CWhKaCl l 3e 7n 0g 5e R4 D0 S0 Challenge 500 SECURITY CODE
Inhoud Uw aandacht voor ... Gebruiksaanwijzing 2 Diefstalbeveiligingen ......................... 2 Bedieningspaneel afnemen en inzetten .... 3 Algemene tips .................................. 4 CD- of DAT-modus 11 CD- of DAT-speler aansluiten .............. 11 CD- of DAT-modus inschakelen (AUX-modus) ................................. 11 In- en uitschakelen 5 Cassette (TAPE) bij Challenge 400 12 Instelling van volume en geluid 6 Programmabron TAPE kiezen .............. 12 Loopwerkfuncties ........
Uw aandacht voor ... Diefstalbeveiligingen De identity card, het pasje van uw autoradio bevat type, serienummer en het codenummer voor de codering. Code-sticker DOUBLE SECURITY SYSTEM Security-diode De security-diode wordt zichtbaar, als u de autoradio uitgeschakeld en de contactsleutel eruit getrokken heeft. Om de verlichte diode uit te schakelen, neemt u pagina 16, EXPERT in acht. 3 CODE 1 Veiligheid 6 Model Type Serial No. Code No.
Uw aandacht voor ... Inbouwen van de autoradio Geachte klant … Laat uw autoradio a.u.b. door een vakman inbouwen. Daarmee heeft u de voorwaarden voor een perfect functioneren van het toestel gecreëerd. De benodigde inbouwtips bevinden zich aan het einde van de gebruiksaanwijzing. Bedieningspaneel opbergen Berg het eruit genomen bedieningspaneel steeds in de etui op. Het bedieningspaneel zit in de etui vast.
Uw aandacht voor ... Verkeersveiligheid Uitgebreid aantal functies Voor begin van de rit Maak uzelf voordat u gaat rijden vertrouwd met de verschillende functies van uw auto-radio. Het EXPERT-bedieningsniveau biedt u de mogelijkheid, een boven de basisbediening uitgaand aantal functies te gebruiken, zonder het overzicht te verliezen. Volume en verkeer Door een te hard volume kunt u uzelf en anderen in het verkeer in gevaar brengen. Stel daarom het volume steeds zo in, dat u geluiden van buitenaf (b.v.
In- en uitschakelen U heeft meerdere mogelijkheden om het toestel in- en uit te schakelen. 1. IO -toets indrukken. ¡ 2. In- en uitschakelen met de contact-/startschakelaar van het voertuig. 6 U moet de autoradio daarvoor één keer met ingeschakeld contact inschakelen, daarna schakelt de radio automatisch met het contact uit en weer in. Deze functie kan in het EXPERTbedieningsniveau gewijzigd worden, zie pagina 17, EXPERT . 8 3.
Instelling van volume en geluid Volume Voorbeeld: Lage tonen instellen ¢ VOLUME Draaiknop draaien: Toets ¢ SOUND zo vaak kort indrukken, tot in het display verschijnt: In het display verschijnt: » VOL 00 « … » VOL 46 «. Sound-(klank-)instellingen Voor elke instellng FADER, BASS, TREBLE, BALANCE geldt: 1. Functies door één- of meermaals kort indrukken van de toets ¢ SOUND kiezen. 2.
Radio (tuner) Gebied kiezen FM(UKW)-gebied: ¢ RADIO-toets zo vaak kort indrukken, tot het gewenste gebied » FM I « of » FM II « in het display verschijnt. AM-gebied: Toets ¢ RADIO zo vaak kort indrukken, tot in het display » MW « (middengolf) of » lW « (lange golf) en de ingestelde frequentie verschijnt. Midden- en lange golf vormen een doorgaand gebied, omschakelen is daarom niet nodig.
Radio RDS-zenders instellen (IS-functie) Met een druk op de toets kunt u in het ISgeheugen maximaal 30 zenders vastleggen. De vastgelegde zenders kunt u na elkaar oproepen, zie „Wetenswaardigheden” pagina 22. 6 Het gebruik van het IS-geheugen is zinvol, als u de zendertoetsen opnieuw wilt indelen of u zich in een ander ontvangstgebied bevindt en de reeds vastgelegde zenders niet wilt wissen. IS-zoekfunctie in werking zetten Kies met toets ¢ RADIO/IS het gebied » FM I « of » FM II «.
