Operation Manual

NL
32
Het apparaat is bestemd voor gebruik
doorvolwassenen.Kinderenenpersonen
die niet vertrouwd zijn met deze gebruiks-
aanwijzing, mogen het apparaat niet
gebruiken. Het gebruik van het apparaat
bij regen of in een vochtige omgeving is
verboden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die door oneigenlijk of verkeerd
gebruik veroorzaakt werd.
Montagehandleiding
Trek voor alle werkzaamheden
aan het apparaat de stekker uit het
stopcontact.
Leveringsomvang
Neem het apparaat voorzichtig uit de
verpakking en controleer of de volgende
onderdelen volledig zijn:
- Motorhuismethakmesenrechtse
handgreepbalk
- Linkse handgreepbalk
- Steelverbinding
- Middelstesteel
- 3 kabelklemmen
- Trekontlasting van het snoer
- Montagetoebehoren
(6 zwarte handwielmoeren, 6 plaatrin-
gen, 6 slotschroeven, 2 zelftappende
plaatschroeven)
- Gebruiksaanwijzing
Zorgerbijdemontagevoor,dathet
netsnoer niet vastgeklemd raakt en
voldoende speling heeft.
Handgreepstangenmechanis-
me monteren
1. Schuif de trekontlasting van het
snoer (6) over de linkse hand-
greepbalk (5).
2. Steek de handgreepstelen (2)
en (5) in de steelverbinding
(5a). Schroef de handgreepste-
len met de 2 bijgevoegde zelf-
tappende plaatschroeven langs
de achterzijde aan de steelver-
binding vast.
3. Schroef de middelste steel (7)
met vier slotschroeven, hand-
wielmoeren en plaatringen vast.
De slotschroeven worden langs
de buitenzijde ingestoken.
4. Bevestig de vooraf gemon-
teerde handgreepstelen (2)
en (5) aan de middelste steel
(7) op dezelfde manier met de
slotschroeven, handwielmoeren
met plaatringen.
5. Maakhetnetsnoermetdeka-
belklemmen (15) vast
Wielen anders monteren
Om zonder gevaar te kunnen werken,
is het noodzakelijk om de wielen anders
te monteren. De verpakkingstechnisch
bepaalde positie is voor het uit te voeren
werk niet geschikt.
1. Trek aan het beveiligingshaakje
(18) en verwijder de bevesti-
gingsbout (19).
2 Neem de wielen (10) af. Draai
deze 180° en breng de wielen
(10) nu zodoende op het frame
aan.
3. Bevestig de wielen (10) door
het invoegen van de beves-
tigingsbout (19) en door het
beveiligingshaakje (18) aan te
brengen.
Nu hebben de wielen zoveel afstand, dat
er zonder gevaar gewerkt kan worden.