Operation Manual

Toepassen van vliegfasen
Binnen elk van de 20 modelgeheugen kunnen maximaal 4 verschillende vliegfasen (vliegtoestanden) met van
elkaar verschillende instellingen worden geprogrammeerd.
Elk van deze vliegfasen kan via een schakelaar worden opgeroepen. Op een eenvoudige manier kunt u zo tussen
verschillende instellingen, die voor de diverse vliegtoestanden zoals bv.”normaal”, “thermiek”, “speed”, “afstand”
enz. geprogrammeerd zijn, comfortabel tijdens het vliegen omschakelen.
Op de voorwaarde, dat het model is al in een modelgeheugen van de zender geprogrammeerd, ingesteld,
ingevlogen en getrimd werd, wisselt u eerst naar het menu …
“basisinstelling” (bladzijde 65 72)
rolr./welfkl 2RO 2WK
klokken 5:00 2
fase 2 start -----
fase 3 landing -----
fase 4 speed -----
…en hier naar de regel “fase 2” , “fase 3” en/of “fase 4” en verandert u eventueel de standaard ingevoerde naam
van de vliegfase in een voor de desbetreffende vliegtoestand beter passende naam. Deze naam heeft echter
geen programmatechnische betekenis, maar dient alleen ter onderscheiding en wordt daarom later zowel in de
basisaanduiding van de zender als ook in de menu’s “fasentrim” en “D/R Expo” weergegeven.
Om tussen de verschillende vliegfasen te kunnen wisselen, is het toewijzen van een schakelaar nodig. Bijzonder
geschikt voor het omschakelen van maximaal 3 vliegfasen zijn de links en rechts voorop gemonteerde 3-standen-
schakelaars SW 4/5 resp. SW 6/7.
Elk van de beide eindposities van deze schakelaar wordt uitgaand van de middenpositie aan een vliegfase
toegewezen, waarbij u zich het beste met de schakelrichting aan de fasennamen kunt oriënteren: volgens de
linkse afbeelding dus bijvoorbeeld de “fase 2” vanuit de middenpositie naar “boven” en de “fase 3” naar
“beneden”.
De keuze van de desbetreffende regel, van een naam en de toewijzing van de schakelaar vindt plaats, zoals u
het inmiddels “gewend” bent, met de verschillende touch-toetsen.
rolr./welfkl 2RO 2WK
klokken 5:00 2
fase 2 start 4
fase 3 landing -----
fase 4 speed 5
Aanwijzing:
Met uitzondering van fase1 , die altijd de naam “normaal” krijgt, omdat deze altijd actief is wanneer de vliegfasen
2, 3 en 4 gedeactiveerd zijn, maakt het totaal niet uit welke fase aan welke naam is toegewezen!
Normaal gesproken zijn er drie vliegfasen voldoende:
“start” of “thermiek” voor start en “boven blijven”,
“normaal” voor normale omstandigheden en
“speed” voor het sneller overbruggen van grotere afstanden.
Nu zijn er al drie fasen ingericht en voorzien van een naam. Er kan weliswaar tussen de verschillende vliegfasen
heen en weer worden geschakeld, alleen … bij het bedienen van de schakelaar zal het u snel opvallen, dat er
aan de posities van de roeren, met name van de vleugelkleppen, echter niets verandert!
Om dit aan te passen, wisselt u naar het menu ….
“fasentrim” (bladzijde 95)
…en geeft u, nadat u de faseschakelaar(s) in de desbetreffende positie heeft gebracht, de gewenste waarden in
door het aanraken van de invoertoetsen, zoals dat ook gebruikelijk is onder de naam middenverstelling resp.
Offsetverstelling bij andere radiobesturingen.
FASENTRIM
normaal 0% 0% 0%
start +8% 4% +2%
speed -7% -5% -3%
thermiek+10% +5% +2%
WK RO HO
Wanneer u nu tussen de fasen omschakelt, zult u bij een ingeschakelde ontvanger een reactie van uw kleppen
en/of van de balkenweergave in het menu “servo-aanduiding” zien; dit menu is bereikbaar door gelijktijdig de
toetsen ◄► van de linker vier-weg-toets in te drukken.
Aanwijzing:Afhankelijk van uw instellingen in de regel “rolr./welfkl.” Van het menu “basisinstelling” kunnen bij
de “fasentrimming” alleen de kolom “HO”, de kolommen “RO” en “HO” of zoals hier boven afgebeeld “WK”, “RO”
en “HO” in het display zichtbaar zijn.