S1005/S1006.mz-18/24 HoTT.2.
Inhoudsopgave Algemene aanwijzingen Vóór het gebruik............................................................. 3 Inleiding.......................................................................... 3 Waarschuwings- en aanwijzingssymbolen en hun betekenis............................................................ 3 Veiligheidsaanwijzingen.................................................. 4 BEOOGDE TOEPASSING..........................................
Programmeervoobeeld Vóór het gebruik Sequenzer.................................................................. 220 Hartelijk dank dat u gekozen heeft voor een Graupner mz-18 HoTT of mz-24 HoTT-radiobesturingsysteem. Dit systeem is extreem veelzijdig en kan zowel door beginners als door experts worden gebruikt. Leest u alstublieft deze handleiding zorgvuldig door, om de beste resultaten met uw radiobesturing te bereiken en vooral veilig te vliegen.
Veiligheidsaanwijzingen In ieder geval goed doornemen! Om nog lang plezier aan uw modelbouwhobby te beleven, is het raadzaam deze handleiding nauwkeurig door te lezen en met name de veiligheidsvoorschriften op te volgen. Ook moet u zich direct online registreren onder https://www.graupner.de/de/service/produktregistrierung.aspx, want alleen op deze manier krijgt u automatisch via e-mail actuele informatie over uw product.
Zorg er ook voor dat de kabels in de directe omgeving van de antenne zich tijdens het vliegen niet kunnen bewegen! Positie van de ontvangerantennes De ontvanger en de antenne moeten zo ver mogelijk van welke aandrijving dan ook worden aangebracht. Bij rompen van koolstof moeten de uiteinden van de antennes in ieder geval minimaal 35 mm uit de romp steken. Eventueel moeten de ca. 145 mm lange standaardantennes van de HoTT-ontvangers vervangen worden door langere exemplaren.
ven procedure te herhalen. Slepen van een model WAARSCHUWING: Let er bij het slepen van een model op dat er een minimale afstand van ca. 50 cm tussen de beide ontvangers resp. hun antennes is. Gebruik satellietontvangers, anders zijn storingen via het terugkoppelingskanaal niet uit te sluiten.
• reikwijdtetest uit met een vliegsimulatie, om fouten in het systeem of de programmering uit te sluiten. Let in ieder geval op de aanwijzingen op bladzijde 79. Programmeer de zender of ontvanger niet wanneer u het model bestuurt. Onderhoudsaanwijzingen Reinig de behuizing, telescoopantenne etc. nooit met schoonmaakmiddelen, benzine, water e.d., maar uitsluitend met een droge, zachte doek.
Veiligheidsaanwijzingen en behandelvoorschriften voor Nikkel-Metaal-Hydride accu’s Zoals bij alle technisch hoogwaardige producten is het absoluut noodzakelijk om de onderstaande veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen op te volgen, om een lang en veilig plezier van uw accu’s te hebben. • LET OP: • • • • • Losse cellen en accu’s zijn geen speelgoed en mogen daarom niet binnen het bereik van kinderen komen. Vóór ieder gebruik de toestand van de accu’s controleren.
ties van de fabrikant!). Hoe hoger de belasting, des te lager is de levensduur. Reflexladen en ook laad-/ontlaadprogramma’s verkorten de levensduur van de accu’s onnodig en moeten alleen worden gebruikt om de accucellen te controleren of oude cellen “nieuw leven in te blazen”. Ook het laden/ontladen van een accu voor gebruik heeft geen zin, behalve wanneer u de kwaliteit ervan wilt checken. Aanwijzingen bij de radiobesturingset mz-18 HoTT Best.-Nr.
Veiligheidsaanwijzingen en behandelvoorschriften voor Lithium-Ionen (LiIo)- en Lithium-Polymeer (LiPo)-accu’s Zoals voor alle technisch hoogwaardige producten is het navolgen van de volgende veiligheidsaanwijzingen en de behandelvoorschriften een noodzaak om Lithium-Ionen- en –Polymeer-accu’s lang, storingsvrij en ongevaarlijk te kunnen gebruiken. LiIo-/LiPo-accu’s hebben een bijzondere behandeling nodig. Dit geldt zowel voor het laden en ontladen als ook voor de opslag en het verdere gebruik.
• • • en moet u de accu laten afkoelen tot ca. 30 °C. Aan de accu’s mogen geen wijzigingen worden aangebracht. Nooit direct aan cellen solderen of lassen. Om een vervorming te voorkomen mag geen overmatige mechanische druk worden uitgeoefend. Let er op dat de laad- en ontlaadvoorschriften worden opgevolgd. Opslag LiIo-/LiPo-cellen moeten bij een ingeladen capaciteit van 10 … 20 % bewaard worden.
Verwijderen van verbruikte batterijen en accu’s: Elke consument is wettelijk verplicht om alle verbruikte batterijen resp. accu’s weer in te leveren. Een verwijdering via het huisvuil is verboden. Oude batterijen en accu’s kunnen gratis bij depots van de gemeente, bij onze handelaren en overal, waar batterijen en accu’s worden verkocht weer ingeleverd worden.
Computersystemen van de serie mz-18 en mz-24 twee radiobesturingsets met 2,4-GHz-Graupner-HoTT-technologie (Hopping Telemetry Transmission) Gemeenschappelijke kenmerken Radiobesturingset mz-18, Best.-Nr. S1005 Radiobesturingset mz-24, Best.-Nr. S1006 • • Levering Zender mz-18 HoTT, Best.-nr. S1005, met ingebouwde NiMH-zenderaccu 4NH-2000 RX RTU plat (wijzigingen voorbehouden), stekkerlaadapparaat (5,6 V / 200 mA), bidirectionele Graupner ontvanger GR-12L HoTT (Best.-nr. S1012) en GR-24 HoTT (Best.
Technische gegevens Zender mz-18 en mz-24 HoTT Ontvanger GR-12L HoTT, Best.-Nr. S1012 Toebehoren Frequentieband Bedrijfsspanning 3,6 … 8,4 V* Best.-Nr. omschrijving 1121 70 3097 omhangriem, 20 mm breed omhangriem, 30 mm breed windkap voor handzender 2,4 … 2,4835 GHz Modulatie FHSS Stroomverbruik ca.
Algemene gebruiksaanwijzingen Zender mz-18 HoTT en mz-24 HoTT Zender-stroomvoorziening Aanwijzingen: De zender mz-18 HoTT is standaard voorzien van een oplaadbare NiMH-accu met 2000 mAh en de zender mz-24 HoTT van een 1s2p-LiPo-accu met 4000 mAh capaciteit. (wijzigingen voorbehouden). De standaard in de zender ingebouwde accu is bij de levering echter niet opgeladen. De zender-accuspanning is tijdens het gebruik zichtbaar op het LCD-display.
Laden met automatische laadapparaten Begrens eventueel de stroom op het laadapparaat. Voor een sneller opladen van de zenderaccu kunnen ook automatische Graupner laadapparaten worden gebruikt, zie de tabel hieronder. Losnemen van de zenderaccu Voor het uitnemen van de zenderaccu eerst het deksel van de accuschacht op de achterkant van de zender verwijderen: x x x x x x x x geïntegr. balancer x loodaccu LiPo Ultramat 12 plus NiMH 6463 NiCd Ultramat 8 aansl.
Algemene aanwijzingen bij het laden Afstellen van de stuurknuppels • Naar keuze kan zowel de linker als ook de rechter stuurknuppel van neutraliserend naar niet neutraliserend en omgekeerd worden gewijzigd. Ook kan de terugstelkracht van de stuurknuppels aangepast worden aan de gewoonte van de piloot.
Zenderbeschrijving Voorkant Bedieningselementen van de zender mz-24 HoTT proportionele draaiknop DV2 draai- en knikbare antenne proportionele draaiknop DV1 proportionele draaiknop DV3 proportionele draaiknop DV4 schakelaar S6 schakelaar S8 schakelaar S5 schakelaar S7 schakelaar S1 schakelaar S4 schakelaar S2 schakelaar S3 INC/DEC-toets DT2 INC/DEC-toets DT1 rechter stuurknuppel linker stuurknuppel oog voor draagriem trimming trimming AAN-/UIT-schakelaar alternatieve keuzetoetsen ESC-toe
Toetsenslot Toetsen en ESC en ENT Digitale trimming met optische en akoestische aanduiding De toegang tot alle verstelbare opties kan in het basisdisplay tegen ongewild gebruik worden afgesloten, door ca. een seconde lang de beide toetsen ESC en ENT in te drukken.
Display Grafische weergave van de positie van de standaard alleen bij de zender mz-24 HoTT aanwezige – linker – INC/DEC-toets DT 1 met numerieke positie- en richtingsaanduiding Grafische weergave van de positie van de proportionele draaiknop DV 1 (mz-18 HoTT) resp. DV 2 (mz-24 HoTT) met numerieke positie- en richtingsaanduiding Deze icons hebben alleen een informatief karakter: gekleurd = actief grijs = inactief Modeltype * MP3-Player* (vanaf V 1.
Bediening van het display De bediening van het display vindt in principe plaats door aantippen van het gewenste veld met een vinger of de meegeleverde stift: 000% 000% 4.2V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 000:00.0 NORMAAL MODELNAAM 1 ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Wordt in het display hierboven bijvoorbeeld het met “M1” aangeduide veld “modelgeheugen” met een vinger of met de meegeleverde stift aangetipt, dan gaat het keuzemenu “modelgeheugen” open: TRG. MODELNAAM 1 VLG.
Waarschuwingen Op het display van de zenders mz-18 en mz-24 HoTT kunnen, afhankelijk van de aanleiding, verschillende waarschuwingsvensters worden weergegeven. Deze kunnen in twee groepen verdeeld worden: Bind AAN/UIT UIT UIT Display “waarschuwing” ONTV. UITG SET SET Dit – kleinere – venster wordt overwegend na het inschakelen van de zender getoond en visualiseert bepaalde bedrijfstoestanden.
TRG. CLR S. VOLT 03 NIEUW LADEN AAN E. VOLT 00 3.7V 3.6V VELD ST. 00 000% ESC STR 00 000.0A ALARM VELD ST. AAN ESC VOLT 00 00.0V aantippen van de toets CLR linksboven weer worden gewist. Op dezelfde manier gaat u in principe met alle andere waarschuwingen op het display te werk.
Zender-achterkant DSC-aansluiting (De afbeelding toont de zender mz-24 HoTT.) De afkorting “DSC” bestaat uit de beginletters van de oorspronkelijke functie “Direct Servo Control”. Bij het HoTT-systeem is echter een “directe servo-controle” via een diagnosekabel uit technische oorzaken niet meer mogelijk. De standaard tweepolige DSC-bus aan de achterkant van de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT dient zowel als leraar- of leerling-aansluiting, als aansluitpoort voor vliegsimulatoren of externe apparaten.
zich – bv. met behulp van een aardingsarmband, zoals die in elektronicazaken te koop is – tegen elektrostatische oplading tijdens het gebruik van een vliegsimulator beschermt. Graupner adviseert daarom dringend om alleen simulatoren met draadloze overdrachtstechniek te gebruiken.
Cardslot micro-SD en micro-SDHC Onder de afdekking aan de achterkant van de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT bevindt zich rechts van het midden de kaartschacht voor geheugenkaarten van het type micro-SD en micro-SDHC: Verwijderen van de geheugenkaart Afdekklep aan de achterzijde openen. Daarna de SDkaart iets in de richting van de Cardslot drukken om deze te ontgrendelen en daarna lostrekken.
Mini-USB-aansluiting Onder de afdekking aan de achterkant van de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT bevindt zich rechtsbuiten de aansluitbus voor software-updates, datum- en tijdsinstelling via een PC onder Windows XP, Vista, 7 of 8: Aan deze bus wordt de bij de set geleverde USB-kabel aangesloten. De procedure bij een software-update via de PC wordt op in de handleiding bij het softwarepakket beschreven. De software voor de PC en de bijbehorende USB-Driver vindt u op de downloadpagina onder www.graupner.
In bedrijf nemen van de zender Opmerkingen vooraf bij de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT Het Graupner HoTT-systeem maakt het theoretisch mogelijk om met meer dan 200 modellen tegelijkertijd te gebruiken. Vanwege het toegestane radiotechnische gebruik van de 2,4-GHz-ISM-band zal dit aantal in de praktijk echter aanzienlijk geringer zijn. In de regel zal het aantal modellen dat tegelijkertijd gebruikt kan worden toch groter zijn dan vroeger bij de conventionele 35-/40-MHz-frequenties.
