... 46 Protokolformulier kiezen ................................................................ 47 Protokolformulier(en) laden ........................................................... 48 Programma ter vervaardiging van protokol .....................................
1 Gebruik Met het meet- en testinstrument PROFITEST 204 kunt U snel en efficient elektrische en elektronische installaties en systemen van machines volgens DIN VDE 0113 / EN 60204-1 testen.
2 Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen De meet- en testinstrumenten PROFITEST 204, 204 HP en 204 HV zijn overeenkomstig de volgende veiligheidsvoorschriften geproduceerd en getest: IEC 1010-1 / DIN EN 61010-1 / VDE 0411-1, DIN VDE 0413 deel 1 en EN 60204 / DIN VDE 0113 Bij doelmatig gebruik is de veiligheid van de gebruiker, het instrument en het te testen objekt gewaarborgd. Lees voor ingebruikname de komplete gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Volg deze altijd punktueel.
2.1 Betekenis van symbolen 2.1.1 Symbolen op het instrument 2.1.3 Symbolen gebruikerinformatie PROFITEST 204 De symbolen op het instrument hebben volgende betekenis: Toegelaten keurmerken EU ! Waarschuwing voor een gevaar b.v. spanning aan testsonde > 25 V Keumerkteken door VDE instantie voor PROFITEST 204 en 204HP Timerfunktie.
Melding bestandsbeheer: Dataoverdracht succesvol uitgevoerd en beeindigd. Temperatuur in testinstrument te hoog (test beschermingsleiding) Instrument ca. 10 min. laten afkoelen. De interne temperatuurbewaking is defekt. Instrument ter reparatie retourzenden naar GMC-Instruments Nederland B.V. Na beeindiging van de spanningsmeting verschijnt nevenstaand symbool, zie hoofdst. 4.4, blz. 32. 2.1.
2.2 Speciale veiligheidsmaatregelen en aanwijzingen voor hoogspanningsmodule PROFITEST 204HP/HV Maatregelen tegen onbevoegd inschakelen Algemene veiligheidsmaatregelen • Sleutelschakelaar • Geintegreerde signaallampen geven de bedrijfstoestand van het testinstrument aan. • Galvanische scheiding tussen de testspanning en het voedende net. Hierdoor wordt voorkomen dat grote stromen van het schakelaar-hoogspanningspistool naar aarde kunnen vloeien.
! Let op! Volg de voorschriften volgens DIN VDE 0104 „Errichten und Betreiben elektrischer Prüfanlagen“ op. ! Let op! Voor gebruik van de veiligheidstestpennen dient de gebruiker zich te overtuigen van een veilige toestand van zowel testpennen als bijbehorende testkabels. Voor gebruik dienen alle bedrijfsmiddelen op zichtbare bechadigingen en defekten te controleren. Zie hoofdst. 11.2, blz. 58 t/m hoofdst. 11.4, blz.
3 Inbedrijfname 3.1 Inbedrijfname hoogspanningsmodule (optie) Verwijderen rubberstoppen ! 3.1.1 Montage hoogspanningsmodule aan basisinstrument Alvorens het instrument in bedrijf te nemen, moet de hoogspanningsmodule HP of HV aan het testapparaat PROFITEST 204 gemonteerd worden. Bij korrekte montage is is een correcte optische kommunikatie tussen beide instrumenten gewaarborgd, zie hoofdst. 3.7.4 "Uitvoeren zelftest" .
3.1.2 Sleutelschakelaar De sleutelschakelaar voorkomt het onbevoegd inschakelen van de hoogspanningsmodule. Bewaar de sleutel op een veilige, alleen voor daartoe bevoegd personeel toegankelijke, plaats. Verwijder steeds na beeindiging van de test de sleutel in positie „0“. 3.1.3 Signaleren van bedrijfstoestanden Signaallampen De in de hoogspanningsmodule geintegreerde signaallampen signaleren twee bedrijfstoestanden: GROEN: Testinstrument startklaar • Sleutelschakelaar in positie „I“ (ON).
