Operation Manual
GMC-I Messtechnik GmbH 7
Indien het garantiezegel wordt beschadigd of verwij-
derd, vervalt elke aanspraak op garantie
Kalibratiemerk (blauw zegel):
zie ook „Rekalibratie“ op pagina 92
Gegevensback-up
Stuur uw opgeslagen gegevens regelmatig door naar een pc om
eventueel gegevensverlies te voorkomen.
Wij zijn niet aansprakelijk voor gegevensverlies.
Om de gegevens voor te bereiden en te beheren adviseren wij de
volgende pc-programma’s:
•ETC
• E-Befund manager (Oostenrijk)
• Protocolmanager
• PS3 (documentatie, administratie, rapporten opmaken en
afspraken beheren)
• PC.doc-WORD/EXCEL (rapporten en lijsten opmaken)
• PC.doc-ACCESS (meetgegevensmanagement)
4 Ingebruikname
4.1 Eerste ingebruikname
Voordat u het meetapparaat voor de eerste maal in gebruik gaat
nemen en gebruiken, moet u de beschermfolie op beide sensor-
oppervlakken (vingercontacten) van de meetpen verwijderen, om
een goede waarneming van contactspanningen te garanderen.
4.2 Accupack inzetten resp. vervangen
Let op!
!
Vóór het openen van het batterijvak moet het apparaat
met alle polen van de meetkring (net) worden afgekop-
peld!
Opmerking
Kijk voor het opladen van het Compacte accupack Mas-
ter (Z502H) en het laadapparaat
M
PRO
M
XTRA
(Z502R) ook
in hoofdst. 20.2 op pagina 83.
Gebruik het meegeleverde of als toebehoren leverbare compacte accu-
pack Master (Z502H) met gelaste cellen als het kan. Hierdoor wordt
gewaarborgd dat steeds een complete set batterijen wordt ver-
vangen en dat alle batterijen worden aangebracht met de juiste
polariteit om het uitlopen van de batterijen te voorkomen.
Gebruik dan alleen accupacks die normaal in de handel verkrijgbaar zijn
als u deze extern oplaadt. De kwaliteit van dit pack kan niet worden
getest en kan in ongunstige gevallen (bij het opladen in het appa-
raat) leiden tot verhitting. Hierdoor kunnen vervormingen ont-
staan.
Verwijder de accupacks of aparte batterijen tegen het einde van
de bruikbaarheidsduur (oplaadcapaciteit ca. 80 %) op milieuvrien-
delijke wijze.
➭ Draai aan de achterzijde de spleetschroef van het deksel van
het batterijvak los en neem het weg.
➭ Verwijder het ontladen accu-pack/de gebruikte batterijhouder.
Let op!
!
Bij gebruik van de batterijhouder:
Zorg er absoluut voor dat alle batterijen worden aange-
bracht met de juiste polariteit. Als er reeds een cel met
verkeerde polariteit is ingezet, dan herkent de tester dit
niet en kunnen batterijen gaan uitlopen.
Aparte batterijen mogen alleen extern worden opgela-
den.
➭ Schuif het nieuwe accupack/de gevulde batterijhouder in het
batterijvak.
Hij kan alleen ingezet worden in de juiste positie.
➭ Breng het deksel weer aan en draai het vast.
4.3 Apparaat inschakelen/uitschakelen
Als u de knop ON/START indrukt, wordt de tester ingeschakeld. Het
menu dat bij de functieschakelaarstand hoort, verschijnt telkens in
beeld.
Als u de knoppen MEM en HELP gelijktijdig indrukt, wordt het
apparaat handmatig uitgeschakeld.
Na een in de SETUP ingestelde duur wordt het apparaat automa-
tisch uitgeschakeld, zie Apparaatinstellingen hoofdstuk 4.6.
4.4 accutest
Als de batterijspanning onder de toegelaten waarde
daalt, verschijnt het hiernaast afgebeelde pictogram.
Tevens verschijnt „Low Batt!!!“ samen met een batterijsymbool in
beeld. Bij zeer sterk ontladen batterijen werkt het apparaat niet.
Dan verschijnt er ook niets op het display.
4.5 Accupack in de tester opladen
Let op!
!
Gebruik voor het opladen van het compacte accupack
Master (Z502H) in de tester het laadapparaat
M
PRO
M
XTRA
(Z502R).
Voordat u het laadapparaat aansluit op de laadaansluiting moet
u voor het volgende zorgen:
– de compacte accupack Master (Z502H) is geplaatst,
geen normaal in de handel verkrijgbare accupacks,
geen losse accu’s, geen batterijen
– de tester is met alle polen van de meetkring geschei-
den
– de tester blijft tijdens het laden
uitgeschakeld.
Kijk voor het opladen van het accupack dat in de tester wordt
gezet in hoofdstuk 20.2.1.
Als de batterijen of het accupack gedurende een lange tijd
(> 1 maand) niet zijn gebruikt of opgeladen (tot volledige ontla-
ding):
Houd het opladen in de gaten (signalisering door LED’s op het
laadapparaat) en start het opladen eventueel opnieuw (neem het
laadapparaat hiervoor van het net en koppel het ook af van de
tester. Sluit het daarna weer aan).
Denk eraan dat de systeemklok in dit geval niet verder loopt en
opnieuw moet worden ingesteld als het apparaat weer in werking
wordt gesteld.
Doorlopend nummer
Registratienummer
Datum van kalibratie (jaar – maand)
Deutsche Akkreditierungsstelle GmbH – Kalibratielaboratorium
XY123
2012-06
D-K
15080-01-01
BAT