Operation Manual
NL
33
Bediening
Houd rekening met de bepalingen
met betrekking tot de geluidsover-
last en de plaatselijke voorschriften.
Aan- en uitschakelen
Opgelet! Zorg er bij het aan-
schakelen voor, dat het apparaat
geen voorwerpen aanraakt en
houd het stevig vast met beide
handen.
1. Sluit de verlengkabel aan op het
netsnoer van het apparaat.
2. Voor de snoerontlasting vormt u
met het uiteinde van de verleng-
kabel een lus en hangt deze in de
snoerontlasting (6).
3. Sluit het apparaat aan op de net-
spanning.
4. Om het apparaat aan te zetten,
drukt u op de ontgrendelings-
knop (3) op de handgreep en
bedient u vervolgens de star-
thendel (4). Laat de ontgrende-
lingknop los (3).
De hakmessen beginnen te
draaien en graven zich in de bo-
dem in.
5. Om het apparaat uit te schakelen,
laat u de starthendel (4) los.
Opgelet! Na het uitschakelen van
het apparaat blijven de hakmes-
sen nog een aantal seconden
draaien. Raak de roterende hak-
messen niet aan. Er bestaat ver-
wondingsgevaar.
Diepte-instelling
De instelling van de gewenste werkdiepte
gebeurt door een positiewijziging van de
wielen. Het apparaat bezit 7 posities voor
de diepte-instelling.
1. Trek aan het beveiligingshaakje
(18) en verwijder de bevesti-
gingsbout (19).
2. Stel de gewenste diepte-instel-
ling doordat u het verbindings-
stuk (20) herpositioneert.
3. 3. Bevestig de wielen (10) door
het invoegen van de beves-
tigingsbout (19) en door het
beveiligingshaakje (18) aan te
brengen.
Hakmessen
De tuinhak kan naar keuze met vier of zes
hakmessen bediend worden. De werking
met vier hakmessen impliceert een grote-
re kracht. De werking met zes hakmessen
betekent een grotere werkbreedte.
De beide buitenste hakmessen kunnen
afgenomen worden, zie volgende pagina
“Hakmessen uitwisselen”.
• Verwijderdaarbijtelkensslechts
de buitenste schroeven.
• Debeidebuitenstehakmessen
kunnen afgetrokken worden.
Gebruiktips
Houd het apparaat tijdens het
werken altijd stevig vast met
beide handen en let op uw voe-
ten.
Er bestaat gevaar voor ongeluk-
ken door de hakmessen.
Let op bij het achteruitgaan. U
kunt struikelen!