3.2 Bevestigen instrumenten op de transportwagen (optie) Plaats het basisinstrument en de hoogspanningsmodule dusdanig op het platvorm (1) van de transportwagen, dat het deksel van het basisinstrument verder geopend kan worden. Fixeer de draaggreep van het basisinstrument (3) aan de vertikale beugels. Draai hiervoor de schroeven van de draaggrepen (9) m.b.v. een zeskantsleutel 4 mm los. Schuif de draaggrepen (3) op de greep en draai de schroeven (9) vast.
3.3 Aansluiten PROFITEST 204 op het 230 V net U L – N = 230 V L1 Sluit het testinstrument met de netsteker (16) op het 230 V voedingsnet aan. Indien geen wandkontaktdoos of alleen een draaistroomaansluiting aanwezig is, kan de aansluiting van fase, nul en aarde m.b.v. de koppelkontaktstop gerealiseerd worden. Deze heeft drie vaste aansluitsnoeren en is onderdeel van de als optie leverbare kabelset KS 13.
3.5 Gebruikerinformatie Het meten en testen met de PROFITEST 204 gaat eenvoudig en snel. De geintegreerde gebruiksaanwijzing informeert U in alle meetfunkties omtrent noodzakelijke stappen, bedieningsfouten, gemeten waarden, etc. Alle informatie en meetwaarden worden op het puntmatrix LCD-display als tekst weergegeven. Voor de meeste tests en metingen voldoet de geintegreerde gebruiksaanwijzing, echter de meegeleverde gebruiksaanwijzing moet ten alle tijden gelezen en opgevolgd worden. 3.
3.7 SETUP Verschillende basisinstellingen van het testinstrument kunnen onder SETUP ingesteld worden. 3.7.1 Instellen kontrast en LCD-verlichting Het kontrast kan hier verhoogd of verlaagd worden. Bovendien kan de verlichting in- of uitgeschakeld worden. SETUP SETUP Kiezen parameters MENU MENU Oproepen instellen parameters Alle in de menus „setup“ ingegeven instellingen en wijzigingen worden automatisch opgeslagen en blijven ook dan gehandhaafd, wanneer het testinstrument wordt uigeschakeld.
3.7.2 Instellen datum en tijd 3.7.3 Instellen beeper Hier kan de interne klok van het testinstrument ingesteld worden. De klok funktioneert ook wanneer het instrument is uitgeschakeld. Datum en tijd worden op het protokol aangegeven. Het formaat is DD.MM.JJJJ (dag, maand, jaar). Bij „METING” en „IN“ worden bij het gebruik van de hoogspanningsmodule verschillende signaaltonen gebruikt, die de bedrijfstoestand van de hoogspanningsmodule aangeven. Meting: Een pos. meting wordt door een lange, een neg.
3.7.4 Uitvoeren zelftest Hier worden display, lampen/led’s, relaisfunkties, alsmede de aanwezige opties automatisch getest en het resultaat op het display zichtbaar gemaakt. Aanwijzing Voor het uitvoeren van de zelftest dienen beide testspennen van een evt. aangesloten testobjekt alsmede van elkaar verwijderd te worden. Kontroleer of de testpennen geen spanning voeren.
LCD-test Tijdens de twee volgende testen worden, zich naast elkaar bevindende, horizontale of vertikale elementen van het LCD-display gescheiden weergegeven. Zijn een aantal matrixpunten niet zichtbaar, dan moet het instrument ter reparatie retour gezondden worden. START Doorgaan met test START Doorgaan met test Aanwijzing De LED´s moeten uit en aan gaan en de interne relais moeten hoorbaar schakelen, voordat deze op het display als OK aangegeven kunnen worden.
