Installation Instructions

Montagehandleiding Hager rook-/hittemelders op centraaldoos
3
10. Als het plafond is afgewerkt, kan de
bodemplaat direct worden
gemonteerd. In de bodemplaat zijn
twee sets sleufgaten gemaakt die
passen op de montagegaten van de
meest gangbare merken
centraaldozen. Belangrijk is dat de
draden strak tegen de bodemplaat
worden gedrukt. De overtollige
draadlengte wordt in de centraaldoos
terug geschoven.
11. Plaats nu de batterij in de rookmelder.
Let op de + en – pool. Omdat de
rookmelder op zijn kop ligt, kan ook
ongemerkt de testknop worden
ingedrukt, waardoor de detectie van de
rookmelder tijdelijk wordt
uitgeschakeld. Dit is zichtbaar aan een
fel knipperend rood LED lampje in de
testknop.
12. Controleer of het rode lampje op de
voorzijde van de melder knippert. Net
na het plaatsen van de batterij knippert
het snel, daarna één keer elke 10
seconden.
13. Om de rookmelder te testen, dient u
de knop met de lampjes op de
voorzijde 7 tot 15 seconden stevig
ingedrukt te houden. U hoort dan een
lang piepsignaal en in de knop brandt
een wit lampje. Het signaal stopt als u
de knop loslaat. Dit testsignaal is
zachter dan het werkelijke
alarmsignaal.
14. Nu kan de melder gemonteerd worden
op de bodemplaat.
Knop met lampjes