Radio Vastgelegde zenders/RDS-zenders oproepen: Gebied kiezen: FM l, FM ll, MW of LW. Zendertoets kort indrukken. 6 Ook na het loskoppelen van de werkspanning blijft de inhoud van het geheugen van de zendertoetsen bestaan. Zenders/RDS-zenders met zenderzoekfunctie instellen 1. Gebied met de toets ¢ RADIO kiezen: » FM I «, » FM II « of »MW« resp. »LW«. 6 6 Bij een zoekfunctie in het gebied FM I of FM II moet de modus IS uitgeschakeld zijn.
Radio Programmatypen (PTY) LIGHT M Lichte klassieke muziek CLASSICS Serieuze klassieke muziek Veel radiostations bieden in het UKW-gebied (FMl, FM ll) de service „Programmatypen” (PTY) aan. Tijdens de nieuwsberichten wordt bijvoorbeeld de melding » NEWS « uitgezonden. OTHER M Muziekprogramma’s die niet ingedeeld kunnen worden (bv. folklore) Met de PTY-zoekfunctie kan automatisch een zender ingesteld worden, die een vooraf ingesteld programmatype bv. » POP « aanbiedt.
Radio CD- of DAT-modus – Toetsen r TUNING t zo vaak indrukken, tot het gewenste programmatype in het display verschijnt. 6 Een van de toetsen r TUNING t zo lang indrukken, tot het signaal te horen is: PTY-zoekfunctie start naar de volgende zender, die het gekozen programmatype aanbiedt en toont het programmatype, bv. » POP «. Biedt geen enkele zender het gekozen programmatype aan, dan hoort u de laatst ingestelde zender en de PTY-functie wordt uitgeschakeld. 3.
Cassette (TAPE) bij Challenge 400 Schuif de cassette er altijd met de toets . O uit voordat u het toestel uitschakelt. Dit is beter voor de cassette. “ Modus cassette inschakelen Schuif een cassette in het cassettevak. Op het display verschijnt » TAPE «. Snel voorwaarts spoelen Voorwaarts spoelen . O -toets tot de eerste arrêteerstand (tot de helft) indrukken. “ Op het display verschijnt » WIND «. 6 U kunt naar de radio of een cd luisteren terwijl er een cassette voorwaarts of teruggespoeld wordt.
Cassette (TAPE) bij Challenge 500 Schuif de cassette er altijd met de toets uit voordat u het toestel uitschakelt. Dit is beter voor de cassette. ¡ Modus cassette inschakelen Schuif een cassette in het cassettevak. Op het display verschijnt » TAPE A « of » TAPE B «. Cassettekant wisselen P -toets en ¡ O -toets tegelijkertijd licht indrukken. Op het einde van de band wisselt de cassettekant automatisch. Snel voorwaarts en terugspoelen Voorwaarts en terugspoelen P of O -toets indrukken tot hij vastklikt.
Compact Disc (CD) met »GRUNDIG CD-wisselaar«* 6 Deze functies kunt u alleen uitvoeren, als u een geschikte CD-wisselaar* aangesloten heeft. Neem a.u.b. ook de gebruiksaanwijzing van uw CD-wisselaar in acht. De lijst met eventueel optredende foutmeldingen bevindt zich op pagina 23. Programmabron CD kiezen Druk zo vaak kort op de toets ¢ CD/TAPE , tot » CD « in het display verschijnt. CD kiezen Toets ¢ DISC& of ¢ DISC% zo vaak kort indrukken, tot het nummer van de gewenste CD in het display verschijnt.
EXPERT-bedieningsniveau Om de bediening van de autoradio zo eenvoudig mogelijk te houden, bevindt zich een groot aantal instellingen, die u maar één keer of zelden nodig heeft, op een extra bedieningsniveau (EXPERT). Expert-instellingen veranderen 1. EXPERT inschakelen ¢ EXPERT- toets zo lang indrukken, tot het signaal te horen is. In het display ziet u even » EXPERT «.