3.7.5 Taal instellen/software update Indien een andere dan de meegeleverde display taal gewenst is, bestaat de mogelijkheid deze met behulp van het PC-programma PROFI204 te wijzigen. Hierbij wordt een bestand met de gewenste taal via RS232 interface naar het testinstrument overgedragen. De bestaande display taal wordt hierbij overschreven. Onafhankelijk van de geladen taal kan een software update met behulp van hetzelfde programma uitgevoerd worden.
B Voorwaarde voor het overdragen van gegevens naar het testinstrument Breng een verbinding aan tussen PC en PROFITEST 204 Gebruik hiervoor kabel Z3241 Schakel beide apparaten in C Starten overdracht PC: Kies funktie LANGUAGE TRANSFER of SOFTWARE in menu UPDATE. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm. ! Let op! Reeds opgeslagen meetwaarden gaan bij Update verloren. U dient dus Uw meetwaarden van te voren m.b.v. de PC/PROFI204 op te slaan. PC: Met OK start U de overdracht.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 25
4 Testen van machines volgens EN 60204/DIN VDE 0113 Elk van de volgende testen wordt automatisch onder het betreffende object nummer gerangschikt. Wordt de betreffende test opgeslagen met knop,, STORE“, dan vindt dit plaats onder genoemd nummer. Het object nummer kan in het menu „Object kiezen” ingegeven worden, zie hoofdst. 5.1, blz. 40.
4.1.2 Test starten TEST START of Kiezen test MENU Aanwijzing Vanuit de testparameter pagina kan de test alleen via de knop START op het testinstrument geaktiveerd worden. Oproepen instellen parameters 4.1.1 Instellen testparameters De testduur kan aangepast worden. Testduur volgens EN 60204-1/DIN VDE 0113: 10 sek. De grenswaarde van de spanningsval kan, afhankelijk van de gekozen kabeldoorsnede, veranderd worden.
4.2 Test isolatieweerstand Volgens EN 60204/DIN VDE 0113 mag de isolatieweerstand, die met 500V DC tussen de fasen van alle stroomkringen en het beschermingsleidingsysteem gemeten wordt, niet kleiner zijn dan 1M . Voor deze test staan in de PROFITEST 204 vier nominale spanningsbereiken van 100 V, 250 V, 500 V en 1000 V ter beschikking. Deze kunnen, evenals de toegelaten grenswaarde van de isolatieweerstand, als testparameters ingesteld worden.
4.2.1 Instellen testparameters Een van vier nominale spanningen (testspanning) kan gekozen worden en zodoende aan de plaatselijke omstandigheden worden aangepast. De toegelaten grenswaarde van de isolatieweerstand kan eveneens veranderd worden. 4.2.2 Test starten START of MENU Kiezen parameters Aanwijzing Van de testparameter pagina kan de test alleen via de knop START op het testinstrument geaktiveerd worden.
4.3 Test lekstroom (kontrole spanningloosheid) Deze test is volgens DIN VDE 0701 deel 240 voor dataverwerkenden apparatuur en bureau machines verplicht en biedt de mogelijkheid apparaten, machines en installaties op spanningloosheid door lekstroommeting te testen. Gemeten worden de lekstroom en de spanningsval, die deze stroom aan een 2 k 0 weerstand (menselijk lichaam) produceert. Aanwijzing Treedt aan de testpennen een grotere spanning dan 20 V op, dan wordt de lekstroommeting uitgeschakeld.
STORE Kort drukken: Opslaan waarden Lang drukken: Opslaan waarden en aktiveren invoerveld. U kunt max. 15 tekens als testomschrijving in het invoer- resp. infoveld links onder ingeven. Voor invoer zie hoofdst. 5.1.1. of STORE Kort drukken: Opslaan waarden De signaallamp groen/rood gaat kortstondig ter bevestiging uit.
