Operation Manual

21
NEDERLANDS
INSTELLINGEN
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Beelinstellingen
1 Open het menu met »MENU«.
2 Selecteer het menu
»BEELDINSTELL.« met
»
V
« of »
Λ
« en druk op »OK« om te beves-
tigen.
Het menu
»BEELDINSTELL.« verschijnt.
Beeldmodus
Gebruiker
Helderheid
50
Scherpte
75
Kleurtemperatuur
DNR
Middel
Uit
Contrast
100
Kleur
65
Mpeg NR.
Uit
Beëindigen
Terug
BEELDINSTELLINGEN
Verhoogde beeldinstellingen
20.09.2010
15:46
3 Kies »Beeldmodus«, »Helderheid«,
»Contrast«, »Scherpte«, »Kleur«, of
»Kleurtemperatuur« met »
V
« of »
Λ
«.
Kies de waarde met »
<
« of »
>
« en druk op
»OK« om te bevestigen.
4 Er zijn verschillende beeldinstellingen bes-
chikbaar. Kies het menu
»Gebruiker«, »Eco-
tv
«, »Levendig«, »Natuurlk«, »Film«, »Sport«
of
»Spel«.
Opmerking:
7
Beeldinstelling »Spel« kan alleen worden
gekozen in modus
»HDMI«, »Component«
en
»PC«.
Opmerkingen:
7
Bij het veranderen van de waarden met »
<
«
of »
>
« wordt het scherm opgedeeld. U ziet
de huidige instelling aan de linkerkant, de
nieuwe instelling aan de rechterkant.
7
In het menu »BEELDINSTELL.« kunt u nog
andere instellingen vinden.
5 Selecteer
»DNR«, »Mpeg NR«, »Vibrant
Colour
«, »Perf. helder«, »Filmmodus«,
»Gamma«, »Dyn. Contrast«, »Dynamic
Backlight
« of »Backlight« met »
V
« of »
Λ
«.
Kies de waarde met »
<
« of »
>
« en druk op
»OK« om te bevestigen.
Opmerkingen:
7
U kunt de functie »Mpeg NR« alleen op
digitale en AV-zenderplaatsen selecteren.
»Mpeg NR« vermindert de frequentie van
artefacten (pixelblokken) van digitale zend-
ers met MPEG-compressie (zoals van DVB-T-
ontvangers of dvd-spelers).
7
De »Filmmodus« detecteert en verwerkt au-
tomatisch speelfilms voor alle signaalbron-
nen. Dit betekent dat u altijd een optimaal
beeld hebt.
Dit werkt in de modi 480i, 576i en 1080i
in de afspeelmodus voor televisie en voor
andere signaalbronnen.
Als
»Filmmodus« is ingeschakeld voor pro-
gramma's zonder speelfilmsignaal, kunnen
kleine problemen optreden zoals bevriezing
van het beeld, gebrekkige ondertiteling of
dunne strepen in het beeld.
7
De functie »Dynam. contrast« past het con-
trast dynamisch en optimaal aan voor de
respectievelijke beeldinhoud.
7
Met »Dynam. backlight« past het toestel het
tegenlicht optimaal aan de beeldinhoud
aan.
7
De functie »Backlight« kan alleen hand-
matig worden ingesteld als de functie
»Dy-
nam. backlight
« uitgeschakeld is.
6 Druk op
»EXIT« om de instelling te beëindi-
gen.