Operation Manual

De laadstroom voor de laad-aansluiting “accu 2” kan met de INC / DEC-toetsen ingesteld en veranderd
worden....
Door indrukken van de START-toets wordt het laadproces voor de laad-aansluiting “accu 2” gestart....
Het display wisselt terug naar de aanduiding van de “accu 1” laadparameters.
gereedmelding en aanduiding van de laadcapaciteit “accu 2”
Is de accu aan de laad-aansluiting “accu 2”volgeladen, dan wordt het laadproces automatisch onderbroken.
Op het display verschijnt *accu 2 klaar*, tegelijkertijd wordt de in de accu geladen capaciteit in de onderste regel
van het display aangegeven.
De aanduiding toont, totdat de accu wordt losgemaakt van het laadapparaat, afwisselend de toestand van de
beide laad-aansluitingen.
16. display-aanduidingen
laad- / ontlaadprogramma laad- / ontlaadtijd
laad- / ontlaadstroom capaciteit accuspanning
De tijdens de lading / ontlading belangrijke gegevens worden overzichtelijk op het twee-regelige vloeibare-
kristallendisplay weergegeven en zijn zichtbaar tot aan het losmaken van de te laden accu. Wordt er een
volgende accu geladen, dan kunnen de eerder getoonde waarden niet meer opgeroepen worden.
aanduidingen van de verschillende laadcycli (alleen NiCd-formeringsprogramma)
Is het cyclus-programma gestart, kan in de bovenste regel, middenin, de voortgang van het programma worden
afgelezen. Daarbij betekent “L” laden en “E” ontladen. Het getal daarachter is het nummer van de huidige
cyclus.
De weergave van de aparte cyclus-gegevens is alleen mogelijk vanuit het NiCd-formeringsprogramma. De
gegevens blijven alleen tot aan het losmaken van de accu of tot het onderbreken van het programma door
indrukken van de MODE-toets bewaard. Daarna worden de gegevens teruggezet naar “00000”. Door indrukken
van de INC-toets komt u bij de weergave van de gegevensregels van elke aparte cyclus, door ieder verder
indrukken van de INC-toets verschijnt het volgende cluster cyclus-gegevens. Met de DEC-toets kan op dezelfde
manier teruggebladerd worden.
laad-/ontlaadcyclus geladen capaciteit ontladen capaciteit
17. controle-aanduidingen op het display
Het laadapparaat is voorzien van een groot aantal beschermings- en bewakingsfuncties ter controle van de
diverse functies en van de electronica. Een overschrijding van bepaalde grenswaarden leidt in sommige gevallen
tot het stopzetten van het laadproces (b.v. bij overspanning, te hoge temperatuur of een leegrakende autoaccu).
Deze oorzaken leiden tot een foutmelding op het display en het klinken van de zoemer.
gereedmelding
Is een laad/ontlaadprogramma afgewerkt, dan verschijnt er op het display afwisselend met de programma-
omschrijving de tekst *fertig* (=klaar). Tegelijkertijd klinkt, afhankelijk van de bij de gebruikers-instellingen
“toetsenklik/zoemer” geprogrammeerde waarde, de ingebouwde zoemer.
automatische stroombegrenzing
Moet er door het apparaat een laad- / ontlaadstroom worden geproduceerd, die het laadapparaat uit technisch
oogpunt niet kan opbrengen, dan verkleint het laadapparaat zelfstandig deze stroom naar de maximaal mogelijke
waarde. Ter controle verschijnt afwisselend met de automatisch gereduceerde stroomwaarde de aanduiding
*MAX*.
Oorzaken voor een automatische reductie kunnen zijn: