Operation Manual
13
De andere dagen van de week moeten op
dezelfde manier geprogrammeerd worden.
7.3.3.4. Voorbeeld van programmatie voor maandag
(“Monday”)
Druk de linker toets herhaaldelijk tot het
infoscherm verschijnt.
Druk vervolgens op de onderste middelste toets.
Het scherm waarin de dagen van de week
kunnen worden geselecteerd verschijnt nu.
Verplaats de cursor m.b.v. de twee middelste
toetsen totdat het veld “MO” (=”Monday)
opgelicht is door de cursor.
Druk vervolgens op de rechter toets (Edit).
Het programmatievenster voor maandag
verschijnt nu.
De eerste kolom bevat positienummers 1, 2 en
3.
In de tweede kolom worden de inschakeltijden
(gemarkeerd door de letter E) met de middelste
toetsen ingesteld in stappen van 15 minuten.
o Met de rechter toets (pijl) kan u van de
linker naar de rechter kolom
verspringen.
In de derde kolom worden de uitschakeltijden
(gemarkeerd door de letter A) met de middelste
toetsen ingesteld in stappen van 15 minuten.
In de vierde kolom kan de gewenste
doelkamertemperatuur worden toegewezen aan
elke periode die valt tussen de betreffende in-
en uitschakeltijden.
Na het voltooien van het programmeren van de
weekdag, kan het programmatievenster voor
deze dag van de week opgeslagen en verlaten
worden door op de linker toets (Back) te
drukken.
8. Reiniging en onderhoud
De werking van uw toestel is in sterke mate afhankelijk
van een regelmatig deskundig onderhoud. Omwille van
de asophoping als gevolg van de verbranding van
houtpellets, is frequent reinigings- en onderhoudswerk
noodzakelijk. Dit zal de werking zo probleemloos als
mogelijk maken.
De frequentie van het onderhoud hangt op zijn beurt af
van de pelletskwaliteit (asgehalte). Kwaliteitspellets
hebben een laag asgehalte van ongeveer 0,2-0,3%.
Wanneer het asgehalte hoger is (0,5% of meer) verkort
het onderhoudsinterval en de asophoping vergroot met 2
of 3 keer. Dit resulteert in een lagere warmteafgifte en
een verhoogde ventilatorsnelheid.
Wij raden hiervoor aan de rookgaskanalen
minstens na elke 1.000 kg pellets te controleren
en/of te reinigen (zie figuur 8a+d).
Let op!
Toestellen die niet worden onderhouden volgens
onze instructies mogen niet worden gebruikt. Hier
niet aan voldoen zal alle aanspraak op garantie doen
vervallen.
Vanaf u as- en slakresten in de koude branderpot
ontdekt, moet deze gereinigd worden (zie figuur 5+6).
Wanneer dit niet wordt gedaan, zal de slak verder
toenemen, waardoor het toestel op den duur niet meer
zal kunnen ontsteken. Pellets kunnen ophopen in de
branderpot. In extreme gevallen kan dit helemaal tot aan
de pelletvalschacht reiken. Dit kan mogelijk resulteren in
een terugbrand en smeulende pellets in het
pelletreservoir.
Dit zal uw toestel beschadigen en wordt niet gedekt
door de garantie!
Let op!
Alvorens te reinigen moet de kachel afgekoeld zijn,
de hoofdschakelaar moet op de positie “0” staan en
de hoofdstroomschakelaar moet uitgetrokken zijn!
Eenmaal het reinigen is voltooid, moet de kachel
terug in zijn normale werkingsstatus worden gezet:
plaats de branderpot correct terug en sluit de
verbrandingskamerdeur.
8.1. Het oppervlak reinigen
Vuil op het buitenoppervlak van de kachel kan gereinigd
worden met een vochtige doek of indien nodig met zacht
water met zeep. Het wordt afgeraden bijtende
reinigingsmiddelen te gebruiken, daar deze het
oppervlak kunnen beschadigen.
8.2. Het glaspaneel reinigen
Om het kijkvenster te reinigen, moet eerst de kacheldeur
worden geopend. Vuil op het glaspaneel kan worden
verwijderd met een glasreiniger of met een vochtige
spons waarop u wat van het aanwezige houtas
gestrooid hebt (milieuvriendelijk).
Het glaspaneel reinigen mag enkel gebeuren met een
afgekoelde kachel in de werkingsmodus OFF.
8.3. De branderpot reinigen
Tijdens de werking kunnen er zich afzettingen vormen in
de branderpot. Hoe snel de branderpot vuil wordt, hangt
enkel af van de brandstofkwaliteit. De afzettingen of
aankoekingen moeten regelmatig verwijderd worden.
De branderpot reinigen mag enkel gebeuren
wanneer de kachel is afgekoeld en in
werkingsmodus OFF staat. Anders is er een risico
op brandwonden!
De branderpot moet uit de kachel worden gehaald.
Eenmaal dit is gebeurd moeten achtergebleven asresten
in de kachel onder de branderpot ook verwijderd
worden.
Na het reinigen moet de branderpot terug op zijn juiste
plaats worden gestoken in de branderhouder. Controleer
nogmaals of de branderpot goed zit, om slechte
afdichting te vermijden.