Operation Manual

136
Antennes
1 Bij FM-ontvangst (UKG) de telescoopantenne »Antenne« uittrekken.
Aanwijzing:
Bij een te sterk FM-signaal raden wij u aan de uitschuifbare antenne in te schuiven.
2 Voor MG-ontvangst heeft het apparaat een ingebouwde antenne. Om de antenne af te
stellen het toestel rond de eigen as draaien.
Programmabron radio kiezen
1 Programmabron radio met »SOURCE« kiezen.
Radiozender instellen en opslaan
Automatische zenderzoekfunctie
1 Kies het gewenste golflengtegebied (FM of MG) met »BAND
7
«.
2 Zenderzoekloop activeren, hiervoor »
8« of »9« zo lang indrukken tot op het toestel de
frequentieweergave naar snelzoeken wisselt.
– De zoekfunctie stopt als er een zender gevonden is.
Manueel zenders zoeken
1 Voor het stapsgewijs verder schakelen van de frequentie »8« of »9« meermaals kort
indrukken.
Laten doorlopen van de frequentie in stappen van 50 kHz (FM) of in stappen van
9 kHz (MG).
Zenders op zenderplaatsen opslaan
Er kunnen max. 20 zenders van het FM-bereik en max. 10 zenders van het MG-bereik opge-
slagen worden.
1 Kies het gewenste golflengtegebied (FM of MG) met »BAND
7
«.
2 Gewenste zender met »
8« of »9« kiezen.
3 Om de geheugenfunctie te activeren, kort op »PROG.« drukken.
4 Gewenste zenderplaats met »A« of »
S
« kiezen.
5 Zender met »PROG.« opslaan.
6 Om nog meer zenders op te slaan, dient u de stappen 2 tot en met 5 te herhalen.
Aanwijzing:
U kunt zenderplaatsen met een nieuwe radiozender overschrijven als u de stappen 2
tot 5 zoals hierboven beschreven uitvoert.
RADIOMODUS
________________________________________________