Operation Manual

4
De bedieningselementen van de stereo-installatie
CD-vak Om te openen »
.
CD OPEN/CLOSE«
indrukken.
88
ON Schakelt de stereo-installatie in en weer uit.
7
Ontvanger voor de signalen van de
afstandsbediening.
SOURCE Kiest de programmabronnen »CD «,
»TAPE «, »TUNER « en »VIDEO:AUX «.
TUNER/BAND Kiest de programmabron »TUNER«; kiest
de golfbereiken »FM«, »MW«, »LW«.
PHONES Koptelefoonbus voor het aansluiten van een
stereokoptelefoon met plug (ø 3,5 mm).
De luidsprekers van de stereo-installatie
worden automatisch uitgeschakeld.
Weergave Geeft verschillende informatie voor de
modes »TUNER«, »CD«, »TAPE« en
»VIDEO:AUX«.
e
II Kiest de programmabron »CD «;
start de weergave van een CD; schakelt op
weergavepauze.
5aaa
In de tuner-mode: roept de volgende
sss6
of de vorige programmaplaats op.
In de CD-mode: kiest een titel; langer in-
drukken maakt het zoeken naar een
bepaalde passage mogelijk.
In de cassettemode: spoelt de cassette terug
of vooruit.
IN EEN OOGOPSLAG
____________________________________________
PHONES
CLOCK TIMER
MEMORY
CD OPEN/CLOSE
UMS 25
REMOTE CONTROLLED HIFI STEREO MICRO SYSTEM
AUTO REVERSE
EJECT
TUNER/BAND
SOURCE
RDS MODE
SURROUND
UBS
SOUND PRESETS
P
T
Y
S
E
L
E
C
T
-
V
O
L
U
M
E
+
R
E
V
E
R
S
E