Operation Manual

58
NL B
262-515-150904
Beschadigde kabels, koppelingen en stek-
kers of aansluitingen die niet beantwoor-
den aan de voorschriften mogen niet ge-
bruikt worden. Trek bij beschadiging of
doorsnijden van de stroomdraad onmid-
dellijk de stekker uit het stopcontact.
Werken met de elektrische kettingzaag:
Werk niet met de elektrische kettingzaag
als u moe bent of na inname van alkohol
of medicijnen. Pauzeer regelmatig.
Draag tijdens het werk steeds geschikte
werkkledij, die voldoende bewegings-
vrijheid biedt. Hiertoe behoren veiligheids-
helm, oorbescherming, veiligheidsbril of
masker, snijvaste handschoenen, snij-
vaste veiligheidsschoenen met vaste zool
en veiligheidsbroek met speciale zaag-
bescherming.
De kettingzaag is gemaakt om met twee
handen te gebruiken. Werk nooit met een
hand of boven de schouders.
Leg de stroomkabel steeds achter de per-
soon die de zaag bedient. De stroomkabel
moet steeds naar achter, weg van de
kettinzaag gelegd worden.
Houdt de werkplaat steeds netjes. Begin
pas met werken als de werkplaats vrij is
van hindernissen en u een vluchtweg
heeft als de boom valt.
Let erop, dat er zich geen mensen of die-
ren in de werkomgeving bevinden. Let
vooral op kinderen.
Let op een stabiele en veilige houding bij
het zagen. Werk nooit op een ladder, in de
boom of op onstabiele plaatsen. Wees bij
werkzaamheden op hellingen uiterst voor-
zichtig.
Start de kettingzaag nooit vooraleer het
zwaard, de ketting en de bescherming van
het kettingwiel juist gemonteerd zijn.
Zorg ervoor, dat de kettingzaag bij het aan-
schakelen en tijdens het werken niet met
stenen, keien, draad of andere voorwerpen
in aanraking komt. Zet de Zaag uit voordat u
ze neerlegt.
Werk niet als het regent, bij slechte weers-
omstandigheden of in een vochtige omge-
ving. Werk enkel met goede verlichting.
Let erop, dat de handvaten bij de werk-
zaamheden droog en schoon zijn.
Werk enkel in het opgegeven prestatie-
domein. Gebruik geen machines met een
zwak vermogen voor zwaar werk. Gebruik
de machines niet voor doeleinden waar-
voor ze niet geschikt zijn.
Werk niet met een beschadigde, onvolle-
dige of een door amateurs (= geen toe-
stemming van de producent) gewijzigde
elektrische kettingzaag. Gebruik de
kettingzaag nooit met defekte veiligheids-
uitrusting. Gebruik geen machines waar-
van men de schakelaar niet kan uit- of
aanzetten. Kontroleer voor gebruik de
veiligheidstoestand van de elektrische
kettingzaag, in het bijzonder het zwaard,
de kettingrem en de ketting.
Beschadigde veiligheidsmechanismen en
onderdelen moeten van een erkende
vakwerkplaats gerepareerd of vervangen
worden, inzover niet anders in de ge-
bruiksaanwijzing vermeld staat.
Trek bij niet gebruik van de machine, voor
onderhoud, reiniging of bij vervanging van
onderdelen de stekker uit. Let erop, dat de
kettingzaag uitgeschakeld is als u de stek-
ker in het stopcontact steekt.
Meerdere onderhoudswerkzaamheden,
die niet in deze gebruiksaanwijzing ver-
noemd worden, mogen enkel van de
klantendienst voor kettingzagen uitge-
voerd worden.
Gebruik enkel onderdelen die in deze aan-
wijzing aanbevolen worden.
Zet elke keer bij het snijden de klem-
hendel vast en begin dan pas met zagen.
Wees bij het zagen van kleine struiken en
takken uiterst voorzichtig. De takken kun-
nen vastraken in de zaag en u in het ge-
zicht slaan of kunnen u uit evenwicht
brengen.