Instruction Manual
Optie Omschrijving
INSTELLINGEN
NETWERK
(voorwaardelijk)
Geeft alleen aan of er een netwerkaart is
geïnstalleerd. Modbus-, Profibus- en HART-
netwerkkaarten worden ondersteund.
SECURITY SETUP Schakelt de wachtwoordcode (standaard =
HACH55) in of uit.
LUCHTZUIVERING Schakelt de luchtzuivering in wanneer op de
analyser gebruik wordt gemaakt van een externe
luchtzuivering (standaard = uit). Wanneer u deze
functie wilt gebruiken, zorg er dan voor dat er een
ventilator-filteraansluiting is aangebracht.
Raadpleeg de documentatie die met de
luchtzuiveringsset is meegeleverd.
STANDAARDW.
HERSTELLEN
Stelt de configuratie in op de fabrieksinstellingen.
Apparaten beheren
Ingangsmodules installeren of verwijderen.
1. Selecteer APPARATEN BEHEREN.
2. Selecteer een optie.
Optie Omschrijving
SCAN FOR
DEVICES
Het systeem toont de aangesloten apparaten.
Opmerking: Als er geen apparaat is aangesloten, keert
het systeem terug naar het hoofdmeetscherm.
DELETE DEVICE Verwijdert het apparaat wanneer het niet langer is
aangesloten.
Berekening instellen
Stelt de variabelen, parameters, eenheden en formules voor de analyser
in.
1. Selecteer CALCULATION (BEREKENING).
2. Selecteer een optie.
Optie Omschrijving
SET VARIABLE X Selecteert de sensor die betrekking heeft op
variabele X.
SET PARAMETER X Selecteert de parameter die betrekking heeft op
variabele X.
SET VARIABLE Y Selecteert de sensor die betrekking heeft op
variabele Y.
SET PARAMETER Y Selecteert de parameter die betrekking heeft op
variabele Y.
SET FORMULA Selecteert de berekeningsformule die moet worden
uitgevoerd. Opties: geen, X-Y, X+Y, X/Y, [X/Y]%, [X
+Y]/2, X*Y, [X-Y]%/X
DISPLAY FORMAT Selecteert het aantal decimalen dat in een
berekeningsresultaat wordt getoond. Opties: auto,
XXXXX, XXXX.X, XXX.XX, XX.XXX, X.XXXX
SET UNITS Voert de naam van de eenheid in (max. 5 tekens).
SET PARAMETER Voert de naam van de meting in (max. 5 tekens).
Uitgangen configureren
4–20mA-module instellen
1. Selecteer INSTELLINGEN SYSTEEM>INSTELLINGEN
UITGANGEN>INSTELLINGEN 4-20mA.
2. Selecteer de UITGANG.
3. Selecteer een optie.
Optie Omschrijving
ACTIVEREN De opties in de menulijst veranderen afhankelijk van
de geselecteerde functie. Raadpleeg 4–20mA-
activeringsopties op pagina 128 voor meer
informatie.
Nederlands 127