Manual

21/08/2017-v8
24
Vervangen van de armen van de C-klem :
Lees aandachtig de volgende aanwijzingen:
Wanneer de armen van de C-klem niet correct afgesteld of aangedraaid zijn kan dit
een oververhitting van de armen en de klem veroorzaken. Dit kan deze elementen blijvend beschadigen.
Schade als gevolg van een verkeerde montage wordt niet door de garantie gedekt.
- Schakel het apparaat uit, door de vermogensschakelaar uit
te schakelen, of kies de module « afstellen van de klem ».
- Draai de schroef
(1) die de arm aan de klem verbindt los.
Laat deze aan de arm, om verlies/kwijtraken te voorkomen.
- Ontkoppel de koelvloeistof-slangen.
- Schroef de schroef
(2) los en draai de hendel (3) aan de
zijkant van de klem los.
- Verwijder de arm uit de klem
- Neem een andere arm, breng contact-vet aan
(art. code 050440) op de delen van de arm en die van het
onderdeel die elkaar raken. Breng de arm in in de houder.
Installatie van de C2 en C8-armen.
Bij deze armen is het noodzakelijk om het verlengstuk te vervangen. Draai het korte verlengstuk los
met een platte sleutel en verwijder het verlengstuk. Vergeet hierbij niet de injector. Vang de
koelvloeistof op uit de as van de klem.
Centreer de lange injector in de as van de klem (Waarschuwing: de schuine kant aan de
buitenkant), breng handmatig in (1).
Plaats het lange verlengstuk en schroef deze op de as van de klem (koppel max.15Nm) (2)
Soort verlengstukken :
Korte verlengstukken : C1, C3, C4, C5, C6, C7, C9, C10
Lange verlengstukken : C2, C8
Lang verlengstuk
Kort verlengstuk
Lange injector
Korte injector
!
60°