4.4 Restspanningsmeting (beveiliging tegen restspanningen) De norm EN 60204 verlangt, dat elk aanraakbaar metalen machineonderdeel, waarop tijdens het in bedrijf zijn een spanning > 60 V staat, na het afschakelen van de voedingsspanning, de restspanning binnen 5 sek. op een waarde van 60 V of lager gedaald moet zijn. Met de PROFITEST 204 vindt d.m.v. een spanningsmeting een test op spanningloosheid plaats, waarbij tevens de ontladingstijd gemeten wordt.
4.4.2 Test starten START TEST Kiezen test Aanwijzing De restspanningsmeting kan alleen via de knop START op het testinstrument geaktiveerd worden. MENU Oproepen submenu 4.4.1 Instellen testparameters De ontladingstijd, de tijd waarin de spanningswaarde tot de ongevaarlijke waarde van < 60 V moet dalen, kan aangegeven worden: 0 ... 9 sek. Het bereiken van deze grens wordt onder vermelding van „Restspanning < 60 V !“ op het display weergegeven.
4.5 Spanningstest (optie PROFITEST 204HV/HP) De elektrische uitrusting van een machine moet gedurende een periode van tenminste 1 s bestand zijn tegen een beproevingsspanning tussen de stroomgeleiders van alle stroomketens en de beschermingsleiding-keten. De waarde van de testspanning moet het tweevoudige van de normspanning van de uitrusting of 1000V, al naar gelang welke waarde de grootste is, bedragen.
d) Onderbreking net Let op hoogspanning! Raak tijdens de spanningstest de testpennen alsmede het de testen objekt niet aan! Op de testpennen van de hoogspanningsmodule staat een levensgevaarlijke hoogspanning van max. 5 kV. Druk het gemarkeerde schakelaar-hoogspanningspistool in tot aan de eerste aanslag. • Het LCD toont volgende waarden Up = gekozen waarde Ip = 00,0 mA resp. 0,00 mA volgend symbool verschijnt: Laat de trekker (schakelaar) weer los.
4.5.2 Instellen testparameters In de bedrijfstoestand „startklaar“ (de signaallampen „groen“ branden) kunnen volgende parameters ingesteld worden: Testduur: Tijd waarin de testspanning aanwezig is. Invoerbegrenzing: 1,00 ... 120 sek., het symbool voor continubedrijf >>>>>>> kunt U onder 1 sek. via de knop kiezen Testspanning: Waarde van de testspanning Invoerbegrenzing: HP: 250 V ... 2,00 kV HV: 650 V ... 5,00 kV IMAX: Max. stroom, die mag vloeien, voordat de hoogspanning uitgeschakeld wordt.
4.5.3 Testprocedure ! Let op! Voor het starten van de test dienen alle toegangswegen naar de gevarenzone gesloten te zijn en alle niet bevoegde personen deze zone te hebben verlaten. Draai sleutelschakelaar in positie „I“ Het testinstrument schakelt in de toestand „startklaar“. De groene signaallampen branden. Kontroleer de testparameters. Druk knop START Het testinstrument schakelt van toestand „startklaar“ naar „klaar voor inschakelen“. De rode signaallampen branden.
Opslaan meetwaarden Na afloop van de test blijven de laatste meetwaarden Up en Ip in het display opgeslagen. U kunt het resultaat met of zonder kommentaar opslaan. Hierbij wordt steeds een oplopend testnummer, dat automatisch verder telt , aangegeven. U kunt max. 15 tekens als meetomschrijving in het invoer- resp. infoveld links onder ingeven. Voor invoer zie hoofdst. 5.1.1, blz. 41. Bij het starten van een volgende test worden de waarden in het display overschreven.
4.5.4 Pulsbedrijf 4.5.5 Beeindiging spanningstest Om fouten op te sporen adviseren wij, het pulsbedrijf te kiezen. Gedurende het pulsbedrijf is de uitschakelstroom IMAX constant op ca. 125 mA ingesteld. Wordt deze waarde overschreden, wordt de testspanning binnen 0,5 msek. uitgeschakeld. Na ca. 0,6 sek. wordt de testspanning binnen 0,2 sek. van 0 tot de ingestelde eindwaarde opgevoerd of bij bereiken van de uitschakelstroom weer uitgeschakeld. Laat de trekkers van de hoogspanningspistolen los.
