Bestnr. 1305325 Greisinger Geleidbaarheidsmeter GMH 3431 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden.
Inhoudsopgave 1 Algemene opmerkingen 3 2. Veiligheid 2.1 Bedoeld gebruik 2.2 Veiligheidstekens en symbolen 2.3 Veiligheidsaanwijzingen 3 3 4 4 3 Beschrijving van het product 3.1 Omvang levering 3.2 Aanwijzingen voor gebruik en onderhoud 4 4 4 4 Bediening 4.1 Displayweergaven 4.2 Bedieningselementen 4.3 Aansluitingen 4.4 Opstelbeugel 5 5 6 6 7 5 Ingebruikneming 8 6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.
1 Algemene aanwijzingen Lees deze handleiding opmerkzaam door en maak u vertrouwd met de bediening van de meter voordat u deze in gebruik neemt. Zorg er voor, dat u deze handleiding bij de hand heeft om bij twijfel steeds te kunnen raadplegen. Het monteren, de ingebruikneming, het gebruik, onderhoud en het buiten bedrijf stellen mag alleen door gekwalificeerd vakpersoneel uitgevoerd worden. Het vakpersoneel moet de gebruiksaanwijzing volledig doorgelezen en begrepen hebben.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen Deze meter is volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische meetapparatuur opgebouwd en getest. Een correcte werking en de gebruiksveiligheid van het apparaat kunnen alleen gegarandeerd worden indien bij gebruik de algemene veiligheidsmaatregelen en de apparaat- specifieke veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht worden genomen. 1.
Bij het opbergen van het apparaat boven 50 °C omgevingstemperatuur moet de batterij uitgehaald worden. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt, verwijdert u de batterij. De tijd moet dan bij het opnieuw gebruiken weer ingesteld worden. 2. Werking met netvoeding Let op: bij aansluiting van een netvoeding moet een werkspanning van de voeding tussen 10,5 en 12V liggen. Sluit geen hogere spanning aan.
4.2 Bedieningselementen Aan- / uitschakelaar kort indrukken: meter aan/ uit set /menu kort indrukken: schakelen tussen eenheden (alleen bij instelling ‘InP: SEt’) 2 sec. indrukken: configuratiemenu oproepen min/max bij metingen: kort indrukken: weergave min/max-waarde van de gemeten waarde 2 sec. indrukken: wissen van de waarde Set/menu-niveau: Invoer van waarden of veranderen cal: alleen bij mode ‘cond’= geleidbaarheid 2 sec.
4.4 Opstelbeugel Bediening: - Trek aan de opdruk ‘open’, om de opstelbeugel uit te klappen. - Trek opnieuw aan de opdruk ‘open’, om de opstelbeugel in te klappen. Standaard ingeklapt Standaard in positie 90° Standaard in positie 180° Functies: - De meter kan met dichtgeklapte opstelbeugel vlak op de tafel gelegd worden of aan een riem of derg. gedragen worden. De meter in de opstelling 90° kan op een tafel of derg. opgesteld worden.
5 Ingebruikneming Schakel de meter in via de ON/OFF toets. Na de segmenttest toont het display korte informatie over de configuratie. indien een celcorrectie uitgevoerd werd (celcorrectie factor niet gelijk aan 1,000) (zie hoofdstuk 7 Configuratie van de meter) indien een nulpunt- of stijgingscorrectie van de temperatuurvoeler uitgevoerd werd (zie hoofdstuk 9 Justeren van de temperatuur –ingang) Hierna is de meter klaar voor gebruik. 6 Basis voor een meting 6.
6.3 Meting van de specifieke weerstand De specifieke weerstand is de omgekeerde waarde van de geleidbaarheid en wordt op de meter in kOhm*cm weergegeven. Als het bereik op “Auto Range” is ingesteld, wordt automatisch het bereik met de beste resolutie gekozen. Via de interface wordt dan steeds de meetwaarde met de hoogste resolutie uitgegeven (bijv. weergavenwaarde: 18,76 kOhm*cm = interface-waarde: 18,760 kOhm*cm). 6.
Let op: de zoutsamenstelling van de verschillende zeeën is niet identiek. Afhankelijk van de plaats, weer, getijden enz. ontstaan er gedeeltelijk aanzienlijke afwijkingen van de 35 ‰ volgens IOT. Ook kan de zoutsamenstelling invloed hebben op de verhouding van de saliniteitsweergave en de daadwerkelijk aanwezige zouthoeveelheid. Voor vele zouten in zeewater zijn overeenkomstige tabellen beschikbaar (zoutgewicht voor saliniteit volgens IOT resp. geleidbaarheid).