… dan is het actueel actieve modelgeheugen op dit moment aan geen ontvanger “gebonden”. Belangrijke aanwijzingen: • • • • De zender in de set is standaard ingesteld op de correcte instellingen voor het gebruik in de meeste landen in Europa. Let in dit verband echter op de aanwijzing op bladzijde 78. Met de zender mz-18 HoTT kunnen via de bij de set geleverde en al aan de zender gebonden ontvanger GR-24 aan de aansluitingen 1 … 9 maximaal 9 servo’s worden aangestuurd.
Update van de zendersoftware Zendersoftware herstellen Programma: “Herstellen” Firmware-updates van de zender mz-18 HoTT en mz24 HoTT kunnen via de data-aansluiting aan de achterkant van de zender met behulp van een PC of laptop onder Windows XP, Vista, 7 of 8 worden uitgevoerd.
Voor uw aantekeningen 31
In bedrijf nemen van de ontvanger Opmerkingen vooraf Bij beide radiobesturingssets mz-18 HoTT en mz-24 HoTT vindt u zowel een bidirectionele ontvanger van het type GR-24 voor de aansluiting van maximaal 12 servo’s als ook een bidirectionele ontvanger GR-12L HoTT. Met de zender mz-18 HoTT kunnen via de bij de set geleverde en al aan de zender gebonden ontvanger GR-24 aan de aansluitingen 1 … 9 maximaal 9 servo’s worden aangestuurd.
LED gedurende ca. 2 seconden uitgaat. Werd de reset uitgevoerd bij een uitgeschakelde zender of met een ongebonden ontvanger, dan knipperen bij de standaard in de set aanwezige ontvanger GR-24 de groene en de rode LED van de ontvanger binnen ongeveer 3 s vier maal, daarna gaan beide LED’s ongeveer 3 s uit, voordat de rode LED verder knippert. Laat de knop los, zodra de LED’s uitgaan. Aan de zender- en aan de ontvangerkant kan nu direct weer een bind-proces worden gestart.
Aanwijzingen bij de installatie Inbouwen van de ontvanger Welk Graupner-ontvangersysteem u ook gebruikt, de procedure is steeds dezelfde: Let er op dat de ontvangstantenne minstens 5 cm van alle grotere metalen delen of bedrading, die niet direct uit de ontvanger komt, verwijderd is. Dit omvat naast staal- ook koolstofvezeldelen, servo’s, elektromotoren, brandstofpompen, allerlei soorten kabels enz.
Stroomvoorziening van de ontvanger streerd is. Dit leidt direct tot een kortsluiting van de accu, de verwoesting van de aangesloten componenten en het directe verlies van garantie. De volgorde, waarin de servo’s moeten worden aangesloten, hangt daarentegen van het modeltype af. Let op de aansluitschema’s op de bladzijden 42 en 43. Let ook op de veiligheidsaanwijzingen op de bladzijden 4 … 12.
000% RX 000% 4.2V TX RX 05.2V 000 0:01:23 M 1 000 mz 000 000 000:00.0 000:00.0 NORMAAL MODELNAAM 1 ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Wanneer de accuspanning onder een in het display “RX SERVO TEST” van het ondermenu “INSTELLEN, WEERGEVEN” van het »Telemetrie«-menu, vanaf bladzijde 126, instelbare waarschuwingsdrempel – standaard 3,8V – daalt volgt er een optische en akoestische waarschuwing. Test echter in regelmatige intervallen de toestand van de accu’s.
Voor uw aantekeningen 37
Begripsdefinities stuurfunctie, stuurelement, functie-ingang, stuurkanaal, mixer, schakelaar, stuurelement-schakelaar Om u de omgang met het mz-18/24-HoTT-handboek te vergemakkelijken vindt u hieronder een aantal definities van begrippen, die in de tekst telkens weer gebruikt worden. Stuurfunctie Onder “stuurfunctie” verstaat men – eerst maar onafhankelijk van het signaalverloop in de zender – het voor een bepaalde stuurfunctie opgewekte signaal. Bij vliegtuigen zijn dit bv.
HoTT is daarom de mogelijkheid tot het programmeren van stuurelement-schakelaars geïntegreerd. Bij deze software-schakelaars moet alleen het schakelpunt op de stuuruitslag worden vastgelegd. De schakelrichting kan ook via de software worden vastgelegd. Meer details vindt u in het onderdeel „Toewijzing van stuurelementen, schakelaars en stuurelement-schakelaars“ ab Seite 40.
Toewijzing van stuurelementen, schakelaars en stuurelement-schakelaars Principes van de bediening Op veel plaatsen in het programma bestaat de mogelijkheid, om een functie via een stuurelement (ST1 … 4, DV1 … max. DV4, DT1 en DT2, SL1 en SL2), schakelaars (S1 … S8) resp. via een stuurelement-schakelaar, zie verder hieronder, tussen instellingen om te schakelen, waarbij ook bij beide vormen meervoudige toewijzingen mogelijk zijn.
TRG. Toewijzing van stuurelement-schakelaars Graubele AAN SW 1 Gewenste stuurelement-schakelaar bedienen, bijvoorbeeld de hoogteroerstuurknuppel, op het display aangeduid als “St 3”: TRG. UIT Voorbeelden van toepassingen:: • Graubele • AAN Zou u echter in plaats van de hier als voorbeeld afgebeelde 3-standen-schakelaar S1 de 2-standen-schakelaar S6 kiezen, dan ziet het display er als volgt uit: STICK St 3 POS 000 MODE ENKEL RICHT OMK • ENT TRG.
Aansluiting aan de ontvanger Vliegtuigmodellen Aanwijzingen bij de installatie … en staarttype “V-staart” De servo’s MOETEN in de hier afgebeelde volgorde aan de uitgangen van de ontvanger worden aangesloten: niet benodigde uitgangen worden gewoon open gelaten.
Helikoptermodellen Aanwijzing voor degenen, die overstappen vanaf oudere Graupner-besturingen: Anders dan bij de vroegere ontvangerbezetting zijn de servo-aansluiting 1 (pitch-servo) en servo-aansluiting 6 (gas-servo) verwisseld. De servo’s moeten op de manier, zoals die rechts is afgebeeld, aan de uitgangen van de ontvanger worden aangesloten. Niet benodigde uitgangen worden gewoon open gelaten. Preciezere details bij elk tuimelschijftype vindt u op bladzijde 50 in het menu »Modelkeuze«.
Programmabeschrijving Wanneer u tot hiertoe het handboek heeft doorgenomen zult u ongetwijfeld de een of andere programmering hebben uitgeprobeerd. Desondanks willen we hieronder elk menu gedetailleerd beschrijven.
GAS CRV »K1-curve«* 146 GYRO/GOV »gyro/toerenregelaar« 188 ETC.SET »“diverse“ instellingen« 204 STATION. »instelling stationairloop«* 150 GAS-AR »gas autorot“« 192 DISPLAY »display-instellingen« 207 ST.KALIB »stuurknuppelcalibratie« 210 MP3 »MP3-menu« (alleen bij mz-24 HoTT) 212 PROG.
Modelkeuze Manipuleren van de modelgeheugens 1 … 30 Schakel de zender aan en tip hierna in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift óf op het waardenveld M x links op het display om het ondermenu »Modelkeuze« direct óf alternatief op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool, om hetzelfde menu vanuit het Basismenu op te roepen: 000% TRG. 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000:00.0 aantippen MODELTYPE ZEND.SET KAN.SET Sv-MON TRG.
TRG. MODELNAAM 1 VLG. 01 MODELNAAM 1 SEL 02 MODELNAAM 2 NW 03 MODELNAAM 3 IMP.M 04 MODELNAAM 4 EXP.M 05 MODELNAAM 5 MODELWISSEL 06 MODELNAAM 6 JA NEE RES KOP aantippen … waarop gedurende ca. 1 seconde “Wachten” verschijnt: TRG. MODELNAAM 1 VLG. 01 MODELNAAM 1 SEL 02 MODELNAAM 2 NW 03 MODELNAAM 3 IMP.M 04 MODELNAAM 4 EXP.M 05 MODELNAAM 5 06 MODELNAAM 6 AUB wachten! MODELNAAM 2 MODELNAAM 6 Met SEL wisselt u tussen de al bezette modelgeheugens.
toets SP [Space]. Andere bijzondere tekens staan ter beschikking na het aantippen van de toets SPECIAL . Op dezelfde manier voert u alle andere tekens in. Maximaal 15 tekens kunnen als modelnaam worden ingevoerd. Aantippen van de toets DE [DELETE] in de onderste rij van de rode toetsen verwijdert het telkens laatste teken, en een aantippen van CL [CLEAR] verwijdert alle ingevoerde tekens in één keer.
• “Staarttype” … waar u het soort staart vastlegt: M-TYP VL-TYP Met behulp van een assistent de basisinstellingen van een nieuw model invoeren MOTOR NORMAAL MOT. EL 2RO ST-TYP VLIEGTUIG NOR V 2HO NORMAAL V-STAART 2HOSv3+8 Uw invoer sluit u af met de keuze van de … • “Soort aandrijving” … van uw model: ENT ... dat u door aantippen van de toets ENT rechts onder met een vinger of de meegeleverde stift in de richting van het basismenu verlaat: TERUG EL VB ELEKTRO MOTOR VERBR.
beschreven. Net als hiervoor, bij de handmatige programmering van een model, wordt ook bij een modelprogrammering met behulp van een assistent begonnen met de invoer van de naam van het model. • A B C D E F MODELNAAM 2 G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z NIEUW MODELNAAM “Modelnaam” ASSI ACT.
• • • • • • “1 servo” U gebruikt een Flybarless-systeem of de tuimelschijf wordt via een aparte rol- en nickservo bewogen. De pitchsturing vindt plaats via één aparte servo. (Omdat bij helikoptermodellen, die maar 1 pitchservo hebben, de in totaal drie tuimelschijfservo’s voor pitch, nicken en rollen ZONDER zendermixers voor de functies worden gebruikt, net als normaal gesproken bij Flybarless-systemen, wordt daardoor het menupunt »TS-MIX«, bladzijde 194, uit de multifunctielijst verwijderd.
• (servo-omkehr/-vertraging) “OMK/VERT“ TRG. K1 OMK/VERT NOR 0.0s K7 NOR 0.0s OMK/VERT NORMAAL TRG. OMK/VERT NORMAAL K1 NOR 0.0s K7 NOR 0.0s K1 NOR 0.0s K7 NOR 0.0s K2 NOR 0.0s K8 OMK 0.0s K2 NOR 0.0s K8 OMK 0.0s NOR K2 NOR 0.0s K8 NOR 0.0s K3 NOR 0.0s K9 NOR 0.0s + K3 NOR 0.0s K9 K3 NOR 0.0s K9 NOR 0.0s + K4 NOR 0.0s K10 NOR 0.0s RES K4 NOR 0.0s K10 NOR K4 NOR 0.0s K10 NOR 0.0s RES K5 NOR 0.0s K11 NOR 0.0s – K5 NOR 0.
NORMAAL OMK/VERT TRG. ASSI NOR 0.0s K7 NOR 0.0s K1 150% 100% 100% 150% K2 NOR 0.0s K8 OMK 1.2s K2 150% 100% 100% 150% VLG. K3 NOR 0.0s K9 NOR 0.0s + K3 150% 100% 100% 150% K4 NOR 0.0s K10 NOR 0.0s RES K4 150% 1 % 100% K5 NOR 0.0s K11 NOR 0.0s – K5 150% aantippen 100% K6 NOR 0.0s K12 NOR 0.0s aantippen (servoweg/-limiet) “WEG/LIM” ASSI 100% – WEG + – BEGR.
de desbetreffende schakelaar, om tussen de vliegfasen om te schakelen. • Standaard moet de instelling van de Dual Rate- en/of Expo-waarden van de gekozen stuurfunctie per stuurkant worden uitgevoerd. Na omschakelen van de vanaf Firmwareversie 1020 in de – onderste – regel toegevoegde optie “SYM” van UIT naar AAN is ook een symmetrische, d.w.z. simultane, instelling van de beide stuurkanten mogelijk.
• “Pitchcurve” In dit display kunt u de pitchcurve en – vanaf firmwareversie 1.021 – ook nog in de regel “PITCH MIN.” de bedieningsrichting van de pitchknuppel aan uw behoeften aanpassen: leverde stift breekt het proces af. Aantippen van JA bevestigt het proces en keert de bedieningsrichting van de pitchknuppel om: ASSI PITCH MIN. VOOR Firmwareversie V 1.021 of hoger Regel “PITCH MIN.
