Operation Manual

32 GMC-I Messtechnik GmbH
10.3 Aardingsweerstand netgevoed – 2-polige meting met 2-polige adapter of landspecifieke stekker (contactstop) zonder sonde
Legenda
R
B
Systeemaarde
R
E
Aardingsweerstand
R
i
Interne weerstand
R
X
Aardingsweerstand door systemen van de potentiaalveref-
fening
R
S
Sondeweerstand
PAS Potentiaalvereffeningsrail
RE Totale aardingsweerstand (R
E1
//R
E2
//waterleiding)
In de gevallen waarin het niet mogelijk is om een sonde te plaat-
sen, kunt u de aardingsweerstand door schatting zonder sonde
bepalen met een „aardusweerstandsmeting“.
De meting wordt op dezelfde manier verricht als beschreven in
hoofdstuk 10.4 „Meting van de aardingsweerstand netgevoed –
3-polige meting: 2-polige adapter met sonde“ vanaf pagina 33.
Aan de sondeaansluiting 17 is echter geen sonde aangesloten.
De weerstandswaarde R
ESchl
die bij deze meetmethode wordt
gemeten, bevat ook de weerstandswaarden van de sys-
teemaarde R
B
en van de buitenste geleider L. Voor het berekenen
van de aardingsweerstand moeten deze twee waarden worden
afgetrokken van de gemeten waarde.
Als men uitgaat van gelijke draaddiameters (buitenste geleider L
en nulleider N), dan is de weerstand van de buitenste geleider half
zo groot als de netimpedantie Z
L-N
(buitenste geleider + nulleider).
U kunt de netimpedantie meten, zoals beschreven in hoofdstuk 9
vanaf pagina 28. De systeemaarde R
B
mag volgens
DIN VDE 0100 „0 Ω tot 2 Ω“ bedragen.
1) Meting: Z
LN
is R
i
= 2 · R
L
2) Meting: Z
L-PE
is R
ESchl
3) Berekening: R
E1
is Z
L-PE
– 1/2 · Z
L-N
; voor R
B
= 0
Bij het berekenen van de aardingsweerstand is het zinvol om
geen rekening te houden met de weerstandswaarde van de sys-
teemaarde R
B
, omdat deze waarde over het algemeen niet
bekend is.
De berekende weerstandswaarde bevat dan als veiligheidstoe-
slag de weerstand van de systeemaarde.
Bij de parameterkeuze worden de stappen 1) t/m 3)
automatisch verricht door de tester.
Meetfunctie kiezen
Gebruiksmodus kiezen
Parameter instellen
q Meetbereik: AUTO, 10 kΩ (4 mA), 1 kΩ (40 mA), 100 Ω (0,4 A),
10 Ω (3,7 ... 7 A) Bij installaties met RCD-aardlekschakelaar
moet de weerstand resp. de meetstroom zodanig worden ge-
kozen dat deze onder de aanspreekstroom (½ I
ΔN
) ligt.
q Aansluitingstype: 2-polige adapter
q Contactspanning: UL < 25 V, < 50 V, < 65 V
q Golfvorm meetstroom: Sinus (volle golf), 15 mA-sinus (volle golf),
DC-Offset en positieve halve golf
q Netvorm: TN/TT, IT
q Overzetverhouding: hier niet van belang
Meting starten
P
R
O
F
I
T
E
S
T
Ri
W
a
t
e
r
l
e
i
d
i
n
g
E
2
E
1
B
R
E
Limiet / grenswaarde:
R
E
> Limiet / grenswaarde
U
L
R
L