Operation Manual

34
SATELLIETONTVANGER
________________________________________
Zenders van de satellietontvanger
opnemen
1 Kies op het televisietoestel de programmaplaats »AV« voor
de videorecorder.
2 Schuif een cassette met voldoende speelduur en intacte
opnamebeveiliging in het cassettevak van de videorecorder.
3 Schakel de satellietontvanger in en kies de gewenste satel-
lietzender.
4 Druk op » 0 « en kies met »« programmaplaats »
AV 2
«.
5 Start de opname, houd de toets » « daartoe langer in-
gedrukt.
6 Beëindig de opname met » «.
Aanwijzing:
De opname-programmering van satellietzenders wordt
beschreven in de voorbeelden op pagina 23 en 25.
Opname – gestuurd door een
satellietontvanger
Als op de videorecorder op aansluiting »AV2 (DEC./EXT.)«
een satellietontvanger is aangesloten die voorzien is van een
schakelklok, kan daardoor de opname van de recorder wor-
den gestuurd.
1 Schuif een cassette met voldoende speelduur en intacte
opnamebeveiliging in het cassettevak van de videorecorder.
2 Schakel de videorecorder met »Ǽ« uit.
3 Bereid de opname voor, houd de toets »II« daartoe langer
ingedrukt.
Aanduiding op de videorecorder: »
ASr
« en de actuele
tijd.
De videorecorder is nu klaar voor opname. De opname
wordt door de satellietontvanger gestuurd.
4 Beëindig de functie met »II«.
Aanwijzing:
Dit type opnamen kan niet worden gekozen, als er in het
menu »TIMER«-opnamen geprogrammeerd zijn.