EXPERT 6. Volgende instelling kiezen (Punt 2. t/m 5. herhalen) 7. EXPERT uitschakelen ¢ EXPERT-toets langer indrukken, tot het signaal te horen is. Mogelijke instellingen 1…§` 1 Codering activeren (een gedetailleerde beschrijving vindt u in hoofdstuk » Codering «, pagina 18) Verschijnt » CODE « in het display, dan is de codering niet geactiveerd. Verschijnt » SAFE « in het display, dan is de codering geactiveerd.
EXPERT 6 TP-IS (radio-modus) Als u zich in een ontvangstgebied bevindt, waarin u RDS-zenders met verkeersinformatie slecht ontvangt, kunt u het automatisch naar zenders zoeken in de radio-modus blokkeren. contact-/startschakelaar » IGN ON « U kunt de autoradio met de contact-/startschakelaar van het voertuig in- en uitschakelen. » IGN OFF « In- en uitschakelen alleen met de IO -toets.
Codering 6 Het code-nummer van uw autoradio bevindt zich op de identity card. De codering is in de fabriek niet geactiveerd. Als u de codering van uw autoradio geactiveerd heeft: Zodra de autoradio van de auto-accu (resp. permanente implus klem 30) van uw voertuig gescheiden wordt, is hij elektronisch geblokkeerd. Hij kan alleen door invoer van het code-nr. weer in gebruik genomen worden.
Codering Opnieuw in gebruik nemen De autoradio is met een geactiveerde codering elektronisch geblokkeerd, nadat hij van de auto-accu (resp. het permanente implus klem 30) van uw voertuig gescheiden was, bv. na een bezoek aan de garage. 1. Autoradio inschakelen: In het display verschijnt » SAFE «. Na ca. 3 seconden verschijnt » I - - - - « in het display. De » I « geeft het aantal invoerpogingen aan. 2. Code-nr.
Montage en demontage De afbeeldingen voor de montage en demontage vindt u aan het begin van dit boekje. Inbouwmateriaal en accessoires Welk inbouwmateriaal u nodig heeft en wat er aan accessoires verkrijgbaar is, kan uw dealer u vertellen. Inbouwframe monteren - afb. o…a Afbeelding o – Inbouwframe b in de opening voor het toestel a van uw wagen monteren. – Klemijzers c achter de opening voor het toestel a indien nodig (al naar gelang het type wagen) omhoogbuigen.
A6 Aansluiting voor dashboardverlichting Mescontact A6 op klem 58 van het voertuig aangesloten: De verlichting van de uitgeschakelde autoradio kan met ingeschakeld rijlicht met de regelaar van de dashboardverlichting geregeld worden. Mescontact A6 niet aangesloten: Geen verlichting met uitgeschakelde autoradio. A5 +12 V Schakelpanningsuitgang (max. 0,5 A) ligt op het mescontact A 5 bij een ingeschakelde autoradio. Voor automatische antenne (uit-/inschuiven), Antenneversterker (werkspanning) enz.
Wetenswaardigheden Audio-cassettes Cassettes zijn in een autoradio aan hoge thermische belasting blootgesteld. Gebruik daarom a.u.b. alleen goede en hittebestendige CrO2 C 60- en C 90-cassettes van een bekend merk. Radio-ontvangstomstandigheden UKW-ontvangst Tijdens de rit veranderen de ontvangstomstandigheden voortdurend. Bergen, gebouwen of bruggen kunnen de ontvangst verslechteren. Dit geldt vooral, als u ver van de zender verwijderd bent.
Als er eens iets niet werkt Toestel kan niet ingeschakeld worden Plaats het bedieningspaneel nogmaals. ¡ IO Houd de -toets tijdens het inschakelen minimaal 1 seconde ingedrukt. Is de zekering van het toestel (aan de achterkant, zie ook afbeelding 4 aan het begin van dit boekje) defect? Dan brengt u uw toestel naar uw dealer. Security-diode knippert niet Controleer, of op het EXPERT-bedieningsniveau » BLK ON « gekozen is. Kies het EXPERT-bedieningsniveau (zie pagina 16),» BLK ON «.
Challenge 400/Challenge 500 Challenge 400 400 Challenge 500 500
0123456789 GRUNDIG AG . D-90762 Fürth Challenge 400/Challenge 500 18352-941.