5 Gegevens verwerken, overdragen en wissen Wanneer de knop op de positie databank staat kunnen reeds opgeslagen gegevens of het databestanden bewerkt worden. Volgende funkties zijn mogelijk: • Object kiezen Hier kan een objectnummer gekozen worden, om metingen onder dit nummer op te slaan. Bovendien kan een objectomschrijving toegevoegd worden. • Data bewerken Hier kunnen de gedetailleerde gegevens van een meting (b.v.
5.1.1 Invoer omschrijving MENU Omschrijving Omschrijving: Hier kan een omschrijving ingegeven worden, die bij keuze van het object zichtbaar en vervolgens ook afgedrukt kan worden. Twee invoermogelijkheden staan ter beschikking: – komfortabele invoer via PSI-module (optie) hier kunnen omschrijvingen via het alfanumerieke toetsenbord van de PSI-module ingegeven worden. Zie gebruiksaanwijzing SECUTEST PSI.
5.2 Data bewerken (kontroleren meetwaarden) Hier kunt U zowel meetwaarden kontroleren als ook afzonderlijke metingen wissen. 5.3 Data beheer 5.3.1 Wissen protokolgegevens Bestaande protokolgegevens van meetobjecten kunnen, indien gewenst, gewist worden. Dit geldt ook voor objecten die nog geen meetgegevens bevatten. Opdracht kiezen MENU Opdracht kiezen MENU Submenu Meting uitkiezen STORE Meting wissen Na het starten van het wissen van de betr. meting verschijnt op het display “ Gegevens gewist “.
5.3.2 Geheugen testen 5.4 Hierbij wordt het geheugen op fouten onderzocht. Het korrigeren van fouten is mogelijk. Volg de aanwijzingen op het display zorgvuldig op. Deze opdracht wist het gehele Profitest 204 geheugen. Vervolgens staat weer een geheel leeg geheugen ter beschikking.
5.5 Data overdracht Wanneer de draaiknop in de positie Databank staat en via het display de keuze is gemaakt voor dataoverdracht, kan de komplete geheugeninhoud van de PROFITEST 204 naar de PC overgedragen worden, met als doel deze later te bewerken. Ook behoort overdracht van meetgegevens vanuit de PC naar het testinstrument tot de mogelijkheden.
D Dataoverdracht van PC naar testinstrument PC: Kies onder menubalk FILE de funktie Upload Data . Volg de aanwijzingen op het beeldscherm nauwkeurig. PC: Kies de naam van het bestand, van welke meetgegevens naar het testinstrument overgedragen moeten worden: NAAM.DAT. PC: Met OK wordt de overdracht gestart. Aanwijzing Om de meetgegevens van de PC naar het testinstrument over te dragen dienen deze zich in dezelfde directory te bevinden als het programma PROFI204.
6 Formulieren laden, protokollen printen 6.1 Uitprinten (PSI) / protokol afdrukken Wanneer de draaiknop in de positie PRINTER staat kunnen de protokolfunkties van het testinstrument geaktiveerd worden. Volgende funkties zijn mogelijk: • Gegevens printen (PSI): De (meet)waarden van een te kiezen object kunnen via de RS 232 interface op de PSI-module (optie) geprint worden.
6.2 Protokolformulier kiezen Hier kan uit drie reeds geladen protokolformulieren gekozen worden, waarop de (meet)gegevens m.b.v. een externe printer afgedrukt kunnen worden. Aanwijzing Een aantal standaard protokolformulieren zijn reeds bij levering geladen. Het opschrift van de protokolformulieren en de lay-out zijn wellicht voor uw toepassing niet correct. Voor het wijzigen van deze protokolformulieren verwijzen wij naar het volgende hoofdstuk.
6.3 Protokolformulier(en) laden Protokolformulieren kunnen m.b.v. het programma PROFI204 vervaardigd, gewijzigd en naar de PROFITEST 204 overgedragen worden. PROFI204 stelt hiervoor een editor ter beschikking. U kunt echter ook iedere andere gewenste editor, zoals b.v. EDIT, die in staat is ASCI-teksten te verwerken, gebruiken. Aanwijzing Alvorens een protokolformulier te laden, dient het opschrift naar Uw wens te worden ontworpen, zie hoofdst. 6.4.2, blz. 51.
C Overdragen protokolformulieren van PC naar testinstrument Aanwijzing Om de protokolformulieren van de PC naar het testinstrument over te dragen, dienen deze zich in dezelfde directory als het programma PROFI204 te bevinden. PC: Kies in demenubalk onder PROTOCOL de funktie Send Protocol Form Volg hierna de aanwijzingen op het beeldscherm. Kruis het gewenste object aan.
6.4 Programma ter vervaardiging van protokol De protokolformulieren kunnen met het programma PROFI204 of iedere andere editor ontworpen en veranderd worden. De inhoud mag ook over besturingstekens (tabs, marges etc.) voor de aangesloten printer beschikken. Op de meegeleverde diskette bevinden zich meerdere demo bestanden, die als voorbeeld voor het protokolformulier kunnen dienen.
Restspanningstest: 1: Spanning op de testpennen 2: Frequentie 3: Tijd in sek., tot spanning < 60 V 4: Grenswaarde tijd tot spanning < 60 V Spanningstest: 1: Testspanning (meetwaarde) 2: Teststroom 3: Testduur 4: Nominale testspanning Voor iedere test kan een kommentaar geschreven worden. @BAD ( ) Alleen de afgekeurde meetwaarden incl. parameters en grenswaarden in de volgorde zoals bij @VAL De gebruiker moet hierna beslissen of de test al dan niet succesvol was.
7 Technische gegevens 7.1 PROFITEST 204 Meetgrootheid Weerstand beschermingsleiding RSL U* Isolatieweerstand RISO Meetbereik 0 ... 85 m 85 ... 999 m 1,00 ... 9,99 10,0 ... 25,0 0 ... 9,99 V* 10,0 ... 12,0 V 0 ... 999 k 1,00 ... 9,99 M 10,0 ... 99,9 M Nom. meetbereikomvang 10 ... 330 m — — 0,050 ... 50 M 100 ... 499 M — 500 ... 999 M 1 ... 3 G Lekstroom I Spanning U DC/AC Frequentie f 0,00 ... 9,99 mA 0,0 ... 99,9 V 100 ... 999 V 1,00 ... 1,2 kV 8,0 ... 99,9 Hz 100 ... 999 Hz 0,2 ...
8 Tabel parameters en normwaarden volgens EN 60204/ DIN VDE 8.
Referentieomstandigheden Netspanning Netfrequentie Golfvorm 230 V ± 1% 50 Hz ± 0,1% sinus (afwijking tussen effektieve en gelijkgerichte waarde < 1%) + 23°C ± 2K 45% ... 55% ohmse Omgevingstemperatuur Relatieve luchtvochtigheid Belastingsweerstanden Nominale gebruiksgebied Netspanning 207 V ... 253 V Netfrequentie 45 Hz ... 65 Hz Golfvorm van de netsp. sinus Temperatuurbereik 0 °C ... + 40 °C Temperatuurbereiken / klimaatklasse Opslagtemperatuur –20 °C ... + 60 °C Werktemperatuur –5 °C ...
Mechanische opbouw Soort bescherming Afmetingen Gewicht IP 40 volgens DIN VDE 0470 deel 1/ EN 60529 204: 255 mm x 133 mm x 240 mm 204HP/HV: 254 mm x 130 mm x 285 mm Hoogte kompleet gemonteerd: 490 mm 204: ca. 5,1 kg 204HP/HV: ca.
