Operating Instructions and Installation Instructions
DC INVERTER SERIE DUCT UNIT
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en installatievoorschriften 2017\(E31-E32-E33-E34-E36) Instructie
Manual Duct Inverter 2017.docx
32
8 Storingen en onderhoud
8.1 Storingen
Als de air-conditioning slecht werkt of een storing heeft, controleer dan eerst de volgende punten voor reparatie:
Storing
Mogelijke reden
Het toestel kan niet worden
ingeschakeld.
1. De voeding is niet aangesloten.
2. Zekering stuk, werkschakelaar stuk.
3. Te lage voedingspanning.
4. De bedieningstoetsen zijn geblokkeerd.
5. Het voorwaarden circuit heeft een storing.
De unit werkt even en
schakelt daarna uit.
1. Er staat iets voor de air-conditioner.
2. Iets in het voorwaarde circuit geeft een storing.
3. Iets in het voorwaarden circuit geeft een storing
4. de omgevingstemperatuur is boven de 52°C.
Slechte koeling.
1. De lucht filters zitten dicht.
2. Teveel warmtebronnen of te veel mensen in de betreffende ruimte.
3. De deur of het raam staat open.
4. Er staat iets voor de lucht inlaat of uitblaas.
5. De ingestelde temperatuur is te hoog.
6. Er is een koelmiddel lekkage.
7. De ruimte temperatuur sensor heeft een storing.
Slechte verwarming
1. De luchtfilters zitten dicht
2. Er staan deuren of ramen open.
3. De ingestelde temperatuur is te laag
4. Er is een koelmiddel lekkage..
5. De buitentemperatuur is lager dan -7°C.
De ventilator start niet
tijdens verwarmen
1. De buis sensor van het binnendeel zit niet goed..
2. De buis sensor zit niet goed op de printplaat.
3. De kabel van de buis sensor is stuk.
4. De condensator van de motor is stuk of de motor zelf
Noot:
Als na controle van alle bovenstaande gegevens en alle metingen de airconditioner nog steeds
niet werkt, neem dan contact op met uw dealer.
8.2 Onderhoud
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door hiervoor opgeleid personeel.
Voordat er met onderhoud wordt begonnen, dient de voeding uitgeschakeld te worden.
Gebruik geen water dat warmer is dan 50°C, om de filters of panelen te reinigen.
Noot:
1) Schakel het toestel niet in zonder filter, hierdoor komt er vuil in het toestel.
2) Verwijder de filter niet, alleen wanneer deze gereinigd moet worden.
3) Gebruik geen oplosmiddelen om de filter te reinigen.
4) Spuit geen water rechtstreeks op het binnendeel, hierdoor kunnen storingen en zelf
kortsluiting ontstaan.