ASSI NORMAAL PITCH CRV. PITCH MIN. VOOR CURVE IN +050% +050% ST. AAN 1 X-AS CURVE + +050% – Y-AS ENT ASSI PITCH MIN. VOOR UIT IN –050% UIT –050% PUNT 1 X-AS 000% 000% CURVE – Y-AS ENT Wissen van een steunpunt Om één van de gezette steunpunten 1 tot max. 5 weer te wissen moet de verticale lijn met de stuurknuppel in de buurt van het desbetreffende steunpunt worden gebracht.
van de stuurknuppel en niet op de positie van het punt. Afronden van de kanaal-1-curve • AAN -/ UIT -toets in de regel “curve” Het standaard “hoekige” profiel van de curve kan door een eenvoudige druk op de knop automatisch worden afgerond; dit doet u door een aantippen van deze toets met een vinger of de meegeleverde stift, zodat de afrondingsfunctie wordt ingeschakeld, bijvoorbeeld: ASSI PITCH CRV. IN UIT PUNT ST.
• ASSI STUUR MIXER PUNT SL1 GEEN L 1 G L 1 aantippen L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN N FASE + RES – De kleur van de toets verandert van rood naar blauw: ASSI STUUR MIXER PUNT FASE SL1 GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 + RES – De actuele waarde in het nu blauwe en dus nu actieve waardenveld verandert u door het gewenste aantal malen de + of – toetsen rechts aan de rand van het displ
derde waarde in een blauw en dus actief waardenveld terug naar de standaardwaarde. Aanwijzing: De instellingen die op dit display verschijnen grijpen terug op dezelfde gegevens als die op een vergelijkbare plek in het display “TRIM” van het ondermenu »GAS CRV«, zie volgende kolom, zodat veranderingen elkaar altijd naar beide kanten beïnvloeden.
hekrotorstuurknuppel worden aangepast, wanneer een systeem wordt gebruikt, waarbij het effect van de autopiloot via een apart kanaal – bij de Graupner-radiobesturingssystemen kanaal 7 – vanaf de zender kan worden ingesteld. De gyro-reductie reduceert het effect van de autopiloot bij een toenemende uitslag van de hekrotorstuurknuppel lineair volgens de ingestelde waarde. Zonder deze functie, bij een ingestelde waarde van 0 %, is het gyro-effect onafhankelijk van de knuppeluitslag constant.
• “GAS-AR” Op wedstrijden wordt verwacht dat een verbrandingsmotor helemaal uit is. In de trainingsfase zou dit zeker niet handig zijn, omdat u dan telkens na elke autorotatie-oefenlanding de motor opnieuw zou moeten starten. Stelt u daarom – zoals uitvoerig beschreven in het onderdeel »GAS AR« vanaf bladzijde 192 – bij de trainingfasen de waarde in dit display dusdanig in, dat in de autorotatie de motor nog veilig stationair blijft lopen zonder dat de koppeling aangrijpt resp.
TRG. MODELNAAM 1 MODELNAAM 1 SEL 01 Graubele 02 MODELNAAM 2 NW 02 Soarmaster NW 03 MODELNAAM 3 IMP.M 03 Extra 330 IMP.M 04 MODELNAAM 4 EXP.M 04 Bell 47G 05 MODELNAAM 5 RES 05 06 MODELNAAM 6 KOP 06 aantippen TRG. SD-KAART 01 Graubele SEL 02 Soarmaster NW 03 Extra 330 04 Bell 47G IMP.M EXP.M BRON DOEL 02 05 JA 06 NEE RES KOP Het vanaf de SD-geheugenkaart te importeren model met een vinger of de meegeleverde stift aantippen.
TRG. Graubele TRG. VLG. Graubele VLG. (Model wissen) RES In het kader van het menu »Modelkeuze«, dat we hier gaan beschrijven … 01 Graubele SEL 01 Graubele 02 Soarmaster NW 02 Soarmaster NW 03 MODELNAAM 3 IMP.M 03 MODELNAAM 3 IMP.M 04 MODELNAAM 4 EXP.M 04 MODELNAAM 4 SD KAART EXP.M 01 Graubele 05 MODELNAAM 5 RES 05 MODELNAAM 5 E PORT? RES 02 Soarmaster NW 06 MODELNAAM 6 KOP 06 MODELNAAM 6 JA KOP 03 MODELNAAM 3 IMP.M 04 MODELNAAM 4 EXP.
TRG. Graubele (Kopiëren model model) KOP VLG. In het kader van het menu »Modelkeuze«, dat we hier gaan beschrijven … 01 Graubele SEL 01 Graubele 02 Soarmaster NW 02 Soarmaster NW 03 MODELNAAM 3 IMP M 03 MODELNAAM 3 IMP.M 04 MODELNAAM 4 EX M 04 MODELNAAM 4 EXP.M 01 Graubele 05 MODELNAAM 5 RES 05 MODELNAAM 5 RES 02 MODELNAAM 2 NW 06 MODELNAAM 6 KOP 06 MODELNAAM 6 KOP 03 MODELNAAM 3 IMP.M 04 MODELNAAM 4 EXP.
TRG. Graubele TRG. VLG. Graubele VLG. 01 Graubele SEL 01 Graubele 02 MODELNAAM 2 NW 02 MODELNAAM 2 NW 03 MODELNAAM 3 IMP.M 03 MODELNAAM 3 IMP.M EXP M 04 MODELNAAM 4 R S 05 MODELNAAM 5 EXP.M aantippen 01 KOP 06 MODELNAAM 6 04 MODELNAAM 4 05 MODELNAAM 5 06 MODELNAAM 6 aantippen De kleur van de toets wisselt van grijs naar rood en er worden nu meer toetsen en informatie zichtbaar: TRG.
Modeltype Modeltype wijzigen Tip in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het icoon met het symbool van het modeltype om het menu »Modeltype« direct op te roepen, of alternatief op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool om hetzelfde menu vanuit het Basismenu te kunnen openen: 000% 000% RX aantippen 000 000 mz 0:01:23 000 0 000:00.
… door het “nieuwe” vleugeltype met een vinger of de meegeleverde stift aan te tippen. Op dezelfde manier gaat u te werk met alle anderen velden die ter beschikking staan. 1S 2S 3S-R 1 SERVO 2 SERVO 3 Sv rol (120°) 3S 3S-N 4S 3 Sv (140°) 3 Sv nick (120°) 4 Sv (90°) Aanwijzing: Afwijkend van het hier afgebeelde display van de 12-kanaals zender mz-24 HoTT worden op het display van de 9-kanaals zender mz-18 HoTT alleen “1R” tot max. “2R2W” aangeboden. ... enz.
Weg/limit Instelling van de servoweg en servolimit Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 000:00.0 150% 100% 100% 150% K2 150% 100% 100% 150% K3 150% 100% 100% 150% + K4 150% 100% 100% 150% RES 150% 100% 100% 150% – K5 – BEGR. – WEG + VLG. BEGR.
1 2 3 NORMAAL Graubele TRG. 4 5 6 7 8 9 10 11 12 AAND +0.5s + RES – 000% 000% 000% 000% 000% 000% 000% 000% 000% 000% 000% 000% UIT Aanwijzing: Afwijkend van de in dit onderdeel afgebeelde displays van de 12-kanaals zender mz-24 HoTT worden bij de 9-kanaals zender mz-18 HoTT alleen de kanalen 1 … 9 weergegeven. Zodra u één of ook meerdere bedieningselementen van uw zender bedient, wordt de daaruit resulterende beweging van de servo grafisch weergegeven, bv.: 2 3 NORMAAL Graubele TRG.
Omkeer/vertraging Instelling van de draairichtingen van de servo’s en tijdsvertragingen Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 ingesteld. Daarentegen wordt in de – telkens rechtse – kolom eventueel een tijdsvertraging voor de stuurfunctie, die aan dit kanaal is toegewezen, ingesteld. Aanwijzingen: • 000:00.
aantippen TRG NORMAAL Graubele Sv K1 NOR K2 OMK WAARSCHUWING s K3 NOR SICHER? s + K4 NOR NEE s RES K5 OMK 0.0s K11 NOR 0.0s K6 NOR 0.0s K12 NOR 0.0s 0.0s K7 JA NOR 0.0s – Aantippen van NEE met een vinger of de meegeleverde stift breekt het proces af. Aantippen van JA bevestigt het proces en keert de draairichting van de aan K1 aangesloten servo om.
Midden Instelling van de neutrale positie van de servo’s Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 Let er alstublieft op, dat een extreme verstelling van de middenpositie kan leiden tot servowegen die aan één kant beperkt zijn, omdat uit elektronische en mechanische overwegingen de totale servoweg op 150 % is begrensd. TRG.
Voor uw aantekeningen 73
Motor-stop Schakelbare motor-stop resp. motor-limiter Aanwijzing: Motor-stop • Door middel van de optie “Motor-stop” kunt u via een schakelaar een regelaar de motor laten stoppen of een servo voor de aansturing van de carburateur naar motor-UIT (of ook naar stationair) brengen. Deze optie kan daardoor ook als nood-UIT-functie worden gebruikt. De motor-UIT-positie, of bv. stationair, wordt in het waardenveld van de regel “SET” ingesteld en moet in de praktijk worden uitgetest. De regelaar resp.
Graubele TRG. NORMAAL Sv ACT BLK + St/S AAN RES SET –123% – Let er wel op, dat bij een verbrandingsmotor de gasservo niet mechanisch vastloopt! De benodigde AAN-/UIT-schakelaar wijst u in de regel “St/S”, zoals gedetailleerd beschreven in het onderdeel “Toewijzing van stuurelementen, schakelaars en stuurelement-schakelaars” op bladzijde 40, toe, bijvoorbeeld S6: Graubele TRG. NORMAAL Sv NORMAAL Graubele TRG.
Zenderinstelling Zenderinstellingen Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 000:00.0 aantippen NORMAAL Graubele Bind AAN/UIT Om een telemetrie-verbinding met de zender op te kunnen bouwen moeten Graupner HoTT-ontvangers “aangewezen” worden om uitsluitend met een bepaald model(-geheugen) van een Graupner HoTT-zender te communiceren.
TRG. RX1 RX2 BIND AAN/UIT UIT UIT ONTV.UITG S SET aantippen UIT HF-TYPE RW-TEST UIT 99sek DSC UITG. PPM10 HF AAN/UIT TRG. RX1 RX2 UIT SET SET HF AAN/UIT UIT HF-TYPE RW-TEST UIT 99sek DSC UITG. PPM10 ONTV.UITG NORMAAL Graubele ZOEK BIND AAN/UIT Knippert daarentegen de rode LED langer dan ca. 10 seconden, dan is de bindingprocedure mislukt. Parallel daaraan verschijnt in de regel “Bind AAN/UIT” op het display weer UIT .
TRG. Graubele NORMAAL Sv 7 UIT7 K 1 UIT1 K K 2 UIT2 K 8 UIT8 K 3 UIT3 K 9 UIT9 + K 4 UIT4 K 10 UIT10 RES K 5 UIT5 K 11 UIT11 – K 6 UIT6 K 12 UIT12 OPS Kies nu door de toets + of – het gewenste aantal keren met een vinger of de meegeleverde stift aan te tippen het gewenste ingangskanaal resp. zenderuitgang, zie bladzijde 98, uit, bv.: TRG.
de toegestane bovengrens van de frequentieband van de voor 2,4-GHz-apparaten relevante “Subclass 22” van 2,400 naar 2,4835 GHz zijn er echter een aantal juridische beperkingen voor de vroegere “France-modus” vervallen. Bij firmwareversie V 1.023 werd daarom de “Frankrijk-modus” als keuze verwijderd. De hieronder volgende alinea m.b.t. de compatibiliteit met oudere firmwareversies is echter voorlopig in de oorspronkelijke versie nog aanwezig.
7. Schakel een eventueel aanwezige motor in, om te testen of deze niet stoort. 8. Loop nog verder van het model weg, totdat er geen perfecte controle over het model meer mogelijk is. 9. Wacht op deze plek op de afloop van de reikwijdtetest met het ingeschakelde model. Deze moet weer op de stuurcommando’s reageren zodra de reikwijdtetest is afgelopen. Wanneer dit niet voor 100 % het geval is moet u het systeem niet gebruiken en contact opnemen met de servicedienst van Graupner|SJ GmbH. 10.
Voor uw aantekeningen 81
Klokken Instellen van klok 1, klok 2 en van de datum en kloktijd Het basisdisplay van de zender bevat standaard vier klokken, zie afbeelding hieronder. Naast de – groene – zenderbedrijftijd en van de modeltijd aan de linker kant van het display zijn dit de “bovenste” en de “onderste” klok aan de rechter kant van het display.
TRG. Graubele KLOK 1 MODE RES T+ ALARM 000 : 00 VLG. 00 : 00 + RES KLOK START GEEN RESET KLOK GEEN RONDE TLR GEEN RONDE LST aantippen – >> De kleur van het desbetreffende veld wisselt van rood naar blauw: TRG. Achteruit tellende klok ( T– ) Voor het overnemen van het al eerder beschreven tijdskader naar de minuten: seconden-velden van de desbetreffende regel “KLOK” en voor het omzetten van de “KLOK X” van vooruit naar achteruit tellend tipt u op de toets T+ rechts naast “MODE”: TRG.
TRG. KLOK 1 MODE TRG. Graubele RES T– 059 : 59 VLG. 59 : 59 + ALARM RES T– ALARM 059 : 59 VLG. 59 : 59 + KLOK START SW 1 RES KLOK START SW 1 RES RESET KLOK SW 6 – RESET KLOK SW 6 – RONDE TLR GEEN RONDE LST RONDE TLR GEEN RONDE LST >> Optieveld >> Door aantippen van deze toets wisselt u naar de lijst met rondetijden, en wel de eerste van in totaal 100 mogelijke tijden. Tussen de verschillende bladzijden bladert u met de toets VLG. (volgende) vooruit en met de toets VRG.
TRG. Graubele DAT. 2014 / 07 / 07 VLG. TIJD 12 : 54 : 15 + ACCUTIJD 02 : 07 : 34 A-RES MODEL TIJD 00 : 12 : 18 M-RES SET – Met de andere waarden gaat u eventueel op dezelfde manier te werk. Om tenslotte de wijzigingen in het geheugen van de zender over te nemen tipt u weer op SET : TRG. SET van de zender de spanning van de zenderaccu, bv. na een opladen hiervan of na het vervangen van de accu door een opgeladen exemplaar, merkbaar hoger is dan daarvoor.
Fail Safe Instellingen bij een storing Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 000:00.0 aantippen de bekende storingsverschijnselen zouden leiden. In dit geval brandt, zolang de storing duurt, de rode LED op de ontvanger.
nemen in het waardenveld, met een vinger of de meegeleverde stift op de toets SET rechts onder op het display, bijvoorbeeld: TRG. K MODE SET –111% K1 POS HOUD OPS1 K3 HOUD OPS2 K4 POS VLG. 0.25s SET K MODE SET POS –111% K2 HOUD K3 HOUD K4 POS VERTR. 0.5s MODE SET K1 POS –111% K2 HOUD K3 HOUD K4 POS VLG. OPS1 O S2 000% 0.
Triminstelling Instelling van de trimmingen Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 000:00.
Aanwijzing: De nummering van de trim-stuurelementen T1 … T4 heeft alleen betrekking op de bezetting van de stuurkanalen 1 … 4. Of echter een bepaalde aanduiding op een trimhevel van de linker of rechter stuurknuppel slaat, is afhankelijk van de gekozen stuurmodus, zie bladzijde 202. (trimpositie) Regel „POS“ In de kolom “POS” worden de actuele trimposities weergegeven. (Het trimbereik bedraagt ca. ±30 % van de totale stuurweg.) Deze “actuele” trimposities kunnen er bijvoorbeeld als volgt uitzien: TRG.
Met de andere trim-bedieningselementen gaat u eventueel op dezelfde manier te werk. DIGITRIM 1 resp. 2 Volledig onafhankelijk van het hierboven genoemde kunnen de standaard alleen bij de mz-24 HoTT gemonteerde INC-/DEC-toetsen “DT1” en “DT2” in de regels “DIGITRIM 1” en “DIGITRIM 2” elk aan een willekeurig stuurkanaal van de zender, zie “Begripsdefinities” op bladzijde 38, als stuurelement worden toegewezen. Tip daarvoor op de toets in de regel van het gewenste stuurelement, bv.
Voor uw aantekeningen 91
Servomonitor Weergave van de servoposities en servo-testfunctie Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 000:00.0 aantippen NORMAAL Graubele ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Servomonitor Het display wisselt naar de weergave van het “groene” basismenu.
Servotest 1 Aanwijzing: 2 3 NORMAAL Graubele TRG. 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Om de servo-testfunctie te kunnen activeren tipt u rechts boven met een vinger of de meegeleverde stift op het veld AAND : 1 2 3 NORMAAL Graubele TRG. 4 5 6 7 8 9 10 11 12 AAND TEST +0.5s Start een servotest alleen in een speciaal voor dit doel aangemaakt modelgeheugen zonder een enkele mixer! In andere gevallen leidt dit tot onvoorspelbare servo-uitslagen.
Kanaal Set Toewijzing van stuurelementen en schakelaars Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 000:00.0 aantippen NORMAAL Graubele ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “groene” basismenu. Tip hier met een vinger of de meegeleverde stift op het menupunt »KAN SET«: BASIS TERUG MOD.
Toewijzing van een stuurelement Tip met een vinger of de meegeleverde stift op het waardenveld in de regel van het gewenste stuurkanaal, bijvoorbeeld: TRG. GL Graubele Sv 1. K1 St 1 7. AUX 2 GEEN 2. RO1L St 2 8. AUX 3 GEEN 3. HO St 3 9. AUX 4 GEEN 4. RI St 4 10. AUX 5 GEEN 5. RO1R G EN 11. AUX 6 GEEN 6. AUX 1 GEEN 12. AUX 7 GEEN aantippen GL Graubele Sv GL Graubele Sv St 1 7. AUX 2 GEEN TRG. St 1 St 2 3. HO St 3 4. RI St 4 10. AUX 5 GEEN 4. RI St 4 5.
Gaslimiet-functie Bij het modeltype “helikopter” is de standaard bij de zender mz-18 HoTT de ingang “9” en bij de zender mz24 HoTT de ingang “12” aan de proportionele draaiknop “DV1” toegekend: TRG. Starlet GL Sv 1. PITCH St 1 7. GYRO 2. ROLL1 St 2 8. GOVERNOR GEEN 3. NICK1 St 3 9. AUX 2 4. HEKROTOR St 4 5. AUX 1 GEEN 6. GAS GEEN TRG.
Tip: Maak gebruik van de »Servo-monitor«, om de invloed van de gaslimiter te controleren. Denk er aan, dat bij de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT de servo-uitgang 6 de gasservo aanstuurt! Basisinstelling stationairloop Draai de gaslimiter – standaard de aan de links vooraan resp. links bovenop de zender gemonteerde proportionele draaiknop “DV1” – eerst met de klok mee tot aan de aanslag.
Zenderuitgang Verwisselen van de uitgangen van de zender Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “B” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 0 000:00.0 000:00.0 aantippen NORMAAL Graubele ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “groene” basismenu. Tip hier met een vinger of de meegeleverde stift op het menupunt »ZEND.UITG«: TERUG MOD.
gemeenschappelijke functiemenu’s de oorspronkelijke configuratie houden. In dit geval verwisselt u de kanalen 1 en 6 met elkaar, zodat zich – zoals hierboven afgebeeld – (stuur-)kanaal 6 aan uitgang 1 zit en omgekeerd. Aanwijzing: Met de als “Channel Mapping” aangeduide kanaal-toewijzingsfunctie van de ontvanger van het in de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT geïntegreerde »Telemetrie«-menu kunnen de maximaal 9 resp.
Wat is een mixer? Principes van een mixfunctie Bij veel modellen is vaak een mix van verschillende aansturingen in het model wenselijk, bv. een koppeling tussen rol- en richtingroer of een koppeling van twee servo’s, wanneer 2 roeren van aparte servo’s moeten worden aangestuurd. In al deze gevallen wordt de signaalstroom aan de “uitgang” van het stuurelement “afgetakt” – d.w.z. op een punt, waarbij de verschillende opties van het stuurelement ook al het signaal beïnvloeden, zoals bv.
Algemene opmerkingen bij de vrij programmeerbare mixers In het verloop van het handboek worden er een groot aantal kant-en-klaar geprogrammeerde koppelfuncties beschreven. De eigenlijke betekenis van mixers en de functie ervan werd op de bladzijde links al uit de doeken gedaan.
Vrije mixers Vrij programmeerbare mixers Tip eventueel met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel’-symbool: 000% TRG. 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 NORMAAL ACT VAN 1. BLK GEEN >> 2. BLK GEEN >> GEEN 3. BLK GEEN >> GEEN 000% RX Graubele NAAR 4. BLK GEEN >> GEEN N RMAAL 5. BLK GEEN >> GEEN aantippen TRG. SET GEEN 000:00.0 Sv GEEN NORMAAL Graubele >> Sv GEEN VLG.
Kies nu één van de stuurfuncties 1 … 9 resp. 1 … 12 uit, zie “Begripsdefinities” op bladzijde 38, door deze met een vinger of de meegeleverde stift aan te tippen, bijvoorbeeld: TRG. NORMAAL Graubele GEEN >> Sv stuurkanalen vast door met een vinger of de meegeleverde stift op de rechter van de beide bovenste rode toetsen te tippen: TRG.
TRG. Graubele ACT VAN 1. BLK K1 2. BLK GEEN NORMAAL NAAR SET >> K3 >> >> GEEN 3. BLK GEEN >> GEEN 4. BLK GEEN >> GEEN 5. BLK GEEN >> GEEN Sv VLG. De kleur van de toets wisselt van rood naar blauw: Mixer wissen Om een al gedefinieerde mixer weer te wissen tipt u met een vinger of de meegeleverde stift óf op de “VAN”- óf op de “NAAR”-toets van de te wissen mixer, bijvoorbeeld: TRG. ACT VAN 1. AAN K1 >> Mixer activeren resp. deactiveren 2.
Instellen van de lineaire mixers 1 … 5 Mixpercentages Voor het instellen van één van de lineaire mixers 1 … 5 tipt u in de regel van de in te stellen mixer met een vinger of de meegeleverde stift in de kolom “SET”, bijvoorbeeld: … boven en onder het mixer-neutraalpunt – uitgaand van de actuele positie daarvan – definiëren. Om bijvoorbeeld de mixerwaarde onder het neutraalpunt in te stellen tipt u met een vinger of de meegeleverde stift op het waardenveld rechts naast “A”: TRG.
TRG. K1 Graubele NORMAAL Sv >> K 3 TRG. K1 +050% B +125% OFFSET X 000% RES OFFSET Y 000% – K1 Graubele NORMAAL Sv A OFFSET Y 125% aantippen 000% TRG. K1 Graubele NORMAAL + RES – Sv >> K 3 ACT AAN St/S AAN A +050% B +125% + OFFSET X +030% RES OFFSET Y 000% + RES 000% – Mixerschakelaar Zodra een mixer, zoals beschreven in het onderdeel “Mixer activeren resp. deactiveren” op bladzijde 104, geactiveerd is, zijn de waardenvelden rechts naast “ACT” en “St/S” ook AAN .
TRG. K1 Graubele NORMAAL TRG Sv >> K 3 K8 KIEZEN CLR T X +030% OFFSET Y –050% Sv >> K10 TRG. K8 + IN UIT aantippen RES – UNT ST. UIT Na het afsluiten van uw instellingen keert u door middel van het aantippen van de toets TRG. links boven op het display terug naar de mixer-keuze.
doorgenummerd worden. tussen de desbetreffende eindpositie en de middelste positie te zetten: Wissen van een steunpunt Om één van de gemaakte steunpunten 1 tot max. 5 weer te wissen, moet de verticale lijn met het bijbehorende stuurelement in de buurt van het te wissen steunpunt worden gebracht. Zodra het nummer van dit steunpunt en de bijbehorende waarde worden in de regel “Punt” getoond worden en het punt rood is, zie afbeelding hieronder, kunt u deze door aantippen van de toets ENT wissen, bv.: TRG.
Trainer Verbinding van twee zenders met DSC-kabel Tip eventueel met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel’-symbool: 000% TRG. 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 Sv Graubele K1 LER. K7 LER. St/S K2 LER. K8 LER. GEEN BIND K3 LER. K9 LER. K4 LER. K 10 LER. UIT 000:00.0 K5 LER. K 11 LER. TYPE N RMAAL K6 LER. K 12 LER. HF 000:00.0 aantippen mogelijk bij een uitgeschakelde leraar-leerling-verbinding.
TRG. Sv Graubele K1 LEERL. K7 LER. St/S K2 LEERL. K8 LER. SW 8 BIND K3 LEERL. K9 LER. K4 LEERL. K 10 LER. UIT K5 LER. K 11 LER. TYPE K6 LER. K 12 LER. HF Omdat op dit vroege tijdstip van de programmering van een leraar-leerling-systeem er waarschijnlijk nog geen kant-en-klaar geprogrammeerde leerlingzender aan de leraarzender zal zijn aangesloten, reageert de zender direct vanwege de door de schakelaartoewijzing gesloten schakelaar met hoorbare waarschuwingssignalen.
bevat! Wanneer bij één van de vier hierboven genoemde zenders het leerling-gebruik niet met een nieuw aangemaakt modelgeheugen gestart worden maar met een al bestaand modelgeheugen, dan moet u er in ieder geval op letten dat in de regel “Module” van het menu »Basisinstelling model« “HoTT” is ingesteld. Anders is het mogelijk dat het aan de DSC-aansluiting aanwezige PPM-signaal geïnverteerd is.
Verbindingsschema leerlingzender mz-18 HoTT en mz-24 HoTT leraar-zender mz-18 HoTT en mz-24 HoTT M leraar-/leerling-kabel Best.-Nr. 4179.1 S leraar-/leerling-kabel Best.-Nr. 4179.1 leraar-/leerling-kabel Best.-Nr. 3290.8 leraar-zender met DSC-bus leraar-zender met leraarmodule Best.-Nr. 3290.2, 3290.19, 3290.
Draadloos HoTT-systeem Het leraar-leerling-systeem van de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT kan ook draadloos worden gebruikt. Daarvoor wordt, zoals hieronder beschreven, de leraar-zender met een leerling-zender “verbonden”. Deze configuratie is mogelijk tussen zenders, die in het menu »TRAINER« over de optie “BIND:” beschikken, zie ook afbeeldingen in dit onderdeel. Voorbereiden van de zenders Leraarzender Het trainermodel moet compleet, d.w.z.
kanaal funktie 1 motor/rem resp. pitch 2 rolroer resp. rollen 3 hoogteroer resp. nicken 4 richtingroer resp. hekrotor Kies door aantippen met een vinger of de meegeleverde stift de aan de leerling over te geven stuurelementen 1 tot max. 12 uit, bijvoorbeeld: TRG. K1 Sv Graubele LEERL. K7 LER. St/S K2 LEERL. K8 LER. GEEN K3 LEERL. K9 LER. BIND K4 LEERL. K 10 LER. UIT K5 LER. K 11 LER. TYPE K6 LER. K 12 LER. HF Sv Graubele K1 LEERL. K7 LER. St/S K2 LEERL.
Belangrijke aanwijzing: Controleer in ieder geval VÓÓR het begin van het leraar-/leerling-sessie bij het startklare model of alle functies correct overgegeven kunnen worden. Tijdens de … trainingsvlucht … kunnen de leraar en de leerling gemakkelijk op enige afstand van elkaar blijven. De zogenaamde roepafstand (max.
Telemetrie Instellen en weergeven Via het »Telemetrie«-menu kunnen in realtime zenderen ontvanger-data en gegevens van optioneel aangesloten telemetrie-sensoren opgeroepen en zichtbaar gemaakt worden. De ontvanger-data worden via het in de HoTT-ontvanger geïntegreerde terugkoppelingskanaal naar de zender overgebracht. Aan de telemetrie-aansluitingen van de van de actuele Firmware voorziene ontvangers GR-12L (Best.-Nr. S1012), GR-12S HoTT (Best.-Nr. 33505), GR-12 HoTT (Best.-Nr. 33506), GR-16 HoTT (Best.-Nr.
Telemetrie De onder het verzamelbegrip »Telemetrie« samengevatte menu’s kunnen vanuit het “blauwe” functiemenu van de zenders mz-18 en mz-24 HoTT opgeroepen worden. Tip met een vinger of de meegeleverde stift op het menupunt »TELEMET.«: TERUG BASIS FUNKTIE SYSTEEM FASE DR/EXP VL MIX GAS CRV aantippen PROG MIX RO DIFF WK MIX TRAINER BUTTERFLY V-STAART WK TELEMET.
INSTELLEN/WEERGEVEN Op de eerste, van het opschrift … RX DATAVIEW … voorziene displaybladzijde van het ondermenu “INSTELLEN/WEERGEVEN” van het »Telemetrie«-menu … TRG. Graubele R-TEM. temperatuur ontvanger in °C L PACK TIME geeft de langste tijdspanne in ms weer, waarbij datapaketten bij de overdracht van de zender naar de ontvanger verloren zijn gegaan R-VOLT actuele bedrijfsspanning van de ontvanger in Volt L.
tisch signaal (voortdurende pieptoon) en in alle ontvanger- ondermenu’s “RX” verschijnt rechtsboven “TEMP.E” in rode letters. Op de display-bladzijde “RX DATAVIEW” wordt bovendien de parameter “R-TEM” rood weergegeven. RX SERVO TRG. L PACK TIME (datapaketten) Geeft de langste tijdspanne in ms weer, waarbij datapaketten bij de overdracht van de zender naar de ontvanger verloren zijn gegaan. In de praktijk is dat de langste periode, waarbij de besturing in de Fail-Safe-modus is gegaan.
TRG. Graubele RX SERVO OUTPUT CH: REVERSE : >CENTER : TRIM : LIMIT– : LIMIT+ : PERIOD : <> ONTV 01 GAM OFF 1500µsec EAM –000µsec VARIO 150% 150% GPS 20msec TRG. – + VLG. SET ESC Nu beweegt u het bijbehorende stuurelement, de stuurknuppel en/of trimhevel naar de gewenste positie en slaat u de actuele positie op door opnieuw de SET -toets aan te tippen. Deze positie wordt opgeslagen als nieuwe neutrale positie.
FAIL SAFE” van het »Telemetrie«-menu door middel van de opties “MODE”, “F.S. Pos.” en “DELAY”. De beschrijving van deze variant begint met de optie “MODE”, verder hieronder. waarde betekenis mogelijke instellingen OUTPUT CH uitgangskanaal 1 … afhankelijk (servo-aansluiting van van ontvanger de ontvanger) INPUT CH ingangskanaal (van zender komend stuurkanaal) 1 … max. 12 MODE Fail-Safe-modus HOLD FAIL SAFE OFF F.S.POS.
TRG. Graubele RX FAIL SAFE <> ONTV OUTPUT CH: 01 GAM INPUT CH: 01 MODE : HOLD EAM >F.S.POS : 1150µsec VARIO DELAY : 0:25sec FAIL SAFE ALL: NO GPS POSITION : 1100µsec TRG. – + VLG. SET ESC Standaardinstelling: 1500 μs (servo-midden). Belangrijke aanwijzing: De functie “F.S.POS.
TRG. RX FAIL SAFE <> ONTV OUTPUT CH: 08 GAM >INPUT CH: 04 MODE : HOLD EAM F.S.POS : 1500µsec VARIO DELAY : 0:25sec FAIL SAFE ALL: NO GPS POSITION : 1456µsec TRG. TRG. – + VLG. SET … dan bepaalt volledig onafhankelijk van de individuele instellingen van de desbetreffende OUTPUT CH het INPUT CH 04 het Fail-Safe-gedrag van deze drie aan het stuurkanaal 4 verbonden servo’s: Graubele RX FAIL SAFE <> ONTV OUTPUT CH: 04 GAM INPUT CH: 04 >MODE : FAI SAFE EAM F.S.
TRG. Graubele RX CURVE >CURVE1 CH TYPE CURVE2 CH TYPE CURVE3 CH TYPE <> : : : : : : 02 B 03 B 04 B ONTV TRG. GAM – EAM + VARIO VLG.
B: lineaire instelling De servo volgt de beweging van de stuurknuppel lineair. C: EXPO = +100 % en DUAL RATE = 70 % De servo reageert zwak op stuurknuppelbewegingen rondom de neutrale positie. Met toenemende roeruitslag verloopt de curve steiler. Aanwijzing: De hier geprogrammeerde stuurkarakteristieken hebben ook effect op gemappte ontvangeruitgangen. 5CH FUNCTION: „SERVO“ of „SENSOR“ TRG. TRG. – + VLG.
waarde CH OUTPUT TYPE betekenis kanaal-volgorde resp. signaaltype van de sommensignaaluitgang mogelijke instellingen ONCE, SAME, SUMI, SUMO en SUMD ALL-MAX (servo-weg aan de “+”-kant) In deze regel stelt u de maximale servoweg aan de plus-kant van de stuurweg bij de servotest in. 2000 μs komt overeen met de volledige uitslag aan de “+”-kant, 1500 μs is de middenpositie. Let er op, dat de servo’s tijdens de test niet mechanisch kunnen blokkeren.
CH OUTPUT TYPE (aansluitingstype) In deze regel kiest u hoe ontvangeruitgangen worden aangestuurd of alternatief het signaaltype van de sommensignaal-uitgang • ONCE TRG. Graubele RX SERVO TEST < ALL-MAX : 2000µsec ALL-MIN : 1200µsec TEST : STOP ALARM VOLT : 3:8V ALARM TEMP+: 55°C ALARM TEMP–:–10°C >CH OUT TYPE:ONCE ONTV TRG. GAM – EAM + VARIO VLG. GPS SET ESC De servo-aansluitingen van de ontvanger worden na elkaar aangestuurd. Aanbevolen voor analoge servo’s.
ken in tegenstelling daartoe over een eigen, met “- + S” aangeduide sommensignaal-aansluiting links onder. Meer informatie hierover vindt u op Internet onder www.graupner.de. Via deze verbinding worden alle resp. de in de regel “CH OUT TYPE” gekozen kanalen van die HoTT-ontvanger, die als SUMO geconfigureerd werd, en als satellietontvangers wordt betiteld, permanent naar de tweede HoTT-ontvanger, de hoofdontvanger, die als … • SUMI (sommensignaal IN) … geprogrammeerd moet worden, overgedragen.
• • HD (“hold”) De als laatst correct bevonden signalen worden “vastgehouden” (hold). FS (Fail Safe) De signalen die van te voren als Fail-Safe-posities zijn opgeslagen worden nu gebruikt, zie onderdeel »Fail Safe« op bladzijde 86. OF (OFF) Zolang er een ontvangststoring optreedt worden er geen signalen gevormd. Als laatste wisselt het actieve veld na een hernieuwd aantippen van de SET -toets rechts onder naar de kanaalkeuze.
SENSOR Weergave van actieve / inactieve sensoren TRG. Graubele RX1 ONTVANGER SELECT. INSTELLEN/WEERGEVEN >> SENSOR >> HF STATUS aantippen BERICHT Bij zenders van het type mz-18 HoTT en mz-24 HoTT worden eventueel aan de ontvanger aangesloten sensoren bij het inschakelen van de stroomvoorziening automatisch herkend en dienovereenkomstig geactiveerd. Actieve resp. inactieve sensoren worden bij een bestaande telemetrie-verbinding in dit ondermenu automatisch aangegeven.
WEERGAVE HF STATUS Na het aantippen van de desbetreffende toets met een vinger of de meegeleverde stift … TRG. Graubele RX1 ONTVANGER SELECT. INSTELLEN/WEERGEVEN >> SENSOR >> HF STATUS >> BERICHT vermogen slechter is wanneer de balk hoger is en omgekeerd, zie ook “S-dBm (ontvangstvermogen)” op bladzijde 118. Naast de grafische weergave van het ontvangstniveau wordt links daarvan nog meer informatie geboden in de vorm van getallen.
BERICHTEN Na aantippen van de desbetreffende toets met een vinger of de meegeleverde stift ... TRG. TRG. HERH. Graubele RX1 INSTELLEN/WEERGEVEN SENSOR GAM Graubele 10s GEEN VARIO GEEN >> ONTV. >> + GAM >> EAM >> RES VARIO >> GPS >> – ESC >> HERH. (HERHALEN) Om de gesproken berichten überhaupt te kunnen starten via de hoofdtelefoon-aansluiting is het nodig om in ieder gevalt aan de regel “HERH.” (herhalen) een schakelaar toe te wijzen.
Functiemenu vliegtuigmodellen In dit menu kunt u de berichten waaruit u kunt kiezen door middel van het aantippen met een vinger of de meegeleverde stift willekeurig activeren resp. deactiveren, bv.: TRG. Graubele ZEND.V KLOK 2 MOD.TIJD TIJD ACCUTIJD meegeleverde stift willekeurig activeren resp. deactiveren.
