Operation Manual

Helimixers
Vliegfase-afhankelijke instelling van pitch, gas en hekrotor
In het menu “basis-instelling kan door het toewijzen van schakelaars aan “fase 2” en/of “autorotatie” een
omschakeling van vliegfasen worden geactiveerd. Met één van de schakelaar SW 1… 4 kan dan omgeschakeld
worden tussen de fase “normaal” en de eventueel van een passende naam voorziene “fase 2” en met een andere
naar “autorotatie”. De omschakeling naar autorotatie heeft echter altijd voorrang op de beide andere fasen.
Wanneer u voor de omschakeling nog geen schakelaar heeft toegewezen, dan moet u dit nu doen. Wissel
daarvoor met de rechter tiptoets naar het schakelaarsymbool en druk op SELECT:
De fase 1 draagt altijd de benaming “normaal”. Zowel het nummer als de naam van deze vliegfase staat vast en
kan niet worden veranderd, zodat in het menu basis-instelling” de fase “normaal” niet als fase 1 wordt
weergegeven, maar verborgen blijft.
“fase 2” is voorzien van de fasenaam “schwebe”(=hover). Deze naam kan na het indrukken van SELECT echter
met de rechter tiptoets worden gewijzigd in één van de volgende aanduidingen:
Hover
Acro
Acro 3D
Speed
Test
Beschrijving van de helimixers
Voor de instellingen van de stuurcurven van “Pitch”, “K1 gas” en “K1 hekrotor” kunt u beschikken over
5-punts-curven. Bij deze mixers kunnen niet-lineaire mixverhoudingen langs de stuurknuppeluitslag worden
geprogrammeerd. Wissel van de displaypagina naar de instelling van de 5-punts-curven door het indrukken van
SELECT of ENTER, zie verder hieronder.
In de vanaf bladzijde 74 beschreven vliegfase “autorotatie” zijn de mixers “K1 gas” en “K1 hekrotor” niet
meer nodig en worden daarom naar een – instelbare- vaste waarde omgeschakeld.
In de regels “gyro” en “Ing.8” kan na het indrukken van de SELECT-toets eventueel in het inverse veld een
waarde worden ingevoerd met de rechter tiptoets. Met CLEAR zet u de parameterwaarden weer terug naar 0%.
Deze instelopties zijn voor de basis-instelling van de helikopter bedoeld.
Om de instellingen telkens gericht te kunnen doorvoeren, wordt de naam van de desbetreffende vliegfase in het
menu “helimixers” op het display en in de basis-aanduiding van de zender zichtbaar gemaakt. De wissel tussen
de verschillende vliegfasen vindt “aan de servo-kant” niet abrupt plaats, maar met een vast gegeven
omschakeltijd van ca. 1 seconde. Alleen NAAR de autorotatiefase wordt er direct omgeschakeld.
Wanneer u dus voor een bepaalde vliegfase een schakelaar omzet, wordt er aan de onderste rand van het display
de bijbehorende vliegfase getoond, b.v. “normaal”:
Nu kunnen de instellingen voor deze vliegfase worden geprogrammeerd.
Ptch (pitchcurve (K1 pitch))
Wissel eventueel naar de regel “pitch” en druk op ENTER of SELECT:
De stuurcurve kan door maximaal 5 punten, de zogenaamde “steunpunten”, over de hele stuuruitslag vliegfase-
afhankelijk worden vastgelegd.
Normaal gesproken zijn er echter minder steunpunten nodig, om de curve te kunnen instellen. In principe is het
raadzaam, om eerst met de 3 steunpunten te beginnen, die in de softwarematige basis-instelling al actief zijn.
Deze drie punten, en wel de beide eindpunten “punt 1” (pitchminimum) en “punt 5” (pitchmaximum) alsmede