Instructions

NL
47
Aangepaste werkkledij en per-
soonlijke veiligheidsuitrusting
gebruiken! Draag in ieder geval
een veiligheidsbril (of bescherm
uw ogen op een andere ma-
nier), gehoorbescherming,
laarzen of schoenen met antis-
lipzolen en een stevige, lange
broek evenals werkhandschoe-
nen. Gebruik het apparaat niet
als u blootsvoets stapt of open
sandalen draagt.
Die beveiliging van het appa-
raat en de persoonlijke veilig-
heidsuitrustingen beschermen
uw eigen gezondheid en die
van anderen en garanderen
een optimale werking van het
apparaat.
Werk niet met een bescha-
digd, onvolledig of zonder de
toestemming van de fabrikant
omgebouwd apparaat. Ge-
bruik het apparaat nooit als de
veiligheidsuitrusting defect is.
Controleer vóór het gebruik de
veiligheidstoestand van het ap-
paraat, in het bijzonder de aan-
sluiting op het stroomnet, de
schakelaar en de bescherming.
Stel nooit beveiligingen buiten
werking.
Daarmee wordt ervoor gezorgd
dat de veiligheid van het appa-
raat gehandhaafd blijft.
Gebruik:
Zorg voor een stabiele houding
tijdens het werken. Wees bij
het werken op aopende hellin-
gen extra voorzichtig. Daardoor
kunt u het apparaat in onver-
wachte situaties beter controle-
ren.
Werk niet met het apparaat als
u moe bent of na het innemen
van alcohol f medicijnen. Las
altijd tijdig een werkpauze in.
Eén moment van onoplettend-
heid bij het gebruik van het
apparaat kan tot ernstige ver-
wondingen leiden.
Werk niet met het apparaat als
het regent, bij slechte weers-
omstandigheden of in een
vochtige omgeving. Werk uit-
sluitend bij een goede verlich-
ting. Zo vermijdt u ongevallen
Houd de snijddraad uit de buurt
van lichaamsdelen, vooral van
handen en voeten als u de mo-
tor start en als de motor draai-
ende is. Er bestaat gevaar voor
verwondingen.
Start het apparaat niet als het
omgedraaid is of zich niet in de
werkpositie bevindt.
Schakel de motor uit en trek de
stekker uit indien:
- u het apparaat niet gebruikt,
- u het onbewaakt laat liggen/
staan,
- u het reinigt, onderhoudt of
vóór controles,
- u het van de ene naar de an-
dere plaats transporteert,
- de stroom- of verlengkabel
beschadigd is,
- u de snijdinrichting verwijdert
of verwisselt en ook als u met
de hand de lengte van de
snijddraad instelt.
Zorg ervoor dat de snijdkop bij
het aanschakelen en tijdens het
werken niet met stenen, keien,
draad of andere vreemde voor-
werpen in aanraking komt. Ge-
vaar voor verwondingen door
weggeslingerde onderdelen.