6.7.2 Lineaire temperatuurcompensatie en bepaling van het temperatuur coëfficiënt “t.Lin” Wanneer de functie voor de temperatuurcompensatie niet precies bekend is, dan wordt in de praktijk in de meter een “lineaire temperatuurcompensatie” ingesteld (menu, t.Cor = Lin, t.Lin komt overeen met TKlin ), d.w.z. het wordt aangenomen dat de temperatuurafhankelijkheid over het bekeken concentratiebereik van de oplossing ongeveer hetzelfde is. Temperatuur coëfficiënten rond 2,0 %/K zijn meestal gewoon.
7. Configuratie van de meter Sommige menu-items kunnen benadert worden afhankelijk van de actuele instelling van de meter. Voor het configureren drukt u 2 seconden op toets “Menu” te openen. om het menu (hoofdweergave “Set”) Met “Menu” kiest u de gewenste menu-tak, met toets parameters die u kunt veranderen. loopt u naar de bijbehorende De parameters kunt u instellen met de toetsen en Opnieuw op “Menu” drukken om terug te gaan naar het hoofdmenu en de instellingen op te slaan.
8. Meteruitgang Als er geen uitgang wordt benodigd, bevelen wij aan deze uit te schakelen omdat dit het stroomverbruik vermindert. 8.1 Interface Met een galvanisch gescheiden poortomvormer USB3100, GRS3100 of GRS3105 (accessoires) kan de meter direct op een USB- of RS232-poort van een PC aangesloten worden. Met de GRS3105 kunnen tot 5 meters tegelijkertijd verbonden worden (zie handleiding GRS3105).
Voor de ontwikkeling van eigen software is een GMH3000-ontwikkelaarspakket verkrijgbaar, deze bevat: • universele Windows -functiebibliotheek ('GMH3x32e.DLL') met documentatie, die door alle gangbare programmeertalen gebruikt kan worden, geschikt voor Windows XP™, Vista™, 7™ • Programma voorbeelden Visual Basic 4.0™, Delphi 1.
10 Automatische afstelling van de celcorrectie Naast de directe invoer van de celcorrectie (zie hieronder) via het menu (“CELL Corr”) kan de celcorrectie ook automatisch bepaald worden: vervolgens gaat de meter terug in de standaardwerking, of laat een foutmelding zien. Het resultaat van de celcorrectie kan in het menu “CELL Corr” ingezien worden. Alternatief voor een automatische afstelling: Handmatige bepaling van de celcorrectie met een referentie-oplossing Voorbeeld met KCl-oplossing c= 0.
11 GLP Voor de GLP (Good Laboratory Practice) hoort een regelmatige controle van de meter en het toebehoren. Voor geleidbaarheidsmetingen moet vooral de juiste celcorrectie-kalibratie gegarandeerd worden. De meter ondersteund dit met de volgende functies 11.1 Kalibratie-interval (C.Int) U kunt een vaste interval invoeren met welke de meter u automatisch herinnert, dat een nieuwe kalibratie uitgevoerd moet worden resp. de kalibratie niet meer geldig is.
14 Fout- en systeemberichten Foutmeldingen bij metingen Betekenis Geen weergave of vreemde tekens Meter reageert niet via de toetsen Oplossing Batterij leeg Plaats nieuwe batterijen Gebruik met netvoeding: verkeerde spanning/polariteit Systeemfout Controleer /vervang de netvoeding Meter defect Boven het meetbereik Err.1 Sensor defect Onder het meetbereik Verwijder de batterij of netvoeding, kort wachten en opnieuw plaatsen of verbinden. Stuur hem op ter reparatie. Controleer of het meetbereik v.d.
15 Terugsturen en verwijdering 15.1 Terugsturen Alle apparaten die aan de fabrikant teruggestuurd worden moeten vrij zijn van meetstofresten en andere gevaarlijke stoffen. Meetstofresten op de behuizing of aan de sensor kunnen gevaarlijk worden voor personen of milieu. Gebruik voor het terugsturen van het apparaat, vooral als het nog functioneert, een geschikte verpakking. Zorg er voor, dat het apparaat door voldoende 15.
16 Technische gegevens Meetbereik geleidbaarheid 1 *) “ 2 *) “ 3 *) ” 4 *) spec. weerstand TDS saliniteit temperatuur 5 0,0 ... 200,0 μS/cm 0 ... 2000 μS/cm 0,00 ... 20,00 mS/cm 0,0 ... 200,0 mS/cm 0,005 ... 100,0 kOhm*cm 0,0 ... 1999 mg/l 0,0 ... 70,0 g/kg (PSU) -5,0 ... +100,0 °C 23,0 ... 212,0 °F Nauwkeurigheid geleidbaarheid temperatuur ±0,5% v.MW ±0,3 % FS resp.