Manual

42
6.2. Automatische Bluetooth
®
-verbinding (na een reeds uitgevoerde pairing/
koppeling) (A)
Aanwijzing
Controleer of uw Bluetooth
®
-geschikte eindapparaat is ingeschakeld en of de
Bluetooth
®
-functie is geactiveerd.
Controleer of uw voor Bluetooth
®
-geschikte eindapparaat voor andere
Bluetooth
®
-apparaten zichtbaar is.
Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw eindapparaat.
De Bluetooth
®
-ontspanner blijft met het Bluetooth
®
-apparaat verbonden
waarmee hij het laatst is gebruikt.
Houd Power-/ontspanknop (2) ongeveer 3 seconden ingedrukt om de Bluetooth
®
-
ontspanner in te schakelen. Het led-controlelampje (1) begint te knipperen.
U kunt de Bluetooth
®
-ontspanner nu gebruiken.
Druk om uit te schakelen op de Power-/ontspanknop (2) gedurende ca. 5 seconden.
Het led-controlelampje (1) gaat nu uit.
Aanwijzing - Verbinding stagneert
Nadat de eerste verbinding succesvol tot stand is gebracht, wordt deze in het vervolg
automatisch uitgevoerd. Indien de Bluetooth
®
-verbinding echter niet wederom automatisch
tot stand wordt gebracht, dienen de hieronder vermelde punten te worden gecontroleerd:
Controleer in de Bluetooth
®
-instellingen van uw eindapparaat of
hama BRS3 is verbonden. Als dit niet het geval is, herhaal dan de onder 6.1. De
eerste maal een Bluetooth
®
-verbinding tot stand brengen genoemde stappen.
Controleer of hindernissen het bereik negatief beïnvloeden. Indien dit het geval is,
plaatst u de apparaten dichter bij elkaar.