User manual

40
Tips voor het drogen
Speciaal voor gelegenheden waarbij u de
machine alleen voor het drogen gebruikt.
De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe
hoger het centrifugeertoerental, hoe korter de
benodigde droogtijd en hoe lager het
energieverbruik. Uw nieuwe machine centrifugeert in
de witte- en bontwasprogramma’s met 1200 toeren
per minuut en in de syntheticaprogramma’s met 900
toeren per minuut. Daarmee worden zeer goede
centrifugeerresultaten bereikt. De machine kan
automatisch achtereenvolgens centrifugeren &
drogen.
Let op het textielbehandelingsetiket. Daarop vindt u
ook de aanwijzingen voor het drogen van wasgoed
in de trommeldroger. In deze gebruiksaanwijzing
vindt u een kaart afgedrukt waarop de symbolen
verklaard worden.
Alleen in water gewassen textiel mag in de machine
gedroogd worden. Met ontvlambare of giftige
middelen gereinigde textiel mag niet in de machine
gedroogd worden.
Verder mogen niet in de machine gedroogd worden:
- Wol en met wol gemengde textiel. Wol kan
krimpen en/of vervilten.
- Erg tere weefsels, zoals acryl, zijde en
synthetische vitrages.
- Schuimrubber en textiel waarin schuimrubber
verwerkt is.
- Glasvezel en textiel waarin glasvezel verwerkt is.
- Textiel dat erg pluist of waarvan de kanten
gemakkelijk rafelen.
Belangrijk. De waterkraan moet ook tijdens het
droogprogramma open blijven, omdat de machine
enig koelwater voor het condenseren gebruikt. Het
koelwater en het tot water gecondenseerde
verdampte vocht vloeien via de normale afvoerslang
in de afvoer.
Pluizen
Na het drogen van sterk pluizend wasgoed, bijv.
nieuwe badhanddoeken, is het aan te raden, het
wasprogramma «Voorzichtig spoelen» (N) in te
stellen, om er zeker van te zijn dat eventueel in de
kuip verzamelde pluizen weggespoeld worden en
zich niet bij een volgend wasprogramma op het
wasgoed kunnen vastzetten.
Ook het afvoerfilter moet na ieder droogprogramma
gecontroleerd en eventueel gereinigd worden.