User manual

NEDERLANDS
9
2 Zenderzoekloop activeren, hiervoor
»&
TUNING %« indrukken tot de
frequentieaanduiding met snelzo-
eken vooruit of achteruit wisselt.
De zoekfunctie stopt als er een
zender gevonden is.
Manueel zenders zoeken
1 Voor het stapsgewijs verder schakelen
van de frequentie »&
TUNING %«
meermaals kort indrukken.
De frequentie kan vooruit of
achteruit in stappen van 50 kHz
veranderd worden.
Zenders op zenderplaatsen
opslaan
1 Met »&
TUNING %« de gewenste
zender kiezen.
2 Activeer de functie door op »« te
drukken.
Display: de zenderplaatsaan-
duiding »00« en »MEMORY«
knipperen.
3 Met »P – « resp. »P
+
« de gewenste
zenderplaats kiezen.
Aanwijzing:
7
Zijn er al zenders op zenderplaa-
tsen geprogrammeerd, dan wor-
den die bij het opnieuw opslaan
overschreven.
4 Druk opnieuw op »MEM/TIME«
om de zender op te slaan.
Display: »MEMORY« en bijv. »2«.
INSTELLINGEN
_____________________
Første installasjon
Wordt het toestel voor de eerste keer
op het stroomnet aangesloten, dan
start eerst een automatische zenderzo-
ekloop. Zenders worden automatisch
op zenderplaatsen opgeslagen. Na
de zoekloop start een demozender.
Om de demozender te beëindigen, op
»ON/OFF« drukken. Te horen is de
op zenderplaats 1 opgeslagen radio-
zender.
Als het toestel een zender ontvangt
dat het RDS-tijdsignaal overbrengt,
worden de tijd en de dag automatisch
ingesteld (RDS-tijdsynchronisatie). Dit
kan enkele minuten duren.
Kon het toestel, b.v. door slechte ont-
vangst, de automatische zenderzo-
ekloop en de automatische tijd/week-
daginstelling niet uitvoeren, dan moet
u de instellingen manueel uitvoeren of
een andere zender kiezen.
Radiozenders instellen en
opslaan
Er kunnen maximaal 20 zenders op
zenderplaatsen opgeslagen worden.
Automatische zenderzoekfunctie
1 Schakel het toestel met »ON/OFF«
vanuit stand-by in.
Display: het golflengtegebied en
de frequentie of de zendernaam.