Operation Manual

25
X. Fout – gegevensoverdracht IO19 ( D6 )
Controleer kabel (6002)
Oorzaak:
Geen verbinding tussen bedieningspaneel en
centrale eenheid.
Fout in onderdeel in centrale eenheid.
Oplossing:
Controleer de kabel tussen het
bedieningspaneel en de centrale eenheid.
Contacteer een technicus.
Y. Fout, Amtel version ( D3 ) (6100)
Oorzaak:
Fout in onderdeel in centrale eenheid.
Oplossing
:
Contacteer een technicus.
Z. Fout, Amtel versie ( D5 ) (6101)
Oorzaak:
Fout in onderdeel in centrale eenheid.
Oplossing
:
Contacteer een technicus.
AA. Fout, Amtel versie ( D6 ) (6102)
Oorzaak:
Fout in onderdeel in centrale eenheid.
Oplossing
:
Contacteer een technicus.
12.2 Algemene fouten
Fout: Oorzaak: Oplossing:
Kachel ontsteekt niet. 1.De doelkamertemperatuur is lager
dan de huidige kamertemperatuur;
Het symbool “STANDBY” verschijnt
op het display.
Verhoogd de doeltemperatuur.
2. Opslagcontainer is leeg Hervul opslagcontainer.
3. Overdruk in het schouwsysteem. Open eventuele schouwkleppen en verwijder vuil
uit de schouw of het rookkanaal.
4. Elektrische ontsteking defect. Vervang ontstekingszekering (in de
besturingseenheid) of contacteer een technicus.
5. Stroomvoorziening onderbroken.
Steek de voedingskabel in, controleer de zekering
(in besturingseenheid, zie figuur 14), controleer
zekering in de verdeeldoos.
6. Foutmelding “OC triggered, check
burner”
Vervang zekering F1 in de besturingseenheid
(T3,
15A)
Niets op display. 1. Zekering defect.
Vervang zekering F3 in de besturingseenheid (T0,
315 A)
2. Losse of defecte verbindingskabel
tussen bedieningspaneel en
besturingseenheid.
Controleer stekkers en aansluitingen, of neem
contact op met een technicus.
Vuur brandt met een hoge
gele vlam; houtpellets
stapelen op in de
branderpot en/of het
kijkvenster hangt vol roet.
1. De verbrandingsluchttoevoer naar
de branderpot is geblokkeerd door
asrestanten.
Zet de kache
l uit en laat ze afkoelen. Verwijder de
branderpot uit zijn houder en maak de gaten erin
vrij.
2. Branderpot zit niet goed op zijn
plaats.
Kijk na of de branderpot goed op zijn plaats zit.
3. Brandstof van slechte kwaliteit. Gebruik enkel standaard houtpellets. Zorg ervoor
dat de brandstof droog is en geen vocht kan
opnemen waar ze opgeslagen ligt.
4. Dichtingen aan de
verbrandingskamerdeur of aan de
reinigingsdeksels zijn kapot.
Contacteer een technicus.
5. Rookgaskanalen of –buizen
gedeeltelijk geblokkeerd door vliegas.
Reinig de rookgaskanalen of –buizen.
Vuur gaat uit. 1. Opslagcontainer is leeg. Hervul opslagcontainer.
2. De verbrandingsluchttoevoer naar
de branderpot is geblokkeerd door
asrestanten.
Reinig brander.
3. Pelletreservoir bevat te veel stof. Leeg het pelletreservoir en reinig het vijzelkanaal
met een stofzuiger.