9 Interface 9.1 RS 232 interface De bus ( 5 ) voor de interface dient als aansluiting voor de in het deksel van de PROFITEST 204 integreerbare module SECUTEST PSI (optie). De resultaten kunnen aldaar als meetwaardeprotokol afgedrukt worden. (alleen meetwaarden). De verbinding om gegevens met een PC uit te wisselen, vindt via dezelfde bus plaats. Pen 9 mag niet met pen 5 kortgesloten worden! 9.1.
10 Foutmeldingen – oorzaken – verhelpen Foutmelding Oorzaken Verhelpen PROFITEST 204 LCD licht niet op – Netkabel niet aangebracht – Netzekering defekt – Netkabel insteken, hoofdst. 4.3, blz. 30 – Netzekering vervangen, hoofdst. 11.1.1, blz. 58 Beschermingsleiding- en isolatiemeting niet uit te voeren – Zekering in testsonde defekt – Zekering testsonde vervangen, hoofdst. 11.1.2, blz. 58 Temperatuur in testinstrument te hoog Kontinubedrijf bij beschermingsleidingtest Instrument ca 10min.
11 Onderhoud De interne Profitest 204 beveiligingssystemen moeten jaarlijks door de serviceafdeling van ABB Componenten op de juiste werking worden gecontroleerd. Gelijktijdig kan dan een herkalibratie plaatsvinden. 11.
11.4 Testkabels PROFITEST 204 HP/HV Wikkel de testsnoeren van de veiligheidstestsondes na ieder gebruik op de daarvoor bestemde steunen aan de achterkant van de transportwagen (optie) op. De testsnoeren mogen onder geen enkele voorwaarde mechanisch belast of geknikt worden. Kontroleer de testkabels en hoogspanningspistolen voor elk gebruik van de hoogspanningsmodule op mechanische beschadigingen.
11.5.3 Vervangen lampen in de externe signaallichten ! Let op! Alvorens de lampen in de externe signaallichten te vervangen, dient U: – de externe signaallichten van de aansluiting (3) van de hoogspanningsmodule te verwijderen of – de hoogspanningsmodule van het net en van het meetcircuit te verwijderen. Verwijder, door linksom te draaien , de rode resp. groene afdekking. verwijder de defekte lamp uit de bajonet-sluiting en breng een nieuwe (type 12 ... 15V/2W, norm BA9s, b.v. OSRAM Miniwatt T10 Nr.
12 Annex 12.1 Checklist voor hoogspanningstest Veiligheidsmaatregelen voor personen Machine uitschakelen en tegen herinschakelen beveiligen. Beschermingsleiding- en isolatieweerstandmeting uitvoeren. Kontroleren, of machine/object geaard is. Gevarenzone d.m.v. barrières beveiligen, ook geen smalle doorgangen laten bestaan. Waarschuwingsborden goed zichtbaar aanbrengen. Waarschuwingslampen goed zichtbaar plaatsen. Nooduitschakelaar goed zichtbaar aanbrengen.
12.2 Minimale aanwijzing, rekening houdend met gebruiksfout Tabel ter vaststelling van de minimale aanwijswaarden voor de beschermingsleidingweerstand, isolatieweerstand zowel als voor verschilstroom, rekening houdend met de gebruiksfout van het instrument. RSL [m ] Grenswaarde Max.
15 Workshops GMC-Instruments Nederland B.V. organiseert workshops voor diverse hardware/software produkten. Voor meer informatie kunt u kontakt opnemen met het bovenstaande adres.
Gedrukt in Duitsland • Wijzigingen vourbehouden GMC-Instruments Nederland B.V. Daggeldersweg 18 NL-3449 JD Woerden Telefoon: +31 348 42 11 55 Fax: +31 348 42 25 28 E-mail: info@gmc-instruments.nl www.gmc-instruments.