Operation Manual
Gebruik van alternatieve frequenties
Als het ontvangen station de RDS functie
ALTERNATIEVE FREQUENTIE bevat, kunt u met
de toets AF omschakelen tussen frequenties om
zo een zender met een sterker signaal te vinden.
• Sommige zenders zenden hun programma op
verschillende frequenties uit.
• Na het drukken van de toets AF, schakelt het
toestel naar zo’n alternatieve frequentie.
• Als er geen alternatieve frequenties gevonden
worden, toont het display
‘NO AF’.
• Als er geen alternatieve frequenties meer
gevonden worden schakelt de radio terug naar
de voorheen ontvangen zender
N.B.: Alle RDS-functies en dus ook de AF-functie
zijn enkel actief tijdens FM-ontvangst. RDS-zenders
met een zwakke ontvangst worden genegeerd.
Programmering van vaste zenders
U beschikt over 10 plaatsen per golflengtegebied
in het
zendergeheugen.
(in totaal 30 plaatsen).
•
Stem af op de zender die u wenst vast te
leggen.
• Druk op de MEMO-toets.
– De indicatie '
MEMORY
' begint gedurende 8
seconden te knipperen op het display.
• Kies het nummer (1…10) waarop u de zender
vast wilt leggen.
–
Druk de toets éénmaal voor een nummer van 1 tot
5 en tweemaal voor een nummer van 6 tot 10.
• Druk nogmaals op MEMO om de zender vast
te leggen.
• Op deze manier kiest u alle gewenste zenders
en legt deze vast.
N.B.: Als gedurende de 8 seconden dat '
MEMORY
'
knippert geen zender vastgelegd is, wordt deze
mode verlaten zonder verandering in het geheugen.
RADIO
56
NL
Oproepen van een vastgelegde
zender
• Om een vastgelegde zender op te roepen,
drukt u de desbetreffende voorkeurtoets.
–
Druk de toets éénmaal voor een nummer van 1
tot
5 en tweemaal voor een nummer van 6 tot
10.
– Het toestel kiest de zender en op het display
verschijnt de frequentie,
'
MEMORY
'
en het
nummer van de voorkeurzender.
MEMORY
MEMORY
EON
¤
¤
Verkeersinformatie /
Enhanced other network (EON)
Enkele RDS-zenders zenden op bepaalde tijden
verkeersinformatie uit. Deze zenders worden met
het
‘‘
-symbool op het display aangegeven.
De EON functie is een additionele RDS functie
om naar een zender met verkeersinformatie om
te schakelen.
• Schakel het toestel met toets ON/OFF in.
• Stem af op een RDS-zender.
–
Het ‘ ‘ symbool verschijnt op het display.
• Druk éénmaal op de TRAFFIC-toets.
• Als de afgestemde zender verkeersinformatie
uitzendt, licht het
‘‘
-symbool op.
•
Als de afgestemde zender geen verkeersinfor-
matie
uitzendt, licht het
‘‘
-symbool niet op
en hoort u een pieptoon als u op de TRAFFIC-
toets drukt
• Als de afgestemde zender EON uitzendt, licht
de 'EON'-indicator op het display op, naast
het
‘‘
-symbool.
– Een EON zender bevat zelf geen verkeers-
informatie, maar bezit een referentie naar een
andere zender met verkeersinformatie.
– De radio schakelt automatisch om naar de
andere zender wanneer deze zender
verkeersinformatie begint uit te zenden.
– Tijdens de EON verkeersinformatie knippert
de EON-indicator op het display en wordt de
luidsterkte verhoogd.
• Als de informatie voorbij is, schakelt de radio
weer terug naar de vorige zender.
• Om onmiddelijk naar de vorige zender terug
te schakelen, drukt u op de toets TRAFFIC.
• Om deze functie uit te schakelen, drukt u op
de TRAFFIC-toets.
– De
‘‘
en
‘
EON
‘
indicators verdwijnen.