Operation Manual

32
e) Ter minimalisering van de kans op letsel voor de gebruiker moet
een werkblad dat aan de rolstoel is bevestigd en dat niet op bots-
ingen is berekend:
• worden verwijderd en ergens anders in de auto worden vast-
gezet of aan de rolstoel worden bevestigd met schokabsorberend
materiaal tussen het werkblad en de gebruiker
f) Indien mogelijk moeten andere rolstoelaccessoires aan de rolstoel
worden vastgezet of worden verwijderd en tijdens het transport
in de auto worden vastgezet, om te voorkomen dat deze losschi-
eten en bij een botsing letsel bij de gebruiker veroorzaken.
g) Ondersteunings- en positioneringshulpmiddelen mogen niet als
veiligheidsapparatuur/veiligheidsgordels worden beschouwd,
wanneer deze niet zijn gemarkeerd conform de normen van ISO
7176/19-20XX.
h) De rolstoel moet na een botsing, in welke vorm dan ook, worden
gekeurd door een vertegenwoordiger van de fabrikant, voordat de
rolstoel weer mag worden gebruikt.
i) Breng zonder voorafgaand overleg met de fabrikant geen wijzigin-
gen of vervangingen aan in de verankeringspunten/autobevestig-
ingen op de rolstoel of aan delen van de constructie of het frame.
j) Gebruik bij elektrische rolstoelen in gemotoriseerde voertuigen
met gel gevulde accu’s.
VEILIGHEID IN AUTO’S