Operation Manual
NL
29
weggeslingerd kunnen worden.
• Draaggeschiktewerkkledijzoalsste-
vige schoenen met een antislipzool en
een stevige lange broek. Gebruik het
apparaat niet als u blootsvoets loopt of
open sandalen draagt.
• Omsnijverwondingentevoorkomen,
schakelt u het apparaat niet in als het
zich niet in werkpositie bevindt.
• Voervooriedergebruikeenzichtcon-
trole van het apparaat uit. Gebruik
het apparaat niet als veiligheidsin-
richtingen (bijv. inschakelblokkering
of veiligheidsafdekking), delen van de
snij-inrichting of bouten ontbreken, ver-
sleten of beschadigd zijn. Controleer
in het bijzonder de netaansluitkabel en
de starthendel op beschadigingen.
• Omeenonbalanstevoorkomen,moet
in geval van beschadigde werktuigen
en bouten de volledige set vervangen
worden.
• Gebruikenkelvervangonderdelenen
toebehoren die door de fabrikant gele-
verd en aanbevolen worden. Het ge-
bruik van vreemde componenten leidt
tot onmiddellijk verlies van de garantie.
Werken met het apparaat:
Houd handen en voeten tijdens het
werken, in het bijzonder bij het op-
starten, ver van de hakmessen. Er
bestaat verwondingsgevaar!
• Houdrekeningmetdebepalingenmet
betrekking tot de geluidsoverlast en de
plaatselijke voorschriften. Het gebruik
van het apparaat kan op bepaalde da-
gen (bijv. zon- en feestdagen), op be-
paalde tijdstippen van de dag (tijdens
de middag, ‘s nachts) of in bepaalde
gebieden (bijv. bij kuuroorden, zieken-
huizen enz.) beperkt of verboden zijn.
• Hetapparaatmagnietgebruiktworden
voor het kleiner maken van stenen of
voor het omspitten van grasperken. De
kans bestaat dat het apparaat hierdoor
beschadigd wordt.
• Gebruikhetapparaatnietbijregen,
slecht weer of in een vochtige om-
geving (zoals bij tuinvijvers of zwem-
baden). Werk enkel bij daglicht of bij
goede verlichting.
• Gaverstandigtewerk.Werknietmet
het apparaat als u moe bent of onvol-
doende geconcentreerd of na het in-
nemen van alcohol of medicatie. Neem
altijd tijdig een pauze.
• Zorgbijhetwerkenvooreenstevige
positie, vooral op hellingen. Werk altijd
dwars op de helling, nooit op- of af-
waarts. Wees bijzonder voorzichtig als
u de werkrichting op de helling veran-
dert. Werk niet op te steile hellingen.
• Weesuiterstvoorzichtigwanneerude
machine keert of wanneer u ze nadert.
• Alsopeenhellendterreinhetrisico
van wegglijden bestaat, moet het ap-
paraat door een tweede persoon vast-
gehouden worden met een stang of
kabel. Deze persoon moet hoger op de
helling staan op voldoende afstand van
de werktuigen.
• Houdhetapparaattijdenshetwerken
altijd vast met beide handen.
• Zorgervoordatdehandvatendroog
en proper zijn.
Let op bij het achteruitgaan. U kunt
struikelen!
• Werknietmeteenbeschadigd,onvol-
ledig of zonder de toestemming van de
fabrikant omgebouwd apparaat. Werk
vooral niet met beschadigde of ontbre-
kende beveiligingsmechanismen.
• Overbelasthetapparaatniet.Werk
enkel in het aangegeven vermogens-
bereik. Gebruik geen lichte machines