Instructions

NL
48
Wees voorzichtig voor ver-
wondingen aan iedere tech-
nische voorziening, die voor
het afknippen van de draad-
lengte dient. Na het uittrekken
van een nieuwe draad houdt
u de machine altijd in haar
werkstand voordat ze inge-
schakeld wordt.
Wees voorzichtig met het
koordmes. Het kan ernstige
verwondingen veroorzaken.
Probeer nooit de snijdinrichting
(snijddraad) met de hand tot
stilstand te brengen. Wacht
steeds tot deze vanzelf tot stil-
stand komt. Het contact met de
snijdinrichting kan tot verwon-
dingen leiden.
Gebruik enkel een originele
snijddraad. Het gebruik van
een metalen draad in plaats
van de nylondraad is verboden.
Dit kan tot ernstige verwondin-
gen leiden.
Gebruik het apparaat niet om
gras te maaien, dat niet op
de bodem groeit, bijvoorbeeld
gras dat op muren, rotsen etc.
groeit. Het gebruik van het
apparaat voor andere dan de
voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
Steek met een draaiende motor
geen grindwegen of grindpa-
den over. Grind kan omhoog
geslingerd worden en tot ver-
wondingen leiden.
Gebruik het apparaat niet in de
nabijheid van brandbare vloei-
sto󰀨en of gassen. Bij onoplet-
tendheid bestaat er brand- en/
of explosiegevaar.
Bewaar het apparaat op een
droge plaats en buiten het be-
reik van kinderen.
Opgelet! Zo vermijdt u scha-
de aan het apparaat en
eventueel daaruit voortvloei-
ende lichamelijke letsels:
Onderhoud uw apparaat:
Let erop dat de luchtgaten niet
verstopt zijn.
Gebruik uitsluitend vervang-
stukken onderdelen, die door
de producent worden geleverd
en aanbevolen.
Probeer het apparaat niet zelf
te repareren. Al de handelin-
gen, die in deze handleiding
niet worden vernoemd, mogen
enkel door een door ons aan-
gewezen klantendienst worden
uitgevoerd.
Behandel uw apparaat met
zorg. Houd werktuigen netjes
om beter en veiliger te kunnen
werken. Volg de onderhouds-
voorschriften op.
Overbelast uw apparaat niet.
Werk uitsluitend in het aan-
gegeven prestatiebereik. Ge-
bruik geen machines met een
zwakke capaciteit voor zware
werkzaamheden. Gebruik uw
apparaat niet voor doeleinden,
waarvoor het niet bestemd is.
Voer telkens vóór gebruik een
visuele controle van het appa-
raat door. Gebruik het apparaat
niet als er veiligheidsmechanis-
men, onderdelen van de snij-
dinrichting of bouten ontbreken,
versleten of beschadigd zijn.