Fase Inrichten van vliegfasen Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Graubele ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu.
Graubele TRG. • VLG. FASE VERTR 1. NORMAAL 0.0s 2. START 0.0s 3. St/S de toets onder “DOEL”, … Graubele TRG. NW 1. NO FASE 2 DEL 2. S 4. FASE 3 + 3. FA 5. FASE 4 – 4. FASE 3 5. FASE 4 Graubele TRG. VERTR FASE 1. NORMAAL 0.0s 2. START 0.0s St/S GEEN NAAM KOP. 5. FASE 4 – VLG. NW NO 2. S 3. F 4. FASE 3 + 5. FASE 4 – NEE KOPIEER NW + 1. JA St/S FASE 3 Door het aantippen van de toets KOP.
Graubele TRG. FASE VERTR 1. NORMAAL 0.0s 2. START 0 s aantippen St/S NW GEEN KOP. GEEN DEL 3. SPEED FASE 3 + 5. FASE 4 – De kleur van het veld wisselt van rood naar blauw: Graubele TRG. VLG. NW FASE VERTR 1. NORMAAL 0.0s 2. START 0.0s GEEN KOP. 3. SPEED 0.0s GEEN DEL 4. FASE 3 5. St/S NAAM Kolom “St/S” (stuurelement/schakelaar) In de hierboven beschreven kolommen “FASE” en “VERTR(aging)” heeft u al aan de vliegfasen 1 ... max.
Voor uw aantekeningen 137
DR/Expo Omschakelbare stuurkarakteristiek voor rol-, hoogte- en richtingroer en voor de stuurfuncties 5 … 9 resp. 5 … 12 Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Graubele ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu.
TRG. Graubele K NORMAAL Sv K5-12 K5 +100% +100% K9 +100% +100% K6 +100% +100% K10 +100% +100% + K7 +100% +100% K11 +100% +100% RES K8 +100% +100% K12 +100% +100% – DR – TRG.
standaardwaarde. TRG. LET OP: Graubele K De Dual-Rate-waarde moet uit veiligheidsoverwegingen minstens 20 % bedragen.
TRG. Graubele K NORMAAL Sv K5-12 K5 +100% +100% K9 +100% +100% K6 +100% +100% K10 +100% +100% + K7 +100% +100% K11 +100% +100% RES K8 +100% +100% K12 +100% +100% – DR – DR – DR + DR + Stel nu met de + of – toets rechts buiten de gewenste waarde in. Het instelbereik bedraagt ±125 %. Met de waarde aan de plus-kant van de stuurweg gaat u eventueel op dezelfde manier te werk, bijvoorbeeld: TRG.
Vleugelmixers Afstellen van mixers Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Graubele 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu. Tip hier met een vinger of de meegeleverde stift op het menupunt »VL MIX«: TERUG FASE • BASIS DR/EXP PROG.
TRG. Graubele NORMAAL Sv RI >> RO NORMAAL Graubele Sv RI >> O A MIX% +100% aantippen B +100% + Graubele NORMAAL +050% MIX% B +050% + – – Sv B +050% MIX% RES RI >> RO A A +050% RES Stel nu met de + of – toets rechts buiten de gewenste waarde in. Met de waarde aan de plus-kant van de stuurweg gaat u eventueel op dezelfde manier te werk, bijvoorbeeld: TRG. TRG. … keert u terug naar de keuze van de mixers: TRG.
TRG. Graubele NORMAAL Sv RO >> RI MIX% +100% aantippen B +100% + Sv Graubele NORMAAL +050% MIX% B +050% + – – Sv B +050% MIX% RES RO >> RI A A +050% RES Stel nu met de + of – toets rechts buiten de gewenste waarde in. Met de waarde aan de plus-kant van de stuurweg gaat u eventueel op dezelfde manier te werk, bijvoorbeeld: … keert u terug naar de keuze van de mixers: TRG.
TRG. Graubele NORMAAL Sv RI >> HO NORMAAL Graubele Sv RI >> O A MIX% +100% aantippen B +100% + Graubele NORMAAL +050% MIX% B +050% + – – Sv B +050% MIX% RES RI >> HO A A +050% RES Stel nu met de + of – toets rechts buiten de gewenste waarde in. Met de waarde aan de plus-kant van de stuurweg gaat u eventueel op dezelfde manier te werk, bijvoorbeeld: TRG. TRG. … keert u terug naar de keuze van de mixers: TRG.
Gas-curve Instellen van de stuurkarakteristiek van de gas-/rem-stuurknuppel Aanwijzing: Dit menu is bij de keuze van een “model zonder aandrijving” in de basis-instellingen van het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« niet zichtbaar. Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 000:00.
TRG. NORMAAL Graubele CURVE UIT IN –100% UIT –100% PUNT ST. AAN L X-AS Sv + 000% – Y-AS ENT Tip met een vinger of de meegeleverde stift zolang op de + toets aan de rechter rand van het display of houd deze zo lang ingedrukt, tot in de regel “punt” een waarde van +100 % bereikt is: TRG. NORMAAL Graubele CURVE UIT IN –100% UIT +100% PUNT ST. AAN L X-AS TRG.
TRG. NORMAAL Graubele CURVE UIT IN +050% UIT +050% PUNT ST. AAN 1 X-AS Sv TRG. + +050% – Y-AS ENT TRG. NORMAAL Graubele UIT IN 000% UIT 000% ST. AAN TRG. Sv UIT IN –050% UIT –050% PUNT ST. AAN 1 X-AS + UIT 000% UIT 000% – Y-AS ENT Wissen van een steunpunt Om één van de gemaakte steunpunten 1 tot max. 5 weer te kunnen wissen, moet de verticale – groene – lijn met de stuurknuppel in de buurt van het desbetreffende steunpunt worden gebracht.
Aanwijzing: Let u er op, dat de percentages in de regels “IN(gang)” en “UIT(gang)” altijd betrekking hebben op de actuele positie van de stuurknuppel en niet op de positie van de punt. Na het afsluiten van uw instellingen keert u door aantippen van de toets TRG. links boven op het display weer terug naar de menukeuze.
Stationairloop Instellen van een stabiele stationairloop Aanwijzing: Sv Graubele TRG. Dit menu is afhankelijk van de basis-instellingen van het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« eventueel niet zichtbaar. BLK + St/S AAN RES SET 000% – RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 4.1V TX 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Graubele Programmering In de regel “ACT” activeert resp. deactiveert u de optie “STATION.
Snap Roll Programma-automaat Aanwijzing: TRG. Dit menu is afhankelijk van de basis-instellingen van het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« eventueel niet zichtbaar. Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% RO HO NORMAAL RI Sv St/S R/P BLK –100% –100% –100% AAN R/N BLK –100% +100% +100% AAN + L/P BLK +100% –100% +100% AAN RES L/N BLK +100% +100% –100% AAN – 000% RX 4.1V TX RX 00.
RO-differentiatie Instellen van de rolroer-differentiatie Aanwijzing: Dit menu is bij de keuze van “1RO” of “1RO1WK” in het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« niet zichtbaar. Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Graubele gelden dan bij bv.
mogelijk om een differentiatie per kant onafhankelijk van de draairichtingen van de rolroerservo’s in te stellen. 100 % (weg) komt overeen met de normale aansturing, d.w.z. geen differentiatie, en 0 % (weg) met de Split-functie. Hoge absolute waarden zijn bij kunstvlucht nodig, zodat het model bij een rolroeruitslag exact om de lengte-as draait. Middelmatige waarden van ca. 50 % zij typisch voor de ondersteuning van de bochten bij een thermiekvlucht.
WK-mixers Instelling van de welfkleppen-mixers • Aanwijzing: Dit menu is bij de keuze van alleen “1RO” of “2RO” in het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« niet zichtbaar.
op het desbetreffende waardenveld, bijvoorbeeld: TRG. Graubele THERMIEK Sv aantippen W 1L WK2L WK2R WK1R + RATE A +100% 000% 000% +100% RES RATE B +100% 000% 000% +100% – OFFSET 000% 000% 000% 000% De kleur van het veld wisselt van rood naar blauw: TRG.
Regel RO >> WK In deze regel kunt u vliegfasen-afhankelijk instellen, met welk percentage het welfkleppenpaar “WK” en eventueel “WK2” bij rolroersturing als rolroer meegenomen moet worden. Normaal gesproken moeten de welfkleppen de rolroerkleppen echter met een geringere uitslag volgen, d.w.z. het mixpercentage is kleiner dan 100 %. Het instelbereik van ±125 % maakt het mogelijk, om de uitslagrichting afhankelijk van de draairichting van de welfkleppenservo’s aan de richting van de rolroeren aan te passen.
De instelling vindt symmetrisch of asymmetrisch ten opzichte van het neutraalpunt van het welfkleppen-stuurelement plaats. Het instelbereik bedraagt ±125 %. Bij deze mixer liggen de “normale” waarden enkele tientallen procenten. Standaard ingesteld is overal 0 %: TRG. Graubele SPEED St/S WK >> HO TERUG BASIS FUNKTIE SYSTEEM FASE DR/EXP VL MIX GAS CRV PROG.MIX RO DIFF WK MIX WK SET BUTTERFLY TRAINER V-STAART TELEMET. Sv AAN VLG.
WK-SET Instelling van het effect van het welfkleppen-stuurelement Aanwijzing: TRG. Dit menu is bij de keuze van alleen “1RO” in het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« niet zichtbaar. Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% BLK NORMAAL St/S Sv AAN VLG. GL Graubele Sv St 1 7. WK1R GEEN 2. RO1L St 2 8. AUX 3 GEEN RO1R + 3. HO St 3 9. AUX 4 GEEN RATE A 000% 000% RES 4. RI St 4 10.
… wordt het in het ondermenu »KAN. SET« aan de ingang 6 toegewezen bedieningselement naar de in dit onderdeel beschreven functie “Fasentrimming” omgeschakeld, waarbij echter de invloed van de in het ondermenu »DR/EXPO« van het functiemenu ingestelde waarden procentueel behouden blijft. In de hieronder beschreven displays legt u dus vast, met welk percentage het in het menu »KAN.
TRG. ACT Graubele AAN THERMIEK St/S Sv SW 3 VLG. + HO-L RATE A +005% RES RATE B +005% – Aanwijzing: Standaard is in het menu »KAN. SET« aan de ingang 6 GEEN stuurelement toegewezen. U kunt echter op elk moment een stuurelement of schakelaar toewijzen en daarmee, zoals in dit onderdeel beschreven is, verschillende welfkleppenposities binnen een vliegfase instellen. Na het afsluiten van uw instellingen keert u door aantippen van de toets TRG.
Voor uw aantekeningen 161
Rem Instelling van het remsysteem van motormodellen Aanwijzing: TRG. Dit menu is bij de keuze van alleen “1RO” in het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« niet zichtbaar. ACT St/S AAN RO1L RO1R + RATE 000% 000% RES – 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 TRG. ACT 000:00.0 N RMAAL St/S FUNKTIE SYSTEEM FASE DR/EXP VL MIX GAS CRV STATION. PROG.MIX SNAP ROLL RO DIFF WK SET REM TRAINER TELEMET.
blauw: TRG. TRG. ACT Graubele AAN LANDING St/S Sv ACT Graubele AAN LANDING St/S Sv SW 8 RO1L RO1R + RATE 000% 000% RES WK1L WK2L WK2R WK1R RATE –034% –045% –045% –034% + RES – – In het nu actieve, d.w.z. blauw afgebeelde waardenveld kunt u de actuele waarde over een bereik van ±150 % met de + toets verhogen en met de – toets verkleinen, bv.: ACT Graubele AAN LANDING St/S BASIS FUNKTIE SYSTEEM VLG. VLG. TRG. TERUG SW 8 Sv TRG. VLG.
Butterfly Instelling van het remsysteem bij zweefmodellen Aanwijzing: TRG. Dit menu is afhankelijk van de basisinstellingen van het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« eventueel niet zichtbaar. Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% BLK NORMAAL St/S Sv AAN VLG. RO1L RO1R + RATE 000% 000% RES – 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00.0 000:00.
als “BUTTERFLY UIT” aangeduide positie van het stuurelement, kan op een willekeurige plek worden vastgelegd. Omdat de correcte instelling hiervan echter een belangrijke voorwaarde voor de juiste werking van de kleppen is, behandelen we deze beschrijving als eerste. TRG. Graubele BUTTERFLY UIT LANDING +100% +090% Sv VLG. Display BUTTERFLY UIT Schakel dus om naar de gewenste vliegfase, bv. naar de vliegfase «LANDING» en tip daarna het gewenste aantal keren op de toets VLG.
