Operation Manual

NL
32
- voordat u het apparaat controleert,
reinigt of eraan werkt,
- wanneer het netsnoer beschadigd
of verstrikt geraakt is,
- wanneer het apparaat tijdens het
werken op een vreemd voorwerp
gestoten is of wanneer er zich
ongewone trillingen voordoen. On-
derzoek in dit geval het apparaat op
beschadigingen en laat het eventu-
eel repareren.
Breng handen en voeten nooit in de
nabijheid van of onder roterende on-
derdelen. Bij cirkelmaaiers mag men
nooit vóór de grasuitwerpopening
gaan staan.
Onderhoud en opslag:
Let er bij het onderhoud van het
snoeimes op dat zelfs wanneer de
spanningsbron uitgeschakeld is de
snoeimessen in beweging gebracht
kunnen worden.
Controleer de maaier op eventuele
beschadigingen.
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten
en schroeven vast aangedraaid zijn
en dat het apparaat zich in een veilige
toestand voor het werk bevindt.
Tracht niet het apparaat zelf te repare-
ren, tenzij u hiervoor opgeleid bent. Al
de werkzaamheden, die niet in deze
handleiding vermeld worden, mogen
uitsluitend door ons gemachtigde klan-
tenserviceafdelingen uitgevoerd worden.
Bewaar het apparaat op een droge
plaats en buiten het bereik van kinde-
ren.
Behandel uw apparaat met zorg.
Houd de werktuigen scherp en netjes
om beter en veiliger te kunnen wer-
ken. Volg de onderhoudsvoorschriften
op.
Draag beschermende handschoenen
wanneer u de snoei-inrichting wisselt.
Controleer de grasvanginrichting re-
gelmatig op slijtage en vervormingen.
Vervang omwille van de veiligheid
versleten of beschadigde onderdelen.
Wees bij de instelling van de messen
uiterst voorzichtig, opdat uw vingers
niet tussen de roterende messen en
vaststaande onderdelen van de ma-
chine gekneld worden.
Controleer, dat er uitsluitend reserve-
snoeiwerktuigen gebruikt worden, die
door de fabrikant toegestaan zijn.
Elektrische veiligheid:
Let erop dat de netspanning met de
op het typeaanduidingplaatje vermel-
de gegevens overeenstemt.
Sluit het apparaat zo mogelijk enkel op
een stopcontact met aardlekschake-
laar (differentieelschakelaar) met een
uitschakelstroom van niet meer dan 30
mA aan.
Vermijd lichamelijk contact met geaar-
de onderdelen (bijvoorbeeld metalen
omheiningen, metalen palen).
Gebruik uitsluitend toegestane
netsnoeren van het type H05VV-F
of H05RN-F, die hoogstens 75 m
lang en voor het gebruik in de open
lucht bestemd zijn. De draaddwars-
doorsnede van het netsnoer moet
minstens 2,5 mm
2
bedragen. Rol
een kabeltrommel vóór gebruik altijd
helemaal af. Controleer het snoer op
beschadigingen.
Gebruik om het netsnoer aan te bren-
gen de daarvoor voorziene snoerop-
hanging.
Houd het netsnoer tijdens het wer-
ken op een veilige afstand tot het
snoeiwerktuig. De snoeimessen kun-
nen het netsnoer beschadigen en