Operation Manual

28
DIAG-STARTIUM 60-12 / 60-24
FR
de correcte voltage, 12 of 24 volt.
Als de batterij geladen is, de vloeistof zal «koken». Als dit gebeurt dan moet het proces gestopt worden om verdere
schade aan de batterij te voorkomen.
Het gelijktijdig laden van meerdere batterijen.
Je kan meerdere batterijen laden door ze parallel te schakelen. Sluit de + polen aan de rode klemmen en de - polen aan
de zwarte klemmen. Deze groep batterijen moeten allemaal dezelfde voltage hebben, 12 of 24 volt.
Het laden inserie wordt niet aanbevolen.
GEBRUIK IN START PROGRAMMA
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik.
• Haal niet de batterij uit het voertuig. Loskoppelen kan verleis van data veroorzaken of het voertuig start niet meer.
Het «START ENGINE» programma detecteert gesulfateerde batterijen en in dit geval zal het voertuig niet starten.
Het toestel start automatisch het herstelprogramma voor gesulfateerde batterijen voorafgaand aan het starten om de
voertuig electronica te beschermen.
• Als de accuspanning te laag is (z. B. diep ontladen batterij), is het uitgangspunt van het voertuig voorkomen voertuig
elektronica te beschermen. Het display geeft dan de dagvaarding tijdelijk met «CIP» (Charge in Progress) en 0%. De
regeneratie van batterijen is begonnen.
Let Op !
De DIAG-STARTIUM 60-24 kan een start realiseren vanaf een 6V voertuig maar het vraagt een dubbele voorlaadtijd van
10 minuten.
Starten
Als de starter aangesloten is aan de batterij (zie aansluitprocedure) druk op toets 9 om «START ENGINE» te selecteren.
Als deze funktie is geactiveerd een voorstart zal plaatsvinden. Indrukken van elke toets zal dit programma stoppen.
DIAG-STARTIUM 60-12 50 - 220 Ah / 160 Ah Continu 5 min voorladen
DIAG-STARTIUM 60-24 6-12-24V : 50 - 220 Ah / 160 Ah Continu 5 min voorladen minimum
Bij het ommdraaien van de sleutel je activeerr de funktie starten.
Als de motor niet aanslaat, wacht 2 minuten tussen de pogingen. de start mag niet meer dan 5 seconden zijn.
Nb: Als een voertuig niet start kan er meer aan de hand zijn dan een slechte batterij.
Na gebruik volg de instructie voor het afkoppelen van de klemmen.
HET TESTEN VAN DE DYNAMO.
Het testen van de dynamo activeer je met toets 11. het zal de startcapaciteit aangeven in voltage en percentage.
Tussen 0 en 100% = de batterij niet voldoende geladen.
Op 100% is de dynamo OK.
Tussen 100% en 200% laadt de dynamo teveel.
BEVEILIGING.
Het toestel is uitgerust met diverse beveiligings funkties:
• De klemmen zijn volledig geisoleerd.
• De zekering beveiligt tegen poolomwisseling en kortsluitingen. Het kan eenvoudig vervangen worden door de
gebruiker.
DIAG-STARTIUM 60-12/60-24
NL