TRG. ACT Graubele BLK LANDING St/S Sv AAN TRG. Graubele AAN ACT LANDING St/S SW 5 VLG. RO1L RO1R + RATE 000% 000% RES VLG. RO1L RO1R + RATE 000% 000% RES – In dit display en eventueel ook in de hieronder beschreven displays geeft u nu aan, met welk percentage en in welke richting uw vleugelkleppen en eventueel ook het hoogteroer voor het “remmen” moeten uitslaan.
“HO-curve” – wordt het hoogteroer zo bijgetrimd, dat de vliegsnelheid ten opzichte van de normale snelheid niet wezenlijk verandert. Anders riskeert u namelijk dat het model bij het indraaien van de landingskleppen, bv. wanneer het veld tóch net niet gehaald wordt bij de landing, doorzakt of zelfs neerstort. Tips voor het “zien” van het rem-effect: Kleppen uitdraaien en van voren over en onder de vleugel kijken.
V-staart Instelling van de aansturing van een V-staart Aanwijzing: Dit menu is alleen bij de keuze van een V-staart in de basisinstellingen van het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« zichtbaar. Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX TRG. NORMAAL Graubele 000 mz 0:01:23 M 1 000 000:00.
Functiemenu vliegtuigmodellen Functiemenu helikoptermodellen Voor uw aantekeningen 169
Fase Inrichten van vliegfasen Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Starlet ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu.
Starlet TRG. • VLG. FASE VERTR 1. NORMAAL 0.0s 2. AUTOROT 3. HOVER 4. 5. St/S de toets onder “DOEL”, … Starlet TRG. NW 1. NO DEL 2. AU RPM 2 + 3. H RPM 3 – 4. RPM 2 5. RPM 3 GEEN Toets KOP (kopiëren) Een ingerichte, blauw gemarkeerde en dus actieve fase kunt u, na aantippen van de toets KOP (kopiëren) aan de rechter rand van het display met de vinger of de meegeleverde stift, naar een willekeurige andere fase kopiëren, bijvoorbeeld: Starlet TRG. VERTR FASE 1. NORMAAL 2.
stift aan te tippen, bijvoorbeeld: Starlet TRG. FASE VERTR 1. NORMAAL 0.0s Aanwijzing: VLG. St/S NW NAAM 2. AUTOROT 0 s GEEN KOP 3. HOVER aantippen GEEN DEL 4. RPM 2 + 5. RPM 3 – 0.0s De kleur van het veld wisselt van rood naar blauw: Starlet TRG. VLG. NW FASE VERTR 1. NORMAAL 0.0s 2. AUTOROT 0.0s GEEN KOP 3. HOVER 0.0s GEEN DEL St/S NAAM 4. RPM 2 + 5. RPM 3 – Stel nu met de + resp. – toets rechts onder de gewenste waarde in.
DR/Expo Omschakelbare stuurkarakteristiek voor rollen, nicken en hekrotor en voor de stuurfuncties 5 … 9 resp. 5 … 12 Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Starlet ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu.
TRG. Starlet NORMAAL Sv K5-12 K K5 +100% +100% K6 +100% +100% K10 +100% +100% + K7 +100% +100% K11 +100% +100% RES K8 +100% +100% K12 +100% +100% – DR – TRG.
standaardwaarde. TRG. K De Dual-Rate-waarde moet uit veiligheidsoverwegingen minstens 20 % bedragen.
TRG. Starlet NORMAAL Sv K5-12 K K5 +100% +100% K6 +100% +100% K10 +100% +100% + K7 +100% +100% K11 +100% +100% RES K8 +100% +100% K12 +100% +100% – DR – K9 DR + +100% +100% DR – DR + Stel nu met de + of – toets rechts buiten de gewenste waarde in. Het instelbereik bedraagt ±125 %. Met de waarde aan de plus-kant van de stuurweg gaat u eventueel op dezelfde manier te werk, bijvoorbeeld: TRG.
Pitch curve Vliegfasen-specifieke instelling van de pitch-stuurcurve Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% TRG. CURVE 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.0 N RMAAL Starlet ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu. Tip hier met een vinger of de meegeleverde stift op het menupunt »PIT.
maakt: Principes van de bediening • Toets ST. UIT resp. ST. AAN Aantippen van deze toets met een vinger of de meegeleverde stift zet de grafische en numerieke weergave van de knuppelpositie aan resp. uit. Met het bedieningselement (gas-/pitch-stuurknuppel) wordt aansluitend in de grafiek een verticale – groene – lijn synchroon tussen de beide eindpunten “L” en “H” verschoven. De huidige stuurknuppelpositie wordt ook numeriek in de regel “IN(gang)” aangeduid (-100 % tot +100 %).
vinger of de meegeleverde stift activeert u deze functie. Aansluitend kunt u een actieve, d.w.z. rood afgebeelde, punt met de + toets naar eigen inzicht naar boven en met de – toets op dezelfde manier naar beneden verschuiven, bijvoorbeeld: Veranderen van de steunpunt-waarden • Toets X-AS Door middel van aantippen van deze, aan de onderste rand van het display geplaatste toets met een vinger of de meegeleverde stift activeert u deze functie. Aansluitend kunt u een actieve, d.w.z.
TRG. Pitch min. NORMAAL Starlet VOOR IN –036% UIT +027% PUNT ST. AAN TRG. TRG. TRIM STUUR. MIXER PUNT GEEN GEEN KIEZEN GEEN GEEN GEEN GEEN GEEN GEEN AAN CURVE aantippen 2 X-AS +027% – Y-AS ENT NORMAAL Starlet STUUR. MIXER PUNT FASE GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 + RES – TRG. NORMAAL Starlet STUUR.
TRG. NORMAAL Starlet Sv NORMAAL Starlet STUUR. MIXER PUNT FASE STUUR. MIXER PUNT FASE SL 1 GAS CRV 3 1 SL 1 GAS CRV 3 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 GEEN GEEN L 1 + RES – Aantippen van de toets RES zet een veranderde waarde in een blauw en dus actief waardenveld weer terug naar de standaardwaarde.
Autorotatie-instelling Tijdens het vliegen mét motor wordt de maximale bladhoek begrensd door het ter beschikking staande motorvermogen, in de autorotatie echter pas door loslaten van de stroming aan de hoofdrotorbladen. Voor een voldoende grote lift, ook bij een afnemend toerental, moet een grotere maximum pitchwaarde worden ingesteld. Schakel om naar de autorotatie-fase en beweeg dan de groene verticale lijn met de stuurknuppel naar punt “H”.
Gas curve Vliegfasen-specifieke instelling van de gas-stuurcurve Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen N RMAAL Starlet ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu.
gascurven voor verschillende vliegfasen zoals hover, kunstvlucht en 3D-vlucht. TRG.
NORMAAL Starlet GASLIMIET +100% Sv TRIM CURVE UIT IN +100% UIT +050% PUNT ST. AAN + H +075% – X-AS Y-AS ENT De hier in te stellen waarde hangt af van de gebruikte toerenregelaar en van het gewenste toerental en kan natuurlijk per vliegfase gevarieerd worden. Bij de autorotatie wordt vanuit deze mixer automatisch naar een vooraf ingestelde vaste waarde omgeschakeld, zie bladzijde 192.
Met deze basisinstelling moet de motor met behulp van de bijbehorende handleiding gestart en de stationairloop met de trimhevel van de gas-/pitchknuppel ingesteld worden. De stationairloop, die door u wordt ingesteld, wordt in de basisaanduiding aangegeven door een dwarse balk bij de positieaanduiding van de K1-trimhevel. 1.
Deze afbeelding toont alleen de verandering van het hoverpunt, d.w.z. pitchminimum en –maximum werden op –100 % resp. +100 % gelaten. uitgang +100% 100% 1 2 3 stuurweg 4 5 Pas deze instellingen zo lang aan, totdat er echt een constant toerental over de hele stuuruitslag tussen hover- en stijgvlucht is bereikt.
Gyro/Governor Instellingen voor gyro en toerenregelaar Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% Regel “Gyro verbergen” TRG. NORMAAL Starlet Sv 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.0 000:00.
stuurweg stuurelement “Gyro 7” voorbeeld: +50% gyro-effect d.w.z. bij 0 % gyro-reductie blijft het effect bij een bedienen van de hekrotor-stuurknuppel constant, bij 50 % wordt deze waarde verkleind tot de helft, wanneer het gekozen stuurelement, zoals hier getoond, tot +50 % van de stuuruitslag wordt verschoven en pas bij >150 % is deze waarde bij deze positie van de schuif al vóór een volledige uitslag van de hekrotor gereduceerd tot nul.
Regel “Gyro Offset” Regel “GOVERNOR” LET OP: Een in deze optie en een in de regel “K7” van het display “ST K5-9” resp. “K5-12” van het menu »DR/EXPO«, bladzijde 175, eventueel ingestelde Offset-waarde worden bij elkaar opgeteld! Let er daarom vanwege de overzichtelijkheid op, dat u alleen in één van de beide opties een Offset-waarde invoert resp. wijzigt.
TERUG BASIS FUNKTIE SYSTEEM FASE DR/EXPO PIT. CRV GAS CRV GYRO/GOV GAS-AR TUIMELSCH TS LIMIET HELI-MIX GAS MIX PROG.MIX TRAINER PIT>>HECK TELEMET.
Gas AR Gaspositie AR Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.0 motor moet starten. Stelt u bij de training de waarde in dit display dusdanig in, dat in de autorotatie de motor nog veilig stationair blijft lopen zonder dat de koppeling aangrijpt resp. een elektro-aandrijving veilig “uit” is.
TRG. Sv Starlet ACT AAN + St/S SW 3 RES SET –100% – In het blauwe en dus actieve waardenveld plaatst u nu door aantippen van de toetsen + of – aan de rechter kant van het display de rode pijl tegenover de groene pijl, bijvoorbeeld: TRG. Sv Starlet ACT AAN + St/S SW 3 RES SET –111% – Aantippen van de toets RES zet een gewijzigde waarde in een blauw en dus actief waardenveld weer terug naar de standaardwaarde.
Tuimelschijf Pitch-, roll- en nick-mixer Aanwijzing: Dit menu is bij de keuze van “1” (tuimelschijf-) servo in de basisinstellingen van het menu »Modelkeuze« resp. »Modeltype« niet zichtbaar. Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.
TS Limiter Instelbare begrenzing en –verdraaiing van de uitslag Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 … van een stuurknuppel nu over een cirkelvormig gebied begrenst – in zoverre de limiter in de regel “ACT” AAN -gezet is: TRG. 000:00.0 ACT AAN SET 100% + ROLL –071% RES NICK +071% – 000:00.
Heli mixer Vliegfasen-afhankelijke instelling van pitch, roll en nick Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% te schakelen. TRG. 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.0 000:00.0 aantippen TRG.
TRG. Starlet NORMAAL Sv TRG. ROLL >> NICK ROLL A MIX% 000% –012% 000% 000% + Starlet NORMAAL – MIX% Sv B –021% EXP 000% 000% +050% Starlet NORMAAL MIX TYPE ACT SET St/S + ROLL >> NICK AAN >> AAN RES NICK >> ROLL BLK >> AAN – PITCH >> ROLL BLK >> AAN PITCH >> NICK BLK >> AAN Aantippen van de toets RES zet een veranderde waarde in een blauw en dus actief waardenveld weer terug naar de standaardwaarde.
Gas mixer Vliegfasen-afhankelijke instelling voor het meenemen van het gas door pitch, roll en nick Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 2 000 000 000:00.0 000:00.0 ingesteld. Deze instellingen zijn met name nuttig bij kunstvlucht, bv.
TRG. Starlet NORMAAL menu weer in de richting van de “Gas mixer”-keuze door het aantippen van de toets TRG. links boven in het display: Sv ROLL >> GAS A MIX% B 000% 000% TRG. + ROLL RES Starlet NORMAAL Sv GAS aantippen – A MIX% B –021% –012% TRG.
Pitch >> hek Instelling autorotatie Vliegfasen-afhankelijke statische draaimoment-compensatie Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “F” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.2V TX RX 00.0V 000 000:00.0 000 mz 0:01:23 M 2 000 000:00.0 aantippen 000 N RMAAL Starlet ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “blauwe” functiemenu.
Functiemenu helikoptermodellen Systeemmenu Voor uw aantekeningen 201
Stick mode Stuurtoewijzing hoogte ACCUTIJD 00: 01: 23 000 rolroer richting rolroer HOOGTE hoogte 000 hek pitch nick pitch hek hek pitch HOOGTE nick roll hek nick Systeemmenu – stick mode GAS / PITCH Door aantippen van de toets TRG. links boven op het display keert u weer terug naar het systeemmenu: TERUG BASIS FUNKTIE SYSTEEM ST-MODE WAARSCHUWING ETC.SET DISPLAY ST KALIB. MP3 nick … aan de beide stuurknuppels toe te wijzen.
Waarschuwing Instellingen voor waarschuwingen vanuit de zender Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “S” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000:00.0 000:00 0 aantippen 000 NORMAAL Graubele ACCUTIJD 00: 01: 23 000 000 Het display wisselt naar de weergave van het “paarse” systeemmenu.
ETC set “Diverse” instellingen voor de zender Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “S” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX Aanwijzing: TRG. Bij de firmwareversie V 1.023 werd het aanbod aan instelopties met de regel “VARIO VOL” uitgebreid. 4.1V TX RX 00.0V 000 000:00.
TRG. INSCHAKELMELODIE openen, … Graubele 000% RX ACCUTYPE LITH AKKU WAARSCH 3.6V + AAN MELODIE A N RES aantippen – 03 VOLUME 03 VARIO VOL 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000 000:00 0 aantippen 000:00.0 3.6V + AAN MELODIE AAN RES VOLUME 03 – VARIO VOL 03 Door aantippen van de toetsen + of – aan de rechter rand van het display kiest u nu de voor u passende waarschuwingsdrempel uit, bv.: Graubele ACCUTYPE LITH AKKU WAARSCH 3.
VOLUME In deze regel kunt u het volume van de akoestische signalen en gesproken berichten van de zender individueel instellen. Tip met een vinger of de meegeleverde stift op het aanrakingsgevoelige veld in de regel “VOLUME”: TRG. Graubele ACCUTYPE LITH + UT RES VOLUME 03 – VARIO VOL 03 AAN MELODIE aantippen Graubele ACCUTYPE LITH AKKU WAARSCH 3.5V + AAN MELODIE UIT RES VOLUME 05 – VARIO VOL 03 VARIO VOL(UME) 3 5V AKKU WAARSCH TRG.
Display Instellingen van het zenderdisplay Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “S” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% 000% RX 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000:00.0 000:00 0 aantippen 000 NORMAAL Graubele TRG. DISPLAYLICHT Graubele 15 CONTRAST DISPLAY LICHT U T aantippen TOUCH GEVOEL.
TRG. TRG. Graubele Graubele 20 CONTRAST 20 CONTRAST 20 DISPLAY LICHT 30s DISPLAY LICHT 30s DISPLAY LICHT 30s TOUCH GEVOEL. LOGO KLEUR + 1 STNDRD RES UIT – ZONLICHT AAAAA876 HF-ID firmwareversie V 1.023 en hoger Een na afloop van een bepaalde tijdsperiode donker geworden display kan door indrukken van één van de beide rechts van het display geplaatste toetsen weer verlicht worden.
ZONLICHT 000% Om de optimale leesbaarheid van het display van de zenders mz-18 HoTT en mz-24 HoTT ook bij een lichte omgeving resp. bij zonlicht te garanderen, kunt u de standaard weergave op “contrastrijk” zetten. Om tussen AAN en UIT of omgekeerd te kunnen omschakelen, tipt u met een vinger of de meegeleverde stift op het aanrakingsgevoelige veld van de te wijzigen optie, bijvoorbeeld: RX TRG. CONTRAST 20 30s 3 TOUCH GEVOEL.
Knuppelkalibratie Kalibratie van de neutrale positie van de beide knuppelaggregaten Tip eventueel in het basisdisplay van de zender met een vinger of de meegeleverde stift op het met “S” aangeduide “tandwiel”-symbool: 000% TRG. 1 2 3 4 5 7 8 9 10 11 12 TRG. AAND 1 000% RX 2 3 NORMAAL Graubele 4 5 6 7 8 9 10 11 12 AAND 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000:00.
exact in het midden van zijn uitslag. Verticaal daarentegen staat de knuppel toevallig tamelijk ver in de richting van de piloot vanwege zijn niet-zelfneutraliserende eigenschap als gas-/rem-stuurknuppel. Vóór het aantippen van de SET -toets rechts moet de rechter stuurknuppel dus zolang van de piloot weg worden bewogen naar het midden, totdat er 000% wordt weergegeven: TRG. Graubele << RECHTS >> VERTI SET TRG.
MP3 Player Afspeelprogramma voor MP3-bestanden zoals bv. muziekbestanden Aanwijzing: 000% 000% RX Dit menu staat alleen bij de zender mz-24 HoTT ter beschikking. RX 00.0V 000 Het oproepen van het MP3-menu is nu niet alleen, zoals hieronder beschreven, via het systeemmenu maar ook direct door aantippen van het MP3-icon in het basisdisplay mogelijk: 000% aantippen X 4.1V TX RX 00.0V 000 0:01:23 M 1 000 mz 000 000 000 mz 0:01:23 firmwareversie V 1.023 en hoger TRG. 4.
te MP3-bestanden op de aanwezige SD-kaart in de cardslot. Breng een geschikte kaard aan of controleer op een PC of laptop de inhoud van de map “MP3” op de SD-kaart, die u uit de zender heeft verwijderd: MP3-bestanden mogen alleen direct in de MP3-map of maximaal één map lager staan resp. kopieer geschikte MP3-bestanden naar deze map, wanneer die leeg zou zijn. Breng dus een SD-kaart aan met MP3-bestanden in de map “MP3” en start na het inschakelen van de zender nog een poging: TRG.
… en start u deze, zoals al eerder beschreven, door het aantippen van de grote “startknop” in het midden onderaan: TRG. A A ALBUM TITEL 05/16 03/04 aantippen 00: 00 – 00: 00 + Aanwijzingen: • • De bestandsnaam van het MP3-bestand wordt weergegeven en niet de eventuele titel die in het gelijknamige Meta-dataveld van het MP3-bestand is opgeslagen. Het rechts weergegeven aantal titels van het geselecteerde album is het resultaat van het aantal MP3-bestanden per map.
Weergave telemetrie-data Het display van de zender mz-18 HoTT en dat van de zender mz-24 HoTT dient zowel voor de bediening van de zender als ook voor de grafische weergave van telemetrie-data. De wissel tussen de beide bedrijfssoorten vindt plaats door het aantippen met een vinger of de meegleverde stift van het met “T” aangeduide symbool rechts onder in het basisdisplay: 000% 4.1V TX RX 00.0V 000 000 mz 0:01:23 M 1 000 000:00.
ONTVANGER TEMP TRG. VLG. R - 58dB T 3.0 de thermometer visualiseert de actuele bedrijfstemperatuur van de ontvanger - 52dB 3.0 Aanwijzing: VOLT 5.2V 0 40.0 -20 TEMP +26°C 0 6.0 70 min V 3.5V 6.0 Q 100% S 075% L 0020ms Dit display geeft de in het display “RX DATAVIEW” van het »Telemetrie«-menu “INSTELLEN/WEERGEVEN”, bladzijde 118, opgenomen data grafisch weer.
LiPo-accu weergegeven en daaronder het door een eventueel aan de module aangesloten sonde gemeten vulniveau van de brandstoftank. De betekenis is: waarde betekenis 1-ACC-2 links “accu 1” resp. rechts “accu 2” ELECTRIC AIR MODUL AMPERE stand brandstof / tankaanduiding ml opgetelde verbruik in ml 1-TEMP-2 temperatuur van sensor 1 resp. 2 TRG. ACC1 celspanning van cel 1 … max. 6 40.0 00.0V 000.
MAX waarde betekenis V actuele spanning A actuele stroom HOOG actuele hoogte ten opzichte van startplaats m/s m/1s stijgen/dalen m/3s m/3s stijgen/dalen KWA signaalkwaliteit in % 1-ACC-2 accu 1 resp. accu 2 1-TEMP-2 temperatuur van sensor 1 resp. 2 ACC1 / ACC2 celspanning van cel 1 … max.
akt-TEMPmax akt-RPMmax linker waarde: actuele temperatuur van de regelaar km/h door het GPS-systeem vastgestelde snelheid ten opzichte van de grond rechter waarde: maximale regelaartemperatuur in de actuele tijdsperiode, waarin de regelaar ingeschakeld was.
Programmeervoorbeeld sequenzer Bij dit programmeervoorbeeld gaan we ervan uit, dat u zich al bezig heeft gehouden met de beschrijving van de diverse menu’s en de bediening van de zender verder duidelijk voor u is. Verder nemen we aan, dat uw model helemaal compleet in de zender geprogrammeerd is.
TRG. NORMAAL DOORSEQ F Sv >> K8 K9 K1 IN H PUNT ST. AAN X-AS –100% Y-AS K8 NOR 0.0s K9 NOR 6.0s K4 NOR 0.0s RES – K5 NOR 0.0s – ENT K6 NOR 0.0s St 1 7. AUX 2 GEEN 2. RO1L St 2 8. AUX 3 GEEN 3. HO St 3 9. AUX 4 SW 6 4. RI St 4 GEEN 6. AUX 1 GEEN + Nu moet na het omzetten van de gekozen schakelaar het in- en uitklappen van het landingsgestel en het openen van de kleppen zoals gewenst functioneren.
Aanhangsel PRX (Power for Receiver) Best.-Nr. 4136 GPS-/Vario-Modul Graupner HoTT Best.-Nr. 33600 Vario-Modul Graupner HoTT Best.-Nr. 33601 Hoog ontwikkelde, gestabiliseerde ontvangerstroomvoorziening met intelligent Power-Management. De eenheid zorgt voor een gestabiliseerde en instelbare stroomvoorziening van de ontvanger, om de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening nog verder te verhogen. Passend voor verschillende ontvangeraccu’s om een ongecompliceerd en breed aanbod te garanderen.
General Engine-Module Graupner HoTT Best.-Nr. 33610 General Air-Module Graupner HoTT Best.-Nr. 33611 Electric Air-Module Graupner HoTT Best.-Nr. 33620 Algemene sensor voor Graupner HoTT-ontvangers en modellen met verbrandings- of elektromotor: • 2x temperatuur- en spanningsmetingen met waarschuwingsdrempels voor min. en max. spanning en min. en max. temperatuur • Meting van celspanning individuele cellen en waarschuwing voor min.
RPM magneet-sensor Graupner HoTT Best.-Nr. 33616 Graupner HoTT Smart-Box Best.-Nr. 33700 Graupner HoTT USB-Schnittstelle Best.-Nr. 7168.6 Voor het aansluiten aan de General-Engine- (Best.-Nr. 33610), General-Air- (Best.-Nr. 33611) of Electric-Air-module (Best.-Nr. 33620). Het desbetreffende aantal propellerbladen moet in het telemetrie-menu van de module worden ingesteld. De meest uiteenlopende functies in één apparaat maken de SMART-BOX tot uw toekomstige slimme begeleider.
Voor uw aantekeningen 225
Conformiteitsverklaring Graupner|SJ GmbH Henriettenstrasse 96 D-73230 Kirchheim/Teck 2 S1005 / S1006 / S1012 / 33512 mz-18 HoTT / mz-24 Hott / GR-12L HoTT / GR-24 HoTT Energy related products directive (ErP) 93/42/EEC 6. Ökodesign-Richtlinie Medical device directive (Class 1) 2006/95/EC 4. Medizinprodukte (Klasse 1) Low-voltage directive 2. Niederspannungs-Richtlinie Ausstellungsdatum / Date of issue Position Unterschrift / Signature 19.11.
Garantie-certificaat Graupner centrale service Graupner|SJ GmbH Service Henriettenstrasse 96 D-73230 Kirchheim Adres : Servicehotline Ma - Do : Vrijdag : Email: 09 :15 - 17 :00 uur 09 :15 - 13 :00 uur 0049 7021 72 21 30 service@graupner.de Meer serviceadressen vindt u op www.graupner.de/de/service/servicestellen.aspx Wij geven op dit product een garantie van This product is warrantied for Sur ce produit nous accordons une garantie de De Fa.
H O P P I N G . T E L E M E T R Y . T R A N S M I S S I O N GRAUPNER/SJ GMBH POSTFACH 1242 D-73220 KIRCHHEIM/TECK GERMANY www.graupner.de Wijzigingen en levermogelijkheden voorbehouden. Levering uitsluitend via de vakhandel. Een lijst met handelaren is bij ons verkrijgbaar. Voor drukfouten kunnen we geen verantwoordelijkheid nemen. Printed in China PN